16 NOVEMBER 2005. - Ministerieel besluit waarbij de landbouwers ertoe gemachtigd worden om het reinigingswater voor melkgereedschappen dat chloorhoudende producten bevat te storten in de mestkuip

De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Gelet op verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen;

Gelet op verordening (EG) nr. 2603/1999 van de Commissie van 9 december 1999 tot vaststelling van overgangsbepalingen inzake de in Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad voorziene steun voor plattelandsontwikkeling;

Gelet op verordening (EG) nr. 445/2002 van de Commissie van 26 februari 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL);

Gelet op de wet van 15 februari 1961 houdende oprichting van een Landbouwinvesteringsfonds, gewijzigd bij de wetten van 29 juni 1971, 15 maart 1976, 3 augustus 1981 en 15 februari 1990;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 1997 betreffende de steun aan de landbouw, laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 24 juli 2003;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 maart 2005 betreffende Boek II van het van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op artikelen R188 tot R232 en R459, R460;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 6 oktober 2005 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2004 houdende regeling van de werking van de Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 16 september 2004 en 15 april 2005;

Gelet op het ministerieel besluit van 1 april 2004 betreffende het in overeenstemming brengen van de opslaginfrastructuren voor dierlijke mest, inzonderheid op artikel 5;

Overwegende dat het storten van chloorhoudend witwater in de metskuip, in gewone gebruiksomstandigheden, geen significant risico met zich meebrengt zowel voor het leefmilieu als voor de dierlijke of menselijke gezondheid;

Overwegende dat het storten van chloorhoudend witwater toegestaan of zelfs aangemoedigd ofwel gesubsidieerd wordt in aangrenzende landen;

Overwegende het belang van het beheer van witwater in het kader van het in overeenstemming brengen van de opslaginfrastructuren voor dierlijke mest met het oog op een betere bescherming van het leefmilieu;

Overwegende dat de onzekerheid betreffende de financiering van de opslaginfrastructuren zo spoedig mogelijk moet worden opgeheven in geval van mede-opslag van witwater om de landbouwers in staat te stellen de bij het Waterwetboek opgelegde termijnen voor aanpassing aan de normen na te leven;

Overwegende het dringend karakter van genoemde aanpassingen zoals bepaald in het Waterwetboek;

Overwegende dus dat het strikte verbod om chloorhoudende producten te storten in de mestkuip niet verantwoord is en dat het storten van chloorhoudend witwater in de mestkuip moet worden toegestaan, met inachtneming van de door de fabrikanten van chloorhoudende reinigingsproducten aanbevolen hoeveelheden, Besluit :

Artikel 1.De laatste zin van artikel 5, 2°, van het ministerieel besluit van 1 april 2004 betreffende het in overeenstemming brengen van de opslaginfrastructuren voor dierlijke mest wordt opgeheven en vervangen als volgt : « In het bijzonder wordt het storten van witwater dat chloorhoudende reinigingsproducten bevat in de mestkuip toegestaan voor zover de door de fabrikanten van dergelijke reinigingsproducten aanbevolen hoeveelheden strikt worden nageleefd ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag van de ondertekening ervan.

Namen, 16 november 2005.

B. LUTGEN