gepubliceerd op 05 juni 2014
Ministerieel besluit tot aanpassing van de jaarbedragen bedoeld in artikel 107, §§ 2 en 3 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen
16 MEI 2014. - Ministerieel besluit tot aanpassing van de jaarbedragen bedoeld in artikel 107, §§ 2 en 3 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen
De minister van Zelfstandigen en de Minister van Pensioenen, Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, artikel 30bis, laatst gewijzigd bij de
wet van 20 juli 2005Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
20/07/2005
pub.
29/07/2005
numac
2005021101
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Wet houdende diverse bepalingen
type
wet
prom.
20/07/2005
pub.
28/07/2005
numac
2005021099
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Wet houdende diverse bepalingen
type
wet
prom.
20/07/2005
pub.
11/08/2005
numac
2005014121
bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
Wet tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer
sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 april 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 5 mei 2014, Besluiten :
Artikel 1.In toepassing van artikel 107, § 5, van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, worden de in artikel 107, §§ 2 en 3 van het voormeld koninklijk besluit van 22 december 1967 bedoelde jaarbedragen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juni 2013, met ingang van 1 januari 2014, aangepast als volgt : 1° de bedragen van 21.865,23 euro en 17.492,17 euro, bedoeld in paragraaf 2, A, worden respectievelijk gebracht op 22.293,00 euro en 17.835,00 euro; 2° de bedragen van 7.570,00 euro en 6.056,01 euro, bedoeld in paragraaf 2, C, worden respectievelijk gebracht op 7.718,00 euro en 6.175,00 euro; 3° de bedragen van 17.625,60 euro en 14.100,48 euro bedoeld in paragraaf 2, D en E, worden respectievelijk gebracht op 17.971,00 euro en 14.377,00 euro; 4° de bedragen van 17.492,17 euro, 6.056,01 euro, 14.100,48 euro, 3.785,02 euro, 3.028,00 euro, 4.731,27 euro, 3.785,01 euro, 4.406,40 euro en 3.525,12 euro, bedoeld in paragraaf 3, A en B, worden respectievelijk gebracht op 17.835,00 euro, 6.175,00 euro, 14.377,00 euro, 3.859,00 euro, 3.087,00 euro, 4.824,00 euro, 3.859,00 euro, 4.493,00 euro en 3.594,00 euro.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Brussel, 16 mei 2014.
De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Pensioenen, A. DE CROO