Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 17 december 2003
gepubliceerd op 31 december 2003

Ministerieel besluit houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen voor de internationale luchthaven Oostende-Brugge

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003036257
pub.
31/12/2003
prom.
17/12/2003
ELI
eli/besluit/2003/12/17/2003036257/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2003. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen voor de internationale luchthaven Oostende-Brugge


De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, X, 7°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1994 betreffende het financiële en materiële beheer van de diensten met afzonderlijk beheer luchthaven Antwerpen en luchthaven Oostende, inzonderheid op artikel 22; gewijzigd door het besluit van de Vlaamse regering van 22 november 2002;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 juli 2002 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Gelet op het ministerieel besluit van 19 februari 2003 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen voor de luchthaven Oostende;

Gelet op het ministerieel besluit van 12 juni 2003 betreffende de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse regering van 22 november 2002 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1994 betreffende het financiële en materiële beheer van Diensten met Afzonderlijk Beheer Luchthaven Antwerpen en Oostende;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de vergoedingen die van kracht zijn voor het gebruik van de luchthaven Oostende-Brugge, aangepast moeten worden om de financiële situatie ervan te verbeteren; en teneinde de luchthaven toe te laten de principes van duurzame ontwikkeling in praktijk te brengen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Heffingen

Artikel 1.De luchthaven Oostende wordt ertoe gemachtigd de vergoedingen, vastgesteld bij dit besluit, te heffen.

Art. 2.De vergoeding voor landingen en opstijgingen is bepaald op : 1° 3,00 euro per ton per landing en per opstijging van 7.00 uur tot en met 21.59 uur lokale tijd.

De vergoeding bedraagt minimaal 10,00 euro per landing of opstijging voor toestellen tot en met 6 ton MTOW. De vergoeding bedraagt minimaal 100,00 euro per landing of opstijging voor toestellen van meer dan 6 ton MTOW. 2° 5,00 euro per ton per landing en per opstijging van 22.00 uur tot en met 06.59 uur lokale tijd.

De vergoeding bedraagt minimaal 100,00 euro per landing of opstijging voor toestellen tot en met 6 ton MTOW. De vergoeding bedraagt minimaal 580,00 euro per landing of opstijging voor toestellen van meer dan 6 ton MTOW. Als uur van landing geldt het ogenblik waarop het luchtvaartuig de grond raakt. Als uur van opstijging geldt het ogenblik waarop het luchtvaartuig de grond verlaat.

De landings- en opstijgingsvergoeding wordt berekend op basis van het hoogst toegestane startgewicht (MTOW), vermeld in het bewijs van luchtwaardigheid, in de vlieghandleiding of in elk ander document dat bij het bewijs van luchtwaardigheid behoort. Elk gedeelte van een ton wordt als een volle ton beschouwd.

Art. 3.Voor luchtvaartuigen van de opleidingscentra die gevestigd zijn op de luchthaven van Oostende kunnen trainingcards verkregen worden, onder de volgende voorwaarden : 1° luchtvaartuigen tot 2 ton kunnen een trainingcard kopen voor een bedrag van 1.000,00 euro per jaar; 2° de trainingcard is geldig voor maximaal 500 bewegingen per toestel per jaar;3° het niet-gebruikte gedeelte van de trainingcard wordt niet terugbetaald;4° de trainingcard is niet overdraagbaar;5° de trainingcard loopt vanaf de dag van aflevering;6° de trainingcard is gebonden aan de registratiecode van het luchtvaartuig in kwestie;7° de trainingcard is uitsluitend geldig op de luchthaven van Oostende. Deze trainingscards zijn enkel geldig voor landingen en opstijgingen tussen zonsopgang (SR) en zonsondergang (SS).

Art. 4.Luchtvaartmaatschappijen die vluchten uitvoeren met luchtvaartuigen vanaf 53 ton MTOW en die uitsluitend de training van hun bemanning op het oog hebben (met inbegrip van de oefenlandingen waarbij de wielen de grond niet raken), betalen 50 % van de landingsvergoeding.

Art. 5.§ 1. De vergoeding voor het parkeren van luchtvaartuigen bedraagt : Voor toestellen tot en met 6 ton MTOW : - eerste zes uur gratis - nadien bedraagt de vergoeding 2 euro per begonnen periode van 24 uur en per ton, met een minimum van 12,00 euro.

Voor toestellen van meer dan 6 ton MTOW : - eerste 24 uur gratis; - van de 1° tot en met 7° dag bedraagt de vergoeding 2,00 euro per dag en per ton; - van de 8° tot en met de 21° dag bedraagt de vergoeding 4,00 euro per dag en per ton; - van de 22° tot en met de 28° dag bedraagt de vergoeding 8,00 euro per dag en per ton; - van de 29° tot en met de 35° dag bedraagt de vergoeding 10,00 euro per dag en per ton; - vanaf de 36° dag en iedere dag erna bedraagt de vergoeding 20,00 euro per dag en per ton met een minimum van 2.000,00 euro per dag.

De duur van de stationering begint te lopen vanaf het ogenblik waarop het luchtvaartuig de grond raakt en eindigt op het ogenblik waarop het luchtvaartuig de grond verlaat. § 2. Elk gedeelte van een ton wordt als een volle ton beschouwd. Elk gedeelte van een dag wordt als een volle dag beschouwd.

Art. 6.De vergoedingen voor collectieve stalling van luchtvaartuigen worden als volgt berekend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 7.§ 1. De vergoeding voor het gebruik van de installaties en de diensten voor passagiers bedraagt 10 euro per vertrekkende passagier.

Deze vergoeding is vrij van BTW. § 2. Passagiers en leerling-piloten die deelnemen aan betaalde of niet-betaalde binnenlandse vluchten of trainingsvluchten betalen een vergoeding van 5,00 euro voor luchtvaartuigen tot en met 6 ton. Het aantal passagiers waarvoor die vergoeding wordt aangerekend staat vermeld op een daartoe bestemd verkeersformulier dat bij ministerieel besluit wordt vastgelegd. Hierbij worden alle leerling-piloten beschouwd als passagier.

Dit verkeersformulier wordt uiterlijk 24 uur na het opstijgen van het vliegtuig afgegeven aan de Algemeen directeur of zijn gemachtigde. De exploitant is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens op het formulier. De luchthavendirectie behoudt zich het recht voor om de gegevens van het verkeersformulier te verifiëren.

Als het verkeersformulier niet werd afgegeven binnen de voorgeschreven tijd, of onjuist of onvolledig is ingevuld, wordt de vergoeding aangerekend op basis van het aantal beschikbare passagiersplaatsen in het toestel.

Als uit controle blijkt dat het verkeersformulier niet of onjuist werd ingevuld moet de exploitant van het vliegtuig bovendien een vergoeding betalen van 125 euro voor administratiekosten.

Betalingen worden afgerekend volgens de registratiecode van het vliegtuig in kwestie, tenzij vooraf een schriftelijke overeenkomst met de luchthavendirectie werd afgesloten. § 3. De vergoeding wordt geheven door de exploitant van het luchtvaartuig. Het bedrag ervan wordt afzonderlijk vermeld op het vervoerbewijs. § 4. De vergoeding is niet verschuldigd voor : 1° kinderen die jonger zijn dan 2 jaar;2° rechtstreekse transitpassagiers die de transitzone niet verlaten;3° passagiers van luchtvaartuigen als bedoeld in artikel 13;4° bemanningsleden (cockpit, cabin crew) die de vlucht in kwestie uitvoeren;5° loodsen die per helikopter aan of van boord gebracht worden van een vaartuig, voor het verrichten van beloodsing voor de scheepvaart.

Art. 8.De vergoedingen voor het bevoorraden met brandstof aan boord van luchtvaartuigen bedragen : 1° per aan boord geladen liter brandstof : 0,00625 euro;2° per vast of verplaatsbaar bevoorradingstoestel : 625,00 euro per jaar.

Art. 9.De vergoedingen voor het privé-gebruik van onroerende goederen of van gedeelten van onroerende goederen worden vastgesteld bij de akte van de concessie, ze worden berekend volgens de handelswaarde van de plaatsen.

Art. 10.Onverminderd de bepalingen van artikel 9, wordt de vergoeding voor het verlenen van luchthavenbijstand aan derden en zelfafhandeling vastgesteld bij de akte van concessie.

Art. 11.De vergoedingen voor de prestaties van arbeidskrachten, voor het gebruik van materiaal of installaties, of voor het leveren van goederen worden geregeld in het contract met de luchthavendirectie.

