gepubliceerd op 23 november 2010
Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid en ondertekening inzake personeelszaken aan de Voorzitter van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole
14 OKTOBER 2010. - Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid en ondertekening inzake personeelszaken aan de Voorzitter van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole
De Minister van Begroting, en de Staatssecretaris voor Begroting, Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 december 1990, 15 maart 1993 en 17 maart 1995, op artikel 6bis, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 september 1969 en 13 mei 1999, op artikel 12, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 maart 1995, 10 april 1995, 13 mei 1999 en 22 december 2000, op artikel 20, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 september 1969, 15 maart 1993, 22 juli 1993, 14 september 1994 en 22 december 2000, op de artikelen 24 tot en met 26, op artikel 33ter, § 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 december 2000, op artikel 48quater en op artikel 94, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 september 1994, 31 maart 1995 en 22 december 2000;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 14, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 2000, op artikel 24, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 maart 1993, 14 september 1994 en 17 maart 1995, op artikel 60, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 september 1969, 25 april 1980, 19 september 1990, 18 november 1991, 14 september 1994, 17 maart 1995, 10 april 1995, 2 juni 1998 en 20 april 1999;
Gelet op het Besluit van de Regent van 30 maart 1950 de toekenning regelend van toelagen wegens buitengewone prestaties, artikel 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, artikel 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Financiën en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel, artikel 59;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende de bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 augustus 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen, artikel 6, § 5;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan contractuele personeelsleden;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 oktober 1991 tot vaststelling van de nadere regelen voor de uitoefening van het recht op een verlof om dwingende redenen;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 januari 1995 betreffende de werving van statutair personeel in sommige overheidsdiensten, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 oktober 2000;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot uitvoering van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 januari 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 september 1998 houdende toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met informaticataken bij sommige overheidsdiensten, artikel 2, § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van het rijksbestuur, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 juni 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 oktober 1999 tot toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met het ontwikkelen van projecten in sommige overheidsdiensten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 en 12 augustus 2000, artikel 4;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 mei 2001 houdende de oprichting van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole, gewijzigd door het koninklijk besluit van 12 november 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 november 2007 houdende de bijzondere bepalingen met betrekking tot de bezoldigingsregeling van het personeel van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 november 2007 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole, Besluiten :
Artikel 1.Bij de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole wordt de Voorzitter van het Directiecomité gemachtigd om, in naam van de minister : 1. de benoemingen tot de graden van niveaus B, C en D te doen, met inbegrip van de bevorderingen en de veranderingen van graad;2. de aanvragen voor overplaatsing van personeelsleden in ontvangst te nemen;3. de bevoegdheden uit te oefenen betreffende de werving, de vergelijkende selecties en de wijze van toekenning van een betrekking of functie voor de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole;4. de bevoegdheden uit te oefenen inzake de stage van de ambtenaren;5. de bevoegdheden uit te oefenen inzake de procedures van de Raad van Beroep;6. besluiten te nemen tot vaststelling van de wedde en eventuele toelagen of vergoedingen waarop de betrokkenen aanspraak kunnen maken op grond van een wettelijke of reglementaire bepaling;7. de bevorderingen tot een hogere wedde, met inbegrip van een hogere weddenschaal toe te kennen;8. aanwijzingen te doen in een hoger ambt in de betrekkingen van de niveaus A, B, C en D;9. de arbeidsovereenkomsten te ondertekenen die worden afgesloten met de contractuele personeelsleden;10. beslissen over de aanvragen tot vrijwillige vierdagenweek ingediend door de statutaire en de contractuele personeelsleden;11. beslissen over de aanvragen tot ouderschapsverlof ingediend door de statutaire en de contractuele personeelsleden;12. beslissen over de aanvragen tot verlof wegens dwingende redenen van familiaal belang, ingediend door de statutaire personeelsleden;13. beslissen over de aanvragen tot verlof wegens dwingende redenen van familiaal belang, ingediend door de contractuele personeelsleden;14. beslissen over de aanvragen tot een verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte, ingediend door de statutaire personeelsleden;15. de statutaire personeelsleden in disponibiliteit wegens ziekte plaatsen;16. beslissen over de aanvragen tot afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheid, ingediend door de statutaire personeelsleden;17. beslissen over de aanvragen tot loopbaanonderbreking ingediend door de statutaire personeelsleden;18. beslissen over de aanvragen tot loopbaanonderbreking ingediend door de contractuele personeelsleden;19. beslissen over de aanvragen tot verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid, ingediend door de statutaire personeelsleden;20. zijn akkoord te geven aan de zendingen naar het buitenland;21. de eedaflegging te ontvangen van de ambtenaren, titularis van een graad van de niveaus A, B, C en D.
Art. 2.De Voorzitter van het Directiecomité of zijn gemachtigde zijn bevoegd om, in naam van de minister : 1. uittreksels of afschriften van stukken of besluiten van de federale overheidsdienst inzake personeelsbeheer, boekhoudkundig of budgettair beheer eensluidend te verklaren en af te leveren;2. opdrachten tot bekendmaking in het Belgisch Staatsblad te ondertekenen.
Art. 3.De aan de Secretaris-generaal van het Ministerie van Financiën toegekende delegaties voor de Administratie van de Begroting en de Controle op de Uitgaven worden overgedragen aan de Voorzitter van het Directiecomité van de FOD Budget en Beheerscontrole.
Art. 4.In geval van afwezigheid of verhindering van de Voorzitter kunnen de overeenkomstige overgedragen bevoegdheden worden uitgeoefend door een Directeur-generaal in dalende volgorde van anciënniteit binnen het Directiecomité.
Art. 5.Het ministerieel besluit van 14 oktober 2005 houdende delegatie van bevoegdheid en ondertekening inzake personeelszaken aan de Voorzitter van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole wordt opgeheven.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2010.
Brussel, 14 oktober 2010.
De Minister van Begroting, G. VANHENGEL De Staatssecretaris voor Begroting, M. WATHELET