Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 15 april 2013
gepubliceerd op 06 mei 2013

Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Federale Adviesraad voor ouderen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2013202686
pub.
06/05/2013
prom.
15/04/2013
ELI
eli/besluit/2013/04/15/2013202686/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 APRIL 2013. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Federale Adviesraad voor ouderen


De Minister van Pensioenen, De Minister van Sociale Zaken, Gelet op de wet van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/03/2007 pub. 27/03/2007 numac 2007022394 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen sluiten tot oprichting van een Federale Adviesraad voor ouderen, artikel 8;

Besluiten :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement van de Federale Adviesraad voor ouderen, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 14 januari 2013.

Gegeven te Brussel, op 15 april 2013.

De Minister van Pensioenen, A. DE CROO De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX

BIJLAGE Huishoudelijk reglement van de Federale Adviesraad voor Ouderen I. DE FEDERALE ADVIESRAAD VOOR OUDEREN Artikel 1 De Federale Adviesraad voor ouderen, hierna de Raad genoemd, wordt minstens drie keer per jaar bijeengeroepen.

Hij wordt daarenboven bijeengeroepen telkens als zijn Voorzitter het nuttig acht of op verzoek van : - 1° ten minste 10 van zijn effectieve leden; - 2° een lid van de Regering vermeld onder art. 2, 7° tot 12° van het KB van 4 juni 2012 of een van de Wetgevende Kamers.

De in het vorig lid bedoelde aanvragen voor bijeenroeping van de Raad moeten schriftelijk worden gericht aan de Voorzitter, met daarin de punten waarvan de agendering wordt gevraagd.

Artikel 2.

De Voorzitter bepaalt, in overleg met het Bureau, de data voor de vergaderingen van de Raad.

Wanneer de bijeenroeping wordt gevraagd overeenkomstig artikel 1, tweede lid, moet de vergadering van de Raad plaatshebben binnen de 3 weken volgend op de aanvraag, behalve wanneer de aanvrager(s) instemt/instemmen met een latere datum.

Artikel 3.

De Voorzitter bepaalt, in overleg met het Bureau, de agenda van de vergaderingen van de Raad.

Een punt kan worden ingeschreven op de agenda van de Raad op schriftelijk verzoek van een lid, gericht aan de Voorzitter.

Artikel 4.

De bijeenroeping voor de vergaderingen wordt ondertekend door de Voorzitter.

In de bijeenroeping worden de datum, de plaats en het uur van de vergadering evenals de punten op de agenda vermeld.

De bijeenroeping, vergezeld van de documenten van de vergadering, wordt naar de effectieve leden en ter informatieve titel naar de plaatsvervangende leden verzonden ten minste 10 dagen voor de datum van de vergadering van de Raad. Deze termijn kan evenwel worden ingekort om dringende redenen, vermeld in de bijeenroeping.

Artikel 5.

De Raad kan slechts geldig beraadslagen indien ten minste de helft van de effectieve en plaatsvervangende leden aanwezig zijn.

Indien de Raad niet geldig kan beraadslagen in de zin van het vorig lid, wordt dit vermeld in de bijeenroeping voor de volgende vergadering, welke wordt beschouwd als een tweede bijeenroeping zoals vermeld in artikel 6, tweede lid.

Onder plaatsvervangend lid moet worden verstaan het lid bedoeld in artikel 4, § 2 van de wet van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/03/2007 pub. 27/03/2007 numac 2007022394 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen sluiten dat de vergadering bijwoont ter vervanging van het effectief lid dat verhinderd is.

Artikel 6.

Indien de helft van de effectieve of plaatsvervangende leden niet aanwezig zijn, kan de Voorzitter een nieuwe vergadering van de Raad bijeenroepen. De Voorzitter moet daartoe rekening houden met de in artikel 2 voorziene termijn.

Na deze tweede bijeenroeping beraadslaagt de Raad op een geldige manier, ongeacht het aantal aanwezige effectieve of plaatsvervangende leden.

Artikel 7.

Enkel de punten op de agenda worden besproken.

De Raad kan evenwel bij meerderheid van de aanwezige effectieve of plaatsvervangende leden beslissen dringende punten toe te voegen aan de agenda.

Artikel 8.

De effectieve en plaatsvervangende leden die op de vergadering aanwezig zijn, moeten een aanwezigheidslijst ondertekenen.

Artikel 9.

Met het oog op de verkiezing van een voorzitter zal een oproep tot kandidaatstelling worden opgestart. Een voorzitter wordt verkozen door de effectieve en de plaatsvervangende leden van de Raad onder de kandidaturen die schriftelijk en voorafgaand aan de voorzittersverkiezing werden ontvangen bij het secretariaat.

Een voorzitter is verkozen wanneer hij de helft plus één van de stemmen haalt. Zijn mandaat geldt voor twee jaar. Indien er tijdens de oproep tot kandidaatstelling meer dan twee kandidaten zijn, zal er een tweede stemronde plaatsvinden. Enkel de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben gehaald tijdens de eerste stemronde mogen deelnemen aan deze tweede stemronde.

Artikel 10.

De Voorzitter leidt de debatten.

De zittingen worden geopend, geschorst en gesloten door de Voorzitter.

Artikel 11.

Wanneer de Voorzitter verhinderd is, wordt het voorzitterschap van de Raad waargenomen door de Ondervoorzitter. De Ondervoorzitter oefent dan de bij dit reglement aan de Voorzitter toegewezen bevoegdheden uit.

De verkiezing van een ondervoorzitter verloopt op dezelfde wijze als de voorzittersverkiezing. Het mandaat bedraagt eveneens twee jaar.

Artikel 12.

Indien de Voorzitter en de Ondervoorzitter verhinderd zijn, wordt het voorzitterschap van de Raad waargenomen door het oudste lid van het Bureau, die dan de bij dit reglement aan de Voorzitter toegewezen bevoegdheden uitoefent.

Artikel 13.

De Raad beslist met meerderheid van stemmen.

Bij een gelijk aantal stemmen zal de stem van de Voorzitter doorslaggevend zijn.

Artikel 14.

Ieder effectief lid is stemgerechtigd voor de Raad. Bij afwezigheid van het effectief lid in de Raad oefent zijn plaatsvervanger dit stemrecht uit.

Artikel 15.

De leden van de Raad stemmen met handopsteken. De stemming is geheim wanneer de Raad dit beslist. De stemming is altijd geheim wanneer het gaat om persoonsgebonden kwesties.

Artikel 16.

Wanneer de Raad een advies verstrekt op verzoek van een lid van de Federale Regering of van een Wetgevende Kamer, worden op vraag van de betrokken leden de standpunten van de minderheid eveneens medegedeeld.

Artikel 17.

Wanneer het ontwerp van de notulen van een vergadering van de Raad ter goedkeuring wordt voorgelegd, heeft ieder lid van de Raad recht op een rechtzetting van zijn eigen woorden tijdens de betrokken vergadering, waarvan hij vindt dat ze slecht zijn uitgedrukt in het ontwerp van notulen.

Artikel 18.

Het jaarverslag opgemaakt door de Raad bij toepassing van artikel 3, § 5 van de wet van 8 maart 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/03/2007 pub. 27/03/2007 numac 2007022394 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen sluiten tot oprichting van een Federale Adviesraad voor Ouderen wordt bezorgd aan de Federale Regering en aan de Wetgevende Kamers uiterlijk op 31 mei van het jaar volgend op het jaar waarop het verslag betrekking heeft.

II. HET BUREAU Artikel 19.

Het Bureau komt ten minste drie keer per jaar bijeen.

Artikel 20.

De bijeenroeping van het Bureau, de vastlegging van zijn agenda, de ondertekening van de aanwezigheidslijst van het Bureau en de goedkeuring van de notulen van het Bureau gebeuren volgens de regels waarin dit reglement voorziet voor de Raad.

Wanneer de Voorzitter verhinderd is, wordt het voorzitterschap van het Bureau waargenomen door de Ondervoorzitter. De Ondervoorzitter oefent dan de bij dit reglement aan de Voorzitter toegewezen bevoegdheden uit.

Indien de Voorzitter en de Ondervoorzitter verhinderd zijn, wordt het voorzitterschap van het Bureau waargenomen door het oudste lid van het Bureau, die dan de bij dit reglement aan de Voorzitter toegewezen bevoegdheden uitoefent.

Artikel 21.

Het Bureau kan slechts geldig beraadslagen indien ten minste de helft van de leden vermeld onder artikel 3, 1° tot 3° van het KB van 4 juni 2012 aanwezig zijn.

Artikel 22.

Het Bureau kan deskundigen uitnodigen om de vergaderingen van de commissies bij te wonen en bezorgt hen de nodige documenten voor de werkzaamheden van de betrokken commissie. Het betreft experten die worden uitgenodigd door het Bureau op vraag van een commissie.

Deze deskundigen kunnen worden uitgenodigd om de vergaderingen van de Raad die betrekking hebben op materies die verband houden met de commissie waaraan ze hebben deelgenomen, als waarnemers bij te wonen.

III. DE TIJDELIJKE EN PERMANENTE COMMISSIES Artikel 23.

Op voorstel van het Bureau kan de Raad beslissen om bijkomende permanente of tijdelijke commissies op te richten.

Artikel 24.

Iedere commissie is samengesteld uit leden, die door Raad onder zijn leden worden aangesteld.

Artikel 25.

De Voorzitter van iedere commissie brengt verslag uit aan het Bureau en aan de Raad over de werkzaamheden van deze commissie.

Artikel 26.

De leden van iedere commissie verkiezen onder hun effectieve leden een voorzitter en ondervoorzitter.

De verkiezing van een voorzitter en een ondervoorzitter door de leden van de commissies verloopt volgens de regels van de artikelen 9 en 11 in verband met de verkiezing van de Voorzitter en Ondervoorzitter van de Raad.

Artikel 27.

De commissies worden bijeengeroepen telkens wanneer de Voorzitter van de commissie het nuttig acht of op verzoek van : - 1° ten minste 10 leden van de Raad; - 2° het Bureau; - 3° ten minste 2 leden van de desbetreffende commissie;

De in het vorige lid bedoelde aanvragen voor bijeenroeping worden schriftelijk gericht aan de Voorzitter van de Raad en de Voorzitter van de betrokken commissie, met daarin de punten waarvan de agendering wordt gevraagd.

Artikel 28.

De Voorzitter van de commissie is belast met bijeenroeping van de commissie, de vastlegging van zijn agenda, de ondertekening van de aanwezigheidslijst volgens de regels waarin dit reglement voorziet voor de Raad.

De notulen van de commissie worden goedgekeurd volgens de regels vastgelegd in artikel 17.

IV. VERTEGENWOORDIGING VAN DE RAAD IN EXTERNE ORGANEN Artikel 29.

De leden van de Raad die worden aangesteld als vertegenwoordigers van de Raad in externe organen zullen in deze externe organen de standpunten van de Raad verdedigen. De vertegenwoordigers van de Raad in externe organen dienen een samenvatting te maken van de debatten in deze organen.

^