Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 14 januari 2015
gepubliceerd op 19 februari 2015

Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013 tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren, wat betreft de dossierrechten, de erkenningsaanvragen en de uitrusting van de opleidingscentra of examencentra

bron
waalse overheidsdienst
numac
2015200779
pub.
19/02/2015
prom.
14/01/2015
ELI
eli/besluit/2015/01/14/2015200779/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 JANUARI 2015. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 27/06/2013 pub. 12/07/2013 numac 2013204050 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren sluiten tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren, wat betreft de dossierrechten, de erkenningsaanvragen en de uitrusting van de opleidingscentra of examencentra


De Minister van Plaatselijke Besturen, Stedenbeleid, Huisvesting en Energie, Gelet op het decreet van 18 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2012 pub. 07/08/2012 numac 2012204453 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de invoering van een certificeringsprocedure voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en van systemen voor energie-efficiëntie sluiten betreffende de invoering van een certificeringsprocedure voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en van systemen voor energie-efficiëntie, de artikelen 3 tot 6;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 27/06/2013 pub. 12/07/2013 numac 2013204050 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren sluiten tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren, de artikelen 8 en 9;

Gelet op het advies 56.319/4 van de Raad van State, gegeven op 4 juni 2014, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.Artikel 14.3 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG wordt gedeeltelijk omgezet bij dit besluit.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder "besluit", het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 27/06/2013 pub. 12/07/2013 numac 2013204050 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren sluiten tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren.

Art. 3.Het bedrag van de dossierrechten bedoeld in artikel 6, § 3, van het besluit, bedraagt tweehonderd vijftig euro.

Art. 4.Aan de gegevens die noodzakelijk zijn voor de erkenningsaanvraag van een opleidingscentrum of examencentrum bedoeld in artikel 9, § 2, van het besluit, worden de volgende gegevens toegevoegd: 1° voor een opleidingscentrum : a) de lijst van het onderwijzend personeel dat in deze opleiding voorziet, de volledige personalia en beroepsreferenties van het personeel met vermelding van het deel van de opleiding waarmee elke persoon belast is;b) de verschillende delen van de opleiding, de volgorde waarin de opleiding plaatsvindt en het aantal uren dat met elk deel overeenstemt;c) een foto en een volledige omschrijving van de gegevens omschreven in bijlage 1;d) een omschrijving van de opleiding, haar doelstellingen en het doelpubliek;2° voor een examencentrum : a) een foto en een volledige omschrijving van de gegevens omschreven in bijlage 2;b) een model van het certificaat van goede afloop van het examen;c) de volledige personalia van de leden van de examencommissie, alsook hun referenties.

Art. 5.De criteria van het didactisch materiaal dat ter beschikking wordt gesteld in een daartoe ingericht laboratorium in de zin van artikel 8, § 1, 3°, van het besluit, zijn opgenomen in bijlage 1.

De criteria van het didactisch materiaal dat ter beschikking wordt gesteld in een daartoe ingericht laboratorium in de zin van artikel 8, § 2, 3°, van het besluit, zijn opgenomen in bijlage 2.

Namen, 14 januari 2015.

P. FURLAN

BIJLAGE I. - Lijst van het materieel dat verplicht is bij de praktische opleiding voor elke technologie 1. Fotovoltaïsche zonnesystemen. De opleider beschikt bij het geven van de opleiding minstens over volgend materiaal : - een klaslokaal met een videoprojector; - verschillende types van fotovoltaïsche modules (mono-, polykristallijn; CIS, amorf) en dit in voldoende aantal om volledige installaties uit te voeren (seriële, parallelle schakeling van strengen en multistrengschakeling);; - per zes deelnemers moet een conforme installatie ter beschikking worden gesteld : minstens 3 fotovoltaïsche modules, 1 mono- en multistrengomvormer, 1 meter voor groene energie en een DNB-meter; - een schaduwzoeker (opmeten van schaduw); