17 MEI 2019. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Vast Elektrotechnisch Comité ingesteld bij het koninklijk besluit van 18 maart 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/03/2016 pub. 08/04/2016 numac 2016011120 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de inrichting en de werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit comité sluiten betreffende de inrichting en de werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit comité

De Minister van Energie, Gelet op de wet van 10 maart 1925 op de elektriciteitsvoorziening, artikel 22;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/03/2016 pub. 08/04/2016 numac 2016011120 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de inrichting en de werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit comité sluiten betreffende de inrichting en de werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit comité, artikel 12;

Overwegende de voordracht van het huishoudelijk reglement door de algemene vergadering van het Vast Elektrotechnisch Comité, Besluit : Enig artikel. Het huishoudelijk reglement van het Vast Elektrotechnisch Comité, opgenomen in de bijlage bij dit besluit, wordt goedgekeurd.

Brussel, 17 mei 2019.

M. C. MARGHEM

Bijlage HUISHOUDELIJKE REGLEMENT VAN HET VAST ELEKTROTECHNISCH COMITE HOOFDSTUK I. - Doeleinden en verwijzing naar wettelijke referenties

Artikel 1.Deze bijlage heeft tot doel het huishoudelijk reglement vast te leggen voor het Vast Elektrotechnisch Comité zoals voorzien in artikel 12 van het koninklijk besluit van 18 maart 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/03/2016 pub. 08/04/2016 numac 2016011120 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de inrichting en de werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit comité sluiten betreffende de inrichting en werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit Comité. HOOFDSTUK II. - Werking van het Comité Afdeling 1. - Taken

Art. 2.§ 1. De taken van de algemene vergadering van het Vast Elektrotechnisch Comité worden bepaald in artikel 9, § 1 van het koninklijk besluit van 18 maart 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/03/2016 pub. 08/04/2016 numac 2016011120 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de inrichting en de werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit comité sluiten betreffende de inrichting en werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit comité. § 2. De taken van de vaste afdeling vergunningen worden bepaald in artikel 9, § 2, 1° van het koninklijk besluit van 18 maart 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/03/2016 pub. 08/04/2016 numac 2016011120 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de inrichting en de werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit comité sluiten betreffende de inrichting en werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit comité. § 3. De taken van de vaste afdeling veiligheid worden bepaald in artikel 9, § 2, 2° van het koninklijk besluit van 18 maart 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/03/2016 pub. 08/04/2016 numac 2016011120 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de inrichting en de werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit comité sluiten betreffende de inrichting en werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit comité. Afdeling 2. - Algemene bepalingen

Art. 3.Voor de uitvoering van de taken die behoren tot hun opdracht kan de algemene vergadering en de vaste afdelingen hun werkzaamheden als volgt organiseren: 1° door plenaire vergaderingen, waarbij de bepalingen opgenomen onder afdeling 3 specifiek van toepassing zijn.Deze wijze van werking is te verkiezen, en in ieder geval verplicht, indien adviesaanvragen dienen genomen te worden waarbij basis van een uitwisseling van standpunten noodzakelijk is; 2° door middel van raadplegingen per correspondentie, waarbij de bepalingen opgenomen onder afdeling 4 specifiek van toepassing zijn. Deze wijze van werking zal in het bijzonder gebruikt worden om dringende problemen te behandelen, om de adviesaanvraag voor de plenaire vergaderingen voor te bereiden of om sommige adviesaanvragen buiten de plenaire vergaderingen (afwijking van de voorschriften van het Algemeen Reglement op de elektrische installaties, wegenistoelating voor de uitvoering en de uitbating van een elektrische verbinding, ...) te behandelen. Afdeling 3. - Plenaire vergaderingen

Onderafdeling 1. - Uitnodigingen

Art. 4.§ 1. De algemene vergadering vergadert tenminste éénmaal per jaar. De vaste afdelingen worden samengeroepen op vraag van de algemene vergadering. Alle leden worden uitgenodigd. De uitnodiging wordt minstens vijftien werkdagen voor de vergadering aan de leden toegezonden. § 2. Op initiatief van de voorzitter of van de meerderheid der aanwezige leden kunnen andere personen uitgenodigd worden teneinde bepaalde punten op de agenda toe te lichten.

De aanwezigheid van deze andere personen op de vergadering wordt beperkt tot de behandeling van het punt voor hetwelk zij worden gehoord. § 3. De algemene vergadering en de vaste afdelingen vergaderen op uitnodiging van hun respectievelijke voorzitter. De uitnodigingsbrief vermeldt de verschillende punten van de agenda. § 4. De onderafdelingen 2 tot 5 van deze afdeling zijn van toepassing zowel voor de algemene vergadering als voor de vaste afdelingen.

Onderafdeling 2. - Het overmaken van de documenten

Art. 5.§ 1. Er wordt gebruik gemaakt van de meest geschikte wijze voor communicatie, dit kan inhouden, zonder dat dit beperkend is, het overmaken van de documenten door middel van verzending via de post, het overmaken van de documenten via elektronische weg, een uitnodiging om kennis te nemen van documenten die ter beschikking zijn op het internet of het intranet. § 2. Voor iedere verzending kan simultaan gebruikt gemaakt worden van diverse manieren van communicatie. § 3. Ieder lid informeert het secretariaat over zijn mogelijke adressen (post, telefoon, e-mail...) voor de verzending van de werkdocumenten. In het kader van het overmaken van de documenten, waarborgen de leden de vertrouwelijkheid in overeenstemming met artikel 17. § 4. Behalve in dringende of specifieke gevallen, waarover de voorzitter dient te oordelen, worden de uitnodigingen en de nodige documenten uiterlijk vijftien werkdagen voor de vergadering aan de leden verstuurd.

Onderafdeling 3. - Agenda der vergaderingen

Art. 6.§ 1. De agenda wordt door het secretariaat opgesteld. De voorlopige agenda wordt minstens vijftien werkdagen voor de vergadering aan de leden toegezonden. § 2. Op verzoek van ten minste drie effectieve leden moet elke aangelegenheid die tot de bevoegdheid van de leden behoort, op de agenda van de eerstvolgende vergadering geplaatst worden. § 3. De leden die agendapunten wensen toe te voegen, kunnen deze overmaken aan de voorzitter en de secretaris tot tien werkdagen voor de vergadering. Samen met elk voorstel van agendapunt moet een inleidende nota aan de voorzitter en de secretaris worden bezorgd.

Agendapunten die buiten deze termijn worden overgemaakt, zullen worden geweigerd.

De definitieve agenda en de desbetreffende inleidende nota's worden, behoudens dringende gevallen, minstens drie werkdagen voor de vergadering ter beschikking gesteld aan de leden.

Een of meer leden kunnen tijdens de vergadering voorstellen om nieuwe punten aan de agenda toe te voegen. Ze worden toegevoegd als de meerderheid van de aanwezige leden het daarmee eens is. Deze mogen echter niet worden toegevoegd als ze specifiek betrekking hebben op de entiteiten die ressorteren onder een lid dat verhinderd is.

Op met redenen omkleed verzoek van een lid kan het onderzoek van één of meerdere punten die op de agenda voorkomen, verschoven worden naar de volgende vergadering mits het akkoord verkregen wordt van de meerderheid van de aanwezige leden.

Onderafdeling 4. - Bijwonen van de vergaderingen

Art. 7.§ 1. De voorzitter opent en sluit de vergaderingen. Hij leidt de debatten en beschikt over al de hiervoor vereiste bevoegdheden. § 2. Ingeval de voorzitter verhinderd is, wordt de vergadering door een van de andere voorzitters (algemene vergadering of vaste afdeling) voorgezeten. § 3. Elk lid kan, voor een bepaalde vergadering of beraadslaging, zich laten vertegenwoordigen door een schriftelijke volmacht te geven aan een andere lid. Deze volmachten, beperkt tot één per lid, moeten aan de voorzitter overhandigd worden bij het begin van de vergadering. § 4. Indien het quorum van een derde van de aanwezige of vertegenwoordigde leden niet bereikt wordt, kan de voorzitter de datum van een nieuwe vergadering vaststellen zonder rekening te houden met de in paragraaf 4 van artikel 5 bepaalde termijn, mits rekening te houden van een minimum termijn van vijf dagen. De voorzitter kan, indien er daarover met eenparigheid van de aanwezige leden wordt beslist, beslissen om de procedure raadpleging per correspondentie toe te passen. § 5. Na de in paragraaf 4 bedoelde tweede uitnodiging beraadslagen de leden geldig welke ook het aantal aanwezige leden is. § 6. De leden kunnen, indien noodzakelijk, op initiatief van de voorzitter of van één of meerdere leden, één of meerdere specialisten of personen die geen lid zijn, wiens expertise nodig wordt geacht, raadplegen en uitnodigen. Deze personen worden door de voorzitter opgeroepen.

