gepubliceerd op 28 december 2010
Ministerieel besluit betreffende de procedure, de vorm en de inhoud van de vergunning voor het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen
16 DECEMBER 2010. - Ministerieel besluit betreffende de procedure, de vorm en de inhoud van de vergunning voor het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen
De Eerste Minister en de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Gelet op artikel 1 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968 gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985, 5 augustus 2003 en 20 juli 2005;
Gelet op de artikelen 5, § 1, lid 4, 6, § 6, en 8, § 5, van het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen;
Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 9 juni 2010 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluiten : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen Afdeling 1. - Inleidende bepaling.
Artikel 1.Dit besluit regelt de aanvullende modaliteiten betreffende de procedure voor de vergunning om uitzonderlijke voertuigen in het verkeer te brengen en voor de betaling van de retributie. Afdeling 2. - Definities.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Het koninklijk besluit : Het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen;2° Het Technisch Reglement : Het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;3° De Dienst Uitzonderlijk Vervoer : De dienst van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer verantwoordelijk voor de behandeling van de vergunningsaanvragen om uitzonderlijke voertuigen in het verkeer te brengen;4° De gemachtigde ambtenaar : De door de voor het Wegverkeer bevoegde Minister gemachtigde ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;5° De aanvraag : De vergunningsaanvraag om een uitzonderlijk voertuig in het verkeer te brengen. De niet gedefinieerde begrippen in dit besluit moeten overeenkomstig hun definities in het koninklijk besluit worden begrepen. HOOFDSTUK 2. - De aanvraag Afdeling 1. - Wijze van indiening en inhoud van de aanvraag.
Art. 3.§ 1. De aanvraag wordt ingediend en beheerd door elektronische overdracht van de gegevens op de internetsite van de Dienst Uitzonderlijk Vervoer, overeenkomstig de richtlijnen van de gemachtigde ambtenaar, of wordt per aangetekende post aan de Dienst Uitzonderlijk Vervoer gericht.
De aanvraag op de internetsite van de Dienst Uitzonderlijk Vervoer kan enkel worden ingediend en beheerd door de persoon van wie identiteit en hoedanigheid van gebruiker van de informaticatoepassing kan worden gewaarmerkt.
In het geval van een aanvraag per aangetekende post, vult de aanvrager het aanvraagformulier en de bijlagen in, waarvan de voorlegging overeenkomstig de richtlijnen van de gemachtigde ambtenaar wordt gevraagd.
Het aanvraagformulier wordt door de aanvrager gedagtekend en ondertekend.
De documenten die noodzakelijk zijn voor een aanvraag per aangetekende post zijn beschikbaar bij de gemachtigde ambtenaar en op de internetsite van de Dienst Uitzonderlijk Vervoer.
Voor een aanvraag per aangetekende post, worden de in artikel 6, § 3, van het koninklijk besluit voorziene verzendingen en de in artikel 6, § 5, van hetzelfde besluit bedoelde notificaties verricht per aangetekende post. § 2. De aanvraag wordt geannuleerd indien de ontbrekende elementen, gevraagd volgens artikel 6, § 3, van het koninklijk besluit, niet bij de Dienst Uitzonderlijk Vervoer zijn toegekomen binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de datum dat de aanvrager deze vraag voor bijkomende informatie heeft ontvangen.
In dit geval wordt de aanvraag door de aanvrager geacht te zijn geannuleerd voor de toepassing van artikel 8, § 3, van het koninklijk besluit.
