Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 14 oktober 2011
gepubliceerd op 28 oktober 2011

Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor het geheel van de openbare instellingen van sociale zekerheid

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2011022349
pub.
28/10/2011
prom.
14/10/2011
ELI
eli/besluit/2011/10/14/2011022349/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 OKTOBER 2011. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor het geheel van de openbare instellingen van sociale zekerheid


De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Werk, De Minister van Zelfstandigen, De Minister van Pensioenen, De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, artikel 95bis, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/01/2002 pub. 12/02/2002 numac 2002022025 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare instellingen van sociale zekerheid sluiten houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare instellingen van sociale zekerheid;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 september 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/09/2010 pub. 28/09/2010 numac 2010002058 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Koninklijk besluit tot benoeming van magistraten van de Rechterlijke Orde tot voorzitter of plaatsvervangend voorzitter bij de raad van beroep voor het geheel van de openbare instellingen van sociale zekerheid sluiten tot benoeming van magistraten van de Rechterlijke Orde tot voorzitter of plaatsvervangend voorzitter bij de raad van beroep voor het geheel van de openbare instellingen van sociale zekerheid;

Gelet op het ministerieel besluit van 25 juni 2010Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 25/06/2010 pub. 01/07/2010 numac 2010002045 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Ministerieel besluit tot aanwijzing of erkenning van de assessoren en van de plaatsvervangende assessoren in, en tot aanwijzing van de griffiers-rapporteurs en van de plaatsvervangende griffiers-rapporteurs bij de raad van beroep voor het geheel van de openbare instellingen van sociale zekerheid sluiten tot aanwijzing of erkening van de assessoren en van de plaatsvervangde assessoren in, en tot aanwijzing van de griffiers-rapporteurs en van de plaatsvervangende griffiers-rapporteurs bij de raad van beroep voor het geheel van de openbare instellingen van sociale zekerheid, Besluiten :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor het geheel van de openbare instellingen van sociale zekerheid, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit, evenals het bijgevoegde huishoudelijk reglement, treden in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.

Brussel, 14 oktober 2011.

Mevr. L. ONKELINX Mevr. J. MILQUET Mevr. S. LARUELLE M. DAERDEN Mevr. A. TURTELBOOM

Bijlage Huishoudelijk reglement van de raad van beroep voor het geheel van de openbare instellingen van sociale zekerheid

Artikel 1.Van zodra de griffier-rapporteur een beroep ontvangt, brengt hij de leidend ambtenaar van de instelling waartoe de appellant behoort, hiervan op de hoogte en vraagt hem om, binnen de vijf werkdagen, het volledig geïnventariseerd dossier door te sturen. Dit dossier moet alle stukken bevatten betreffende de ten laste gelegde feiten.

Art. 2.Van zodra hij het dossier ontvangt, bevestigt de griffier-rapporteur die ontvangst aan de leidend ambtenaar.

Indien nodig vraagt hij bijkomende stukken op in opdracht van de voorzitter van de raad van beroep.

De griffier-rapporteur maakt, op basis van de stukken van het dossier, een verslag op dat onmiddellijk wordt overgemaakt aan de voorzitter, de assessoren die zullen zetelen, de appellant en zijn verdediger, alsook aan de ambtenaar die is aangewezen om het betwiste voorstel te verdedigen.

Art. 3.De raad van beroep vergadert op de door de voorzitter bepaalde datum, die onmiddellijk wordt meegedeeld aan de leidend ambtenaar van de instelling waartoe de appellant behoort.

De leidend ambtenaar duidt een personeelslid aan van zijn instelling die de instelling zal vertegenwoordigen tijdens de zitting.

De zitting moet plaatshebben uiterlijk een maand nadat de zaak bij de raad van beroep aanhangig is gemaakt; indien deze termijn van een maand niet kan worden nageleefd, deelt de voorzitter de redenen hiervan mede aan de leidend ambtenaar.

Art. 4.Zodra de voorzitter de datum van de zitting heeft bepaald, roept de griffier-rapporteur de leden van de raad van beroep op. De griffier-rapporteur roept per aangetekende brief de appellant op om op de zitting te verschijnen.

Deze oproeping vermeldt dat het dossier ter inzage ligt bij de griffie van de raad van beroep.

De assessoren, de appellant en zijn verdediger worden opgeroepen derwijze dat een minimumtermijn van tien werkdagen gelaten wordt voor de confidentiële en noodzakelijke raadpleging van alle stukken van het dossier.

Deze raadpleging gebeurt bij de griffie van de raad van beroep.

Art. 5.De opgeroepen leden zijn verplicht de zitting bij te wonen.

Indien deze leden een wettige reden van verhindering hebben, moeten zij aan de voorzitter, via de griffie, binnen drie dagen volgend op de datum van de oproeping, schriftelijk de redenen van hun afwezigheid meedelen.

De griffier-rapporteur heeft dan als taak de plaatsvervangers uit te nodigen.

Art. 6.De raad van beroep kan niet beraadslagen wanneer de meerderheid van de opgeroepen assessoren of plaatsvervangers niet aanwezig is: ten minste vier assessoren, aangewezen door de minister, en vier assessoren, aangewezen door de representatieve vakorganisaties, moeten dus steeds in de raad zetelen.

Art. 7.De griffier-rapporteur betekent bij een ter post aangetekende brief aan de appellant de lijst van de gewone of plaatsvervangende assessoren die zijn opgeroepen voor het onderzoek van zijn zaak, ten einde hem in staat te stellen gebruik te maken van zijn recht tot wraking.

De eventuele wraking moet worden gemotiveerd en moet binnen een termijn van acht dagen, vanaf de betekening van de lijst, door de appellant bij een ter post aangetekende brief naar de griffie worden gestuurd met vermelding van de naam van de assessoren die hij wraakt.

Art. 8.De appellant verschijnt in eigen persoon voor de raad van beroep; hij mag zich laten bijstaan door een verdediger van zijn keuze, die hoe dan ook geen deel mag uitmaken van de raad van beroep.

De naam van de verdediger wordt aan de griffier-rapporteur meegedeeld binnen de drie dagen volgend op de datum van de oproeping voor de zitting.

Art. 9.Opgeroepen assessoren die zouden meegewerkt hebben aan het uitwerken van het voorstel of de maatregel waartegen beroep wordt ingesteld of die bij enige voorafgaande onderzoeksdaad zouden betrokken geweest zijn, hetzij als hiërarchische meerdere, hetzij als lid van de directieraad, hetzij in welke hoedanigheid dan ook, brengen onmiddellijk de griffier-rapporteur hiervan op de hoogte die een plaatsvervangend assessor voor het onderzoek van de zaak oproept.

Art. 10.De voorzitter van de raad van beroep leidt de debatten.

Indien de voorzitter het noodzakelijk acht, kan hij vragen dat er notulen over het verloop van de zitting worden opgemaakt.

De stemming is geheim en de stembiljetten worden vernietigd op het einde van de zitting.

Bij staking van stemmen wordt het advies als gunstig voor de appellant beschouwd.

Art. 11.Het gemotiveerd advies van de raad van beroep bevat het resultaat van de geheime stemming, met vermelding van het aantal bevestigende of ontkennende stemmen.

Dit advies, ondertekend door de voorzitter en de griffier-rapporteur, wordt ten laatste een maand na de zitting aan de leidend ambtenaar ter kennis gebracht, alsook per aangetekende brief aan de appellant. Een kopie van het advies wordt tezelfdertijd overgemaakt aan de leden van de raad van beroep.

Art. 12.Het secretariaat en het archief van de raad van beroep voor het geheel van de openbare instellingen van sociale zekerheid worden toevertrouwd aan de griffie: a) voor de Nederlandstalige afdeling van de raad van beroep bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, Keizerslaan 7, 1000 Brussel; b) voor de Franstalige afdeling bij het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, Jan Jacobsplein 6, 1000 Brussel. De belanghebbenden kunnen inzage nemen van het archief op de griffie.

^