Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 15 oktober 1998
gepubliceerd op 17 oktober 1998

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1997 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998016294
pub.
17/10/1998
prom.
15/10/1998
ELI
eli/besluit/1998/10/15/1998016294/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 OKTOBER 1998. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 december 1997 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee


De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning ertoe gemachtigd wordt maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971 en 18 juli 1973;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983 en 29 december 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1994, 4 mei 1995, 4 augustus 1996, 2 december 1996 en 13 september 1998, inzonderheid artikel 18;

Gelet op het ministerieel besluit van 23 december 1997 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 5 februari 1998, 26 maart 1998, 25 juni 1998, 28 juli 1998, 27 augustus 1998 en 18 september 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat voor het jaar 1998 vangstbeperkingen moeten vastgesteld worden teneinde de aanvoer te spreiden, is het bijgevolg nodig zonder verwijl behoudsmaatregelen te treffen teneinde de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;

Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van kabeljauw kan bewerkstelligd worden door het instellen van maximale vangsten per dag of per uur aanwezigheid in bepaalde i.c.e.s.-gebieden, Besluit :

Artikel 1.In artikel 16 van het ministerieel besluit van 23 december 1997 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 25 juni 1998 en 28 juli 1998 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de leden 5 en 6 van § 1 worden vervangen door het volgende lid : « In afwijking van lid 4 is het verboden dat de kabeljauwaanvoer van een vissersvaartuig met een motorvermogen van 300 pk of minder 4 000 kg per week bedraagt en dit vanaf maandag 19 oktober 1998 tot en met 31 december 1998.Een week begint op maandag 00.00 uur en eindigt op zondag 24.00 uur. Voor vissersvaartuigen die een zeereis verwezenlijken van meer dan 10 vaartdagen blijft de beperking per vaartdag van toepassing. »; 2° A) in § 3 worden de woorden « 31 december 1998 » vervangen door de woorden « 18 oktober 1998 »; B) de § 3 wordt aangevuld met het volgende lid : « Onverminderd de bepalingen van § 1 en in afwijking van het bepaalde in § 2 is het in de periode van 19 oktober 1998 tot en met 31 december 1998 enkel voor de vissersvaartuigen met een tonnage van maximum 70 BT toegelaten de spanvisserij op kabeljauw te beoefenen. »; 3° een § 4 wordt ingevoegd, luidend als volgt : « § 4.Het totale kabeljauwquotum in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) voorbehouden aan de vissersvaartuigen met een motorvermogen van 300 pk of minder bedraagt 900 ton voor de periode van 15 oktober 1998 tot en met 31 december 1998.

Bij uitputting van dit quotum is het aan die vissersvaartuigen tot en met 31 december 1998 verboden nog kabeljauw aan te voeren uit de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium). »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998, om 24 uur.

Brussel, 15 oktober 1998.

Voor de Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, afwezig : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY

^