Art. 12.Voor het toevallig of tijdelijk stapelen van vracht in ruimten die toebehoren aan het Vlaamse Gewest, rekent de luchthavendirectie een vergoeding aan op basis van het gewicht of de gebruikte oppervlakte. HOOFDSTUK II. - Vrijstellingen en verminderingen

Art. 13.De volgende luchtvaartuigen zijn vrijgesteld van de vergoedingen voor het gebruik van het luchtvaartterrein, vastgesteld in artikelen 2, 5 en 7 : 1° luchtvaartuigen die gebruikt worden voor het exclusieve vervoer van staatshoofden of regeringsleden in functie, met hun gevolg;2° luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren waarvan het humanitaire, het historische of het promotionele karakter voor het luchtvaartterrein door de minister erkend wordt;3° luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren op verzoek van de Vlaamse regering;4° luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren op verzoek van het directoraat-generaal van de Luchtvaart of Belgocontrol voor de controle van de installaties;5° luchtvaartuigen die, nadat ze van de luchthaven zijn opgestegen wegens slechte weersomstandigheden, motorstoring of andere onverwachte oorzaken terugkeren zonder dat ze een ander luchtvaartterrein hebben aangedaan;6° luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren met aan boord personeelsleden die op de luchthaven werken en die in verband met hun werk bepaalde installaties willen nazien of controleren.

Art. 14.§ 1. De Algemeen directeur is gemachtigd om reducties toe te kennen. Hij bepaalt autonoom de hoogte van deze reducties. § 2 Op de landings- en opstijgingsvergoeding vanaf 22.00 uur tot en met 06.59 uur lokale tijd wordt geen reductie toegekend. HOOFDSTUK III. - Betalingsvoorwaarden

Art. 15.§ 1. Onder voorbehoud van de toepassing van de onderstaande bepalingen worden de vergoedingen betaald aan de luchthavendirectie.

De betaling gebeurt in euro, contant of met een elektronisch betaalmiddel. § 2. De vergoedingen, bepaald in hoofdstuk I, die via een abonnement geregeld worden, worden vooraf aan de luchthavendirectie betaald. § 3. De luchthavendirectie kan aanvaarden dat de vergoedingen, vastgesteld in hoofdstuk I, die niet via een abonnement geregeld worden, op aanvraag van de gebruiker en na voorafgaand schriftelijk akkoord van de luchthavendirectie betaald worden binnen dertig dagen na factuurdatum. De luchthavendirectie stelt de bedragen van de eventuele waarborgen vast.

De luchthavendirectie past op gefactureerde bedragen die niet betaald zijn binnen de termijn die hierboven bepaald is, de wettelijke verwijlintresten toe. Elk gedeelte van een maand wordt als een volle maand beschouwd. § 4. Voor de inning van de vergoedingen die verschuldigd zijn op grond van artikelen 2 en 7, overhandigt de exploitant van het luchtvaartuig of zijn vertegenwoordiger aan de luchthavendirectie een verklaring met het aantal passagiers die in de loop van de dag werden ingescheept.

Die overhandiging vindt uiterlijk plaats om 10.00 uur, de daaropvolgende kalenderdag.

Indien het document niet binnen de voorgeschreven termijn is overhandigd, wordt de vergoeding vastgesteld volgens het totale aantal beschikbare zitplaatsen aan boord. § 5. Voor cargovluchten overhandigt de exploitant of zijn vertegenwoordiger een cargomanifest, uiterlijk 30 minuten voor de geplande vertrektijd van de vlucht. Als dat document niet binnen de voorgeschreven tijd overhandigd is, wordt de toestemming tot vertrek geweigerd tot de nodige documenten werden afgegeven. § 6. De vergoedingen die verschuldigd zijn voor akten van concessie of voor contracten, bepaald in hoofdstuk I en II, zijn betaalbaar volgens de voorwaarden, bepaald in de akte van concessie of in het contract. § 7. In de vermelde vergoedingen is de BTW niet inbegrepen.

Art. 16.De luchthavendirectie kan elk luchtvaartuig waarvoor de vergoedingen niet binnen de voorgeschreven termijn vereffend worden, verbieden te starten.

Elke gezagvoerder van een luchtvaartuig die dat verbod overtreedt, alsook iedereen die zijn medewerking tot het plegen van een overtreding op dit verbod verleent, kan gestraft worden met de straffen, bepaald in artikel 32 van de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 17.De abonnementen, akten van concessie en specifieke overeenkomsten die voor de inwerkingtreding van dit besluit afgegeven zijn, blijven geldig tot hun einddatum.

Art. 18.Het ministerieel besluit van 19 februari 2003 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen voor de luchthaven Oostende, wordt opgeheven.

Art. 19.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.

Brussel, 17 december 2003.

G. BOSSUYT

^