gepubliceerd op 19 januari 2021
Ministerieel besluit tot vaststelling van de periode van opschorting van de uitvoering van bepaalde uitgaansmodaliteiten van gedetineerden ter uitvoering van artikel 62 van de wet van 20 december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van COVID-19
15 JANUARI 2021. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de periode van opschorting van de uitvoering van bepaalde uitgaansmodaliteiten van gedetineerden ter uitvoering van artikel 62 van de wet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2020 pub. 24/12/2020 numac 2020016459 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 sluiten houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van COVID-19
De Minister van Justitie, Gelet op de
wet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
20/12/2020
pub.
24/12/2020
numac
2020016459
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19
sluiten houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van COVID-19, de artikelen 62 en 69;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 december 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 23/12/2020 pub. 24/12/2020 numac 2020016393 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit tot vaststelling van de periode van opschorting van de uitvoering van bepaalde uitgaansmodaliteiten van gedetineerden ter uitvoering van artikel 62 van de wet van xx december 2020 houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van COVID-19 sluiten tot vaststelling van de periode van opschorting van de uitvoering van bepaalde uitgaansmodaliteiten van gedetineerden ter uitvoering van artikel 62 van de wet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2020 pub. 24/12/2020 numac 2020016459 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 sluiten houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van COVID-19;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1, eerste lid;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die niet toelaat te wachten op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State binnen een verkorte termijn van vijf dagen, gemotiveerd door het feit dat dit ministerieel besluit gepubliceerd dient te worden voordat de geldigheidstermijn van het voorgaande ministerieel besluit ter uitvoering van artikel 62 van de wet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2020 pub. 24/12/2020 numac 2020016459 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 sluiten houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van COVID-19, afloopt, dit wil zeggen voor of uiterlijk op 19 januari 2021. Enkel op deze wijze wordt tijdig de vereiste rechtszekerheid gecreëerd over de periode waarbinnen artikel 62 van deze wet daadwerkelijk toepassing blijft vinden en waarbinnen, bijgevolg, de uitvoering van de daarin bepaalde uitgaansmodaliteiten effectief wordt opgeschort;
Overwegende dat, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 81 van de wet, deze schorsingsmaatregel op grond van artikel 69 van de wet in ieder geval een einde neemt op 31 maart 2021;
Overwegende dat de omstandigheden waarin eerst werd beslist om deze schorsingsmaatregel te activeren in essentie ongewijzigd zijn gebleven; dat de risico's op het binnenbrengen van besmettingen vanuit de vrije samenleving door het voortdurend verlaten en betreden van de gevangenis dan ook fundamenteel dezelfde zijn gebleven; dat het op basis van de beschikbare informatie en de voor de vrije samenleving genomen maatregelen gerechtvaardigd is ervan uit te gaan dat die risico's ook niet fundamenteel zullen verminderen voordat de gedetineerde populatie in zijn totaliteit gevaccineerd is; dat nu reeds geweten is dat die vaccinatie van gedetineerden niet zal gerealiseerd kunnen worden voor eind maart 2021; dat de schorsingsmaatregel dan ook verlengd dient te worden tot 31 maart 2021;
Overwegende dat de activering van deze schorsingsmaatregel geen afbreuk doet aan de in artikel 62 van de wet voorziene mogelijkheid voor de directeur om uitzonderingen op die schorsing toe te staan wanneer dringende en humanitaire omstandigheden dit rechtvaardigen of wanneer deze opschorting de reclassering ernstig in het gedrang zou brengen.
Besluit :
Artikel 1.De periode waarin de uitvoering van de beslissingen tot toekenning van uitgaansvergunningen en penitentiaire verloven aan een veroordeelde op basis van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten betreffende de externe rechtpositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, met inbegrip van deze gestoeld op artikel 59 van dezelfde wet, en van de beslissingen tot toekenning van uitgaansvergunningen en verloven aan een geïnterneerde op basis van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering, voor zover deze uitgaansmodaliteiten worden uitgevoerd vanuit een inrichting bedoeld in artikel 3, 4°, a) of b), van dezelfde wet, wordt opgeschort, wordt vastgesteld van 20 januari tot en met 31 maart 2021.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 20 januari 2021.
Brussel, 15 januari 2021.
De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE