Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 16 mei 2003
gepubliceerd op 01 augustus 2003

Ministerieel besluit tot toekenning van een vaste vergoeding aan bepaalde personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid die zijn gedetacheerd bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022704
pub.
01/08/2003
prom.
16/05/2003
ELI
eli/besluit/2003/05/16/2003022704/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 MEI 2003. - Ministerieel besluit tot toekenning van een vaste vergoeding aan bepaalde personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid die zijn gedetacheerd bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie


De Minister van Sociale Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, meer bepaald op de artikels 1, 2 en 7;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 13 maart 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 24 december 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 19 april 2002;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 20 maart 2003 comité XII - Sociale Zaken;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat bepaalde personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid representatiefuncties uitoefenen bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie;

Overwegende dat de gedetacheerde personeelsleden diverse bijkomende kosten hebben die verband houden met hun representatiefunctie; dat ze, daar het om herhaalde kosten gaat, een vaste vergoeding moeten krijgen;

Overwegende dat sommige personeelsleden reeds deze bijkomende kosten hebben en dat deze, bij gevolg, hiervoor zo snel mogelijk moeten worden vergoed, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, die met het akkoord van de bevoegde minister van het voormelde Departement en de minister van Buitenlandse Zaken, zijn gedetacheerd bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie.

Art. 2.Aan de personeelsleden bepaald in artikel 1 wordt een vaste maandelijkse vergoeding toegekend van 706,50 EUR waarvan 412,05 EUR als basisvergoeding en 294,45 EUR als voorschot op de actieve representatiekosten.

Art. 3.De vaste vergoeding wordt maandelijks na afloop van de termijn bepaald.

Bij onderbreking van de uitoefening van de functie waarmee de vaste vergoeding verband houdt, wordt de betaling van die vergoeding opgeheven, voor zover de lasten niet langer worden gedragen.

In geval van gedeeltelijke prestaties wordt de vaste vergoeding evenredig verminderd.

Op het einde van elk kwartaal, moeten de gedetacheerde personeelsleden, overeenkomstig de voorschriften van de bevoegde minister, het gebruik van de voorschotten op de kosten voor actieve representatie verantwoorden. Indien het verantwoorde bedrag lager ligt dan het totaal bedrag van de voorschotten, wordt het verschil tussen het bedrag van de vergoeding en het verantwoord bedrag teruggevorderd door inhouding of terugstorting.

Art. 4.De in artikel 2 bepaalde vaste vergoeding is gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld door de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van het stelsel tot koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Hiertoe wordt ze gekoppeld aan het indexcijfer 138,01.

Art. 5.Voor de periode van 1 maart 2001 tot 31 december 2001, zijn de respectieve bedragen van « 28 500 BEF », « 16 622 BEF » en « 11.878 BEF » van toepassing in plaats van de respectieve bedragen van « 706,50 EUR », « 412,05 EUR » en « 294,45 EUR » die in artikel 2 van dit besluit zijn vermeld.

De bedragen in euro vermeld in artikel 2 van dit besluit zijn van toepassing vanaf 1 januari 2002.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2001.

Brussel, 16 mei 2003.

F. VANDENBROUCKE

^