Art. 4.§ 1. Naast het voertuig waarvoor de vergunning wordt aangevraagd, kan de aanvrager aanduiden : a) tot twee vervangende voertuigen voor een enkelvoudig uitzonderlijk voertuig;b) tot twee vervangende trekkende voertuigen en tot twee vervangende getrokken voertuigen voor een uitzonderlijke voertuigensleep. § 2. Voor een uitzonderlijke voertuigensleep waarvan de massa's voldoen aan het Technisch Reglement, duidt de gebruiker enkel het trekkende voertuig aan. De keuze van het getrokken voertuig is vrij. § 3. De conform de paragrafen 1 en 2 aangeduide voertuigen worden in de aanvraag door middel van hun chassisnummers geïdentificeerd. § 4. De karakteristieken van de vervangende voertuigen stemmen overeen met de technische karakteristieken opgenomen in de vergunning. Afdeling 2. - De reisweg
Art. 5.Indien de aanvrager overeenkomstig de richtlijnen van de gemachtigde ambtenaar een gedetailleerde reisweg voorstelt, wordt die op voorhand verkend en is hij, behoudens gemotiveerde redenen, zo kort mogelijk naargelang de afmetingen van het uitzonderlijk voertuig. Afdeling 3. - Technische karakteristieken van het uitzonderlijk
voertuig.
Art. 6.Wanneer de massa's van het uitzonderlijk voertuig niet voldoen aan het Technisch Reglement, worden de technische karakteristieken van het uitzonderlijk voertuig door de aanvrager verstrekt overeenkomstig de richtlijnen van de gemachtigde ambtenaar. HOOFDSTUK 3. - Berekening van de termijnen
Art. 7.§ 1. Voor de berekening van de in artikel 6 van het koninklijk besluit voorziene termijnen wordt rekening gehouden : a) wanneer de vergunningsaanvraag wordt ingediend door elektronische overdracht van de gegevens, met de datum van ontvangst, verzending of notificatie voortgebracht door het informaticasysteem van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.b) wanneer de vergunningsaanvraag wordt ingediend per aangetekende post, i.voor de datum van ontvangst van de aanvraag en van de ontbrekende elementen verkregen na een bijkomende informatie overeenkomstig artikel 6, § 3, van het koninklijk besluit, met de datum van registratie van de aangetekende zendingen in het informaticasysteem van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer; ii. voor de datum van verzending van een aanvraag voor bijkomende informatie of van notificatie van een vergunning, met de datum van verzending van de aangetekende post. § 2. Elke vergunningsaanvraag of ontbrekend element verkregen ingevolge een bijkomende informatie die na 12.00 uur of niet op een werkdag aankomen bij de Dienst Uitzonderlijk Vervoer, wordt geacht te zijn ontvangen op de eerstvolgende werkdag. HOOFDSTUK 4. - Vorm van de vergunning
Art. 8.Wanneer de aanvraag wordt ingediend door elektronische overdracht van de gegevens, wordt de vergunning of de weigering via het informaticasysteem in afdrukbare vorm genotificeerd.
De vergunning en haar bijlagen worden afgedrukt op wit papier van A4-formaat in gewone zwarte druk.
Art. 9.De vermeldingen en de waarmerkingsmiddelen die op de vergunning en haar bijlagen voorkomen, moeten duidelijk leesbaar zijn.
Art. 10.§ 1. De vergunning bevat de volgende vermeldingen : a) de aanduiding van de overheid bevoegd voor de aflevering van de vergunning en haar logo;b) het vergunningsnummer;c) de vervaldatum van de vergunning;d) de personalia van de gebruiker van het uitzonderlijk voertuig;e) de totale afmetingen en de totale massa van het uitzonderlijk voertuig;f) het aantal aslijnen van de voertuigen;g) de chassisnummers van de in de vergunning bedoelde voertuigen;h) de aanduiding van het type reisweg;i) de aard van de lading;j) in voorkomend geval, aanvullende voorschriften;k) de datum van de vergunning en de handtekening van de gemachtigde ambtenaar. § 2. De technische karakteristieken van het uitzonderlijk voertuig en de gedetailleerde reisweg, wanneer ze worden afgegeven samen met de vergunning, en elk door de vergunning voorgeschreven bij te voegen document, maken wezenlijk deel uit van de vergunning. HOOFDSTUK 5. - Betaling
Art. 11.De retributie bepaald in toepassing van artikel 8 van het koninklijk besluit wordt betaald aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de datum van de uitnodiging tot betaling volgens de instructies die hierin zijn opgenomen. HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.
Brussel, 16 december 2010.
De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE