Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 17 december 2012
gepubliceerd op 21 december 2012

Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2012003329
pub.
21/12/2012
prom.
17/12/2012
ELI
eli/besluit/2012/12/17/2012003329/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2012. - Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren


De Minister van Financiën, De Staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, Gelet op de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, artikel 78, § 5, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 maart 1995;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 februari 1998Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/02/1998 pub. 21/03/1998 numac 1998003104 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren sluiten tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren;

Gelet op het ministerieel besluit van 1 juli 2003Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 01/07/2003 pub. 07/08/2003 numac 2003003415 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerdere voor de toepassing van artikel 78 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel wat betreft de houders van een managementfunctie of de houders van een staffunctie sluiten tot aanwijzing van de hiërarchische meerdere voor de toepassing van artikel 78 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel wat betreft de houders van een managementfunctie of de houders van een staffunctie;

Gelet op het ministerieel besluit van 25 april 2006Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 25/04/2006 pub. 22/06/2006 numac 2006003298 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit tot aanwijzing van de bevoegde hiërarchische meerdere voor de toepassing van artikel 78, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel betreffende de leidinggevenden en de ambtenaren die ter beschikking gesteld zijn van de Dienst voorafgaande beslissingen in fiscale zaken sluiten tot aanwijzing van de bevoegde hiërarchische meerdere voor de toepassing van artikel 78, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel betreffende de leidinggevenden en de ambtenaren die ter beschikking gesteld zijn van de Dienst voorafgaande beslissingen in fiscale zaken;

Gelet op het ministerieel besluit van 25 november 2011Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 25/11/2011 pub. 30/11/2011 numac 2011003372 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren indien de hiërarchische meerdere aangewezen bij het ministerieel besluit van 10 februari 1998 niet over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt sluiten tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren indien de hiërarchische meerdere aangewezen bij het ministerieel besluit van 10 februari 1998Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/02/1998 pub. 21/03/1998 numac 1998003104 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren sluiten niet over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt, Besluiten :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° entiteit : a.het kabinet en de diensten van de Voorzitter van het Directiecomité; b. de Algemene Diensten;c. de Studie- en documentatiedienst;d. de Rechtskundige Dienst;e. de Administratie der thesaurie;f. het kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering;g. de Administratie van fiscale zaken;h. de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit;i. de Administratie der directe belastingen;j. de Administratie der douane en accijnzen;k. de Administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen;l. de Administratie van het kadaster;m. de Administratie van de bijzondere belastinginspectie;n. de Dienst van de voorafgaande beslissingen in fiscale zaken;o. de fiscale bemiddelingsdienst;p. FEDOREST, Staatsdienst met afzonderlijk beheer;2° geaffecteerd : hetzij benoemd, hetzij aangewezen voor een dienst of gemuteerd in de zin van artikel 49 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, hetzij gedetacheerd of ter beschikking gesteld in de zin van het organiek reglement;3° organiek reglement : het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën, en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel.

Art. 2.Het voorlopig voorstel van tuchtstraf tegen de houders van een managementfunctie en de houders van een staffunctie vermeld in kolom 1 van de hiernavolgende tabel, wordt geformuleerd door de houder van de functie vermeld in kolom 2 :

Kolom 1 / Colonne 1

Kolom 2 / Colonne 2

De houders van een managementfunctie - 1 Les titulaires d'une fonction de management - 1

De Voorzitter van het Directiecomité Le Président du Comité de direction

De houders van een managementfunctie - 2 Les titulaires d'une fonction de management - 2

De houder van de managementfunctie - 1 waar zij hiërarchisch van afhangen Le titulaire de la fonction de management - 1 dont ils dépendent hiérarchiquement

De houders van een staffunctie -1 Les titulaires d'une fonction d'encadrement - 1

De Voorzitter van het Directiecomité Le Président du Comité de direction

De houders van een staffunctie -2 Les titulaires d'une fonction d'encadrement - 2

De houder van de staffunctie - 1 waar zij hiërarchisch van afhangen Le titulaire de la fonction d'encadrement - 1 dont ils dépendent hiérarchiquement


Art. 3.Het voorlopig voorstel van tuchtstraf tegen de ambtenaren van : 1° het kabinet en de diensten van de Voorzitter van het Directiecomité;2° de Algemene Diensten;3° de Studie- en documentatiedienst;4° de Rechtskundige Dienst;5° de Administratie der thesaurie;6° het kabinet van de Administrateur-generaal van de belastingen en de invordering;7° de Administratie van fiscale zaken;8° de Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit;9° de Administratie der directe belastingen;10° de Administratie der douane en accijnzen;11° de Administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen;12° de Administratie van het kadaster;13° de Administratie van de bijzondere belastinginspectie;14° FEDOREST, Staatsdienst met afzonderlijk beheer, vermeld in kolom 1 van de hiernavolgende tabel, wordt geformuleerd door het personeelslid vermeld in kolom 2 :

Kolom 1 / Colonne 1

Kolom 2 / Colonne 2

Ambtenaren behorend tot de klasse A4 of A5 Les agents appartenant aux classes A4 ou A5

De houder van de managementfunctie of de staffunctie die in de structuur van de entiteit waar de betrokken ambtenaar is geaffecteerd, hiërarchisch de plaats bekleedt welke het dichtst bij die van de betrokken ambtenaar staat. Le titulaire de la fonction de management ou de la fonction d'encadrement qui, dans la structure de l'entité où l'agent concerné est affecté, occupe hiérarchiquement la place la plus proche de l'agent concerné.

Ambtenaren behorend tot de klasse A3 Les agents appartenant à la classe A3

De ambtenaar behorend tot de klasse A4 die in de structuur van de entiteit waar de betrokken ambtenaar is geaffecteerd, hiërarchisch de plaats bekleedt welke het dichtst bij die van de betrokken ambtenaar staat.

L'agent appartenant à la classe A4 qui, dans la structure de l'entité où l'agent concerné est affecté, occupe hiérarchiquement la place la plus proche de l'agent concerné.

Ambtenaren behorend tot de klasse A2 of A1.

Ambtenaren van niveau B, C of D Les agents appartenant aux classes A2 ou A1 Les agents des niveaux B, C ou D

De ambtenaar behorend tot de klasse A3 die in de structuur van de entiteit waar de betrokken ambtenaar is geaffecteerd, hiërarchisch de plaats bekleedt welke het dichtst bij die van de betrokken ambtenaar staat.

L'agent appartenant à la classe A3 qui, dans la structure de l'entité où l'agent concerné est affecté, occupe hiérarchiquement la place la plus proche de l'agent concerné.


Art. 4.Het voorlopig voorstel van tuchtstraf tegen de ambtenaren van : 1° de Dienst van de voorafgaande beslissingen in fiscale zaken;2° de fiscale bemiddelingsdienst, vermeld in kolom 1 van de hiernavolgende tabel, wordt geformuleerd door het personeelslid vermeld in kolom 2 :

Kolom 1 / Colonne 1

Kolom 2 / Colonne 2

De Voorzitters van de colleges Les Présidents des collèges

De Voorzitter van het Directiecomité Le Président du Comité de direction

De andere leden van de colleges en de ambtenaren van de diensten Les autres membres des collèges et les agents des services

De Voorzitter van het college van de dienst waar de betrokkene deel van uitmaakt Le Président du collège du service dans lequel l'intéressé est occupé


Art.5. Onverminderd artikel 6, wordt bij ontstentenis of afwezigheid van het personeelslid dat krachtens de artikelen 2 tot 4 bevoegd is voor het formuleren van het voorlopig voorstel en mits er niemand formeel tijdelijk werd aangesteld als leidinggevende van de ambtenaar die het voorwerp uitmaakt van een tuchtprocedure, het voorlopig voorstel van tuchtstraf geformuleerd door de houder van een management- of staffunctie of een ambtenaar behorend tot dezelfde of een hogere klasse dan deze bedoeld in kolom 2 van genoemde artikelen, die in de organisatiestructuur in de opklimmende orde van de hiërarchie de plaats bekleedt welke het dichtst staat bij de ambtenaar die het voorwerp uitmaakt van een tuchtprocedure.

Voor de toepassing van het eerste lid heeft een ambtenaar of een mandaathouder de tuchtrechtelijke bevoegdheden die toekomen aan de titularis van de managementfunctie of staffunctie of van de ambtenaar wiens diensten hij tijdelijk leidt.

Art. 6.Indien een hiërarchische meerdere bedoeld in de artikelen 2 tot 5, overeenkomstig de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, niet over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt wordt het voorlopig voorstel van tuchtstraf geformuleerd door de houder van een management- of een staffunctie of de ambtenaar behorend tot dezelfde of een hogere klasse dan deze bedoeld in kolom 2 van genoemde artikelen, die over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt en die in de organisatiestructuur in de opklimmende orde van de hiërarchie de plaats bekleedt welke het dichtst staat bij de ambtenaar die het voorwerp uitmaakt van een tuchtprocedure.

Wanneer in de hiërarchische lijn niemand over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt, wordt, bij een individuele ministeriële beslissing, een ambtenaar of een houder van een managementfunctie of een staffunctie aangewezen die over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt en belast met het formuleren van een voorlopig voorstel van tuchtstraf.

Art. 7.Het ministerieel besluit van 10 februari 1998Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/02/1998 pub. 21/03/1998 numac 1998003104 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren sluiten tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren, wordt opgeheven wat betreft de Federale Overheidsdienst Financiën en zijn personeel.

Art. 8.Het ministerieel besluit van 1 juli 2003Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 01/07/2003 pub. 07/08/2003 numac 2003003415 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerdere voor de toepassing van artikel 78 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel wat betreft de houders van een managementfunctie of de houders van een staffunctie sluiten tot aanwijzing van de hiërarchische meerdere voor de toepassing van artikel 78 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel wat betreft de houders van een managementfunctie of de houders van een staffunctie, wordt opgeheven.

Art. 9.Het ministerieel besluit van 25 april 2006Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 25/04/2006 pub. 22/06/2006 numac 2006003298 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit tot aanwijzing van de bevoegde hiërarchische meerdere voor de toepassing van artikel 78, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel betreffende de leidinggevenden en de ambtenaren die ter beschikking gesteld zijn van de Dienst voorafgaande beslissingen in fiscale zaken sluiten tot aanwijzing van de bevoegde hiërarchische meerdere voor de toepassing van artikel 78, § 2, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel betreffende de leidinggevenden en de ambtenaren die ter beschikking gesteld zijn van de Dienst voorafgaande beslissingen in fiscale zaken, wordt opgeheven.

Art. 10.Het ministerieel besluit van 25 november 2011Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 25/11/2011 pub. 30/11/2011 numac 2011003372 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren indien de hiërarchische meerdere aangewezen bij het ministerieel besluit van 10 februari 1998 niet over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt sluiten tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren indien de hiërarchische meerdere aangewezen bij het ministerieel besluit van 10 februari 1998Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/02/1998 pub. 21/03/1998 numac 1998003104 bron ministerie van financien Ministerieel besluit tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren sluiten niet over de vereiste wettelijke taalkennis beschikt, wordt opgeheven.

Brussel, 17 december 2012.

De Minister van Financiën, S. VANACKERE De Staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude, J. CROMBEZ

^