Onderafdeling 5. - Stemprocedure

Art. 8.§ 1. Enkel de leden hebben stemrecht. De voorzitter heeft geen stemrecht. De secretaris woont de vergaderingen bij met raadgevende stem. § 2. Een onthouding wordt niet beschouwd als een uitgebrachte stem. § 3. De stemming zal bij geheime stemming plaatsvinden. Op zijn uitdrukkelijk verzoek, mag een lid altijd zijn stemming openbaar maken tegenover de andere leden. Afdeling 4. - Raadpleging per correspondentie

Onderafdeling 1. - Toepassingsgebied

Art. 9.§ 1. De raadpleging per correspondentie zal plaatsvinden op basis van een specifieke beslissing van de algemene vergadering of een vaste afdeling of in dringende gevallen op initiatief van het secretariaat of van de voorzitter van de algemene vergadering. § 2. De onderafdelingen 2 tot 5 van deze afdeling zijn van toepassing zowel voor de algemene vergadering als voor de vaste afdelingen. § 3. De voorzitter van de algemene vergadering en de vaste afdelingen mogen specifieke procedures voor de raadpleging per correspondentie vastleggen. Ze worden ter goedkeuring aan de leden van de algemene vergadering en de betrokken vaste afdeling voorgelegd.

Onderafdeling 2. - Het overmaken van de documenten

Art. 10.De specifieke bepalingen in paragraaf 1 van artikel 5 zijn van toepassing.

Onderafdeling 3. - Modaliteiten voor het beantwoorden van de bevraging

Art. 11.§ 1. Voor iedere raadpleging worden de modaliteiten voor de antwoorden bepaald in functie van het doel van de raadpleging en de mate van urgentie. Het document voor de uitnodiging tot antwoorden preciseert deze modaliteiten. § 2. Elke adviesaanvraag wordt opgenomen in een antwoordformulier. Het formulier zal hiertoe : 1° het punt beschrijven waarvoor het lid uitgenodigd wordt stelling te nemen;2° de volgende antwoorden voorstellen: a) akkoord b) niet akkoord (antwoord dient gemotiveerd te worden) c) onthouding 3° de mogelijkheid geven om commentaren te formuleren.Deze commentaren veranderen niet de aangekruiste antwoordmogelijkheid (akkoord/niet akkoord/onthouding). § 3. De antwoordtermijn wordt door de voorzitter vastgelegd. Deze mag in geen geval korter zijn dan acht kalenderdagen die begint te lopen vanaf het tijdstip waarop de uitnodiging tot antwoord aan de leden werd overgemaakt.

Onderafdeling 4. - Behandeling van de antwoorden

Art. 12.§ 1. Het secretariaat is belast met de behandeling van de antwoorden van de raadplegingen die bekomen zijn via correspondentie. § 2. Enkel de antwoorden, die op het secretariaat zijn ontvangen binnen de vooropgestelde antwoordtermijn, worden in acht genomen. Het ontbreken van een antwoord binnen de vooropgestelde antwoordtermijn wordt als een onvoorwaardelijk akkoord beschouwd.

Onderafdeling 5. - Het in kennisstellen van de leden

Art. 13.De leden worden systematisch geïnformeerd over de resultaten van iedere raadpleging per correspondentie via een synthesedocument dat hen wordt overgemaakt binnen twintig werkdagen na het verstrijken van de antwoordtermijn. Afdeling 5. - Secretariaat

Onderafdeling 1. - Taken

Art. 14.Het secretariaat is verantwoordelijk voor: 1° de voorbereiding van de vergaderingen van de algemene vergadering of de vaste afdeling en de uitvoering van de beslissingen;2° het beheer van de raadplegingen per correspondentie;3° het beheer van routineactiviteiten en de opvolging van de dossiers in geval van dringendheid;4° de uitvoering van elke taak die de algemene vergadering of de vaste afdeling delegeert naar het secretariaat. Onderafdeling 2. - Documenten

Art. 15.Alle documenten opgesteld door het secretariaat en overgemaakt aan de algemene vergadering of de vaste afdelingen en waarvoor er een advies wordt aangevraagd, worden in het Nederlands en het Frans opgesteld.

Onderafdeling 3. - Verslagen

Art. 16.De verslagen van de vergaderingen van de algemene vergadering of de vaste afdelingen worden opgesteld in het Nederlands en het Frans. Afdeling 6. - Vertrouwelijkheid

Art. 17.De werkzaamheden, de adviezen en de documenten van de algemene vergadering en de vaste afdelingen zijn vertrouwelijk.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van 17 mei 2019 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Vast Elektrotechnisch Comité ingesteld bij het koninklijk besluit van 18 maart 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/03/2016 pub. 08/04/2016 numac 2016011120 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de inrichting en de werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit comité sluiten betreffende de inrichting en de werking van het Vast Elektrotechnisch Comité en van de vaste afdelingen van dit comité.

De Minister van de Energie, M. C. MARGHEM .