15 FEBRUARI 2024. - Besluit van de Regering tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen

REGERING VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP, Gelet op het decreet van 13 december 2016 houdende maatregelen inzake zelfbeschikkend leven, artikel 14, § 1, tweede lid, gewijzigd bij het decreet van 13 november 2023;

Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen;

Gelet op het voorstel van de raad van bestuur van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, gedaan op 22 september 2023;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 16 november 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 17 november 2023;

Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van dertig dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 18 januari 2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.395/3;

Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 19 januari 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Hoofdstuk 4 van het ministerieel besluit van 23 maart 1970 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Rijksfonds voor sociale reclassering van de minder-validen een tegemoetkoming verleent in het loon en de sociale lasten, die door de beschermde werkplaatsen worden gedragen, wordt aangevuld met een artikel 18bis, luidende: "Art. 18bis - In afwijking van artikel 10, 3°, wordt het aantal monitors van 1 oktober 2023 tot 31 december 2024 vastgezet op het aantal dat in aanmerking werd genomen voor subsidiëring in het eerste kwartaal van 2019.

Artikel 10bis, § 1, wordt opgeschort van 1 oktober 2023 tot 31 december 2024 voor de subsidiëring van de monitors vermeld in artikel 10, 3°."

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2023.

Art. 3.De minister bevoegd voor Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 15 februari 2024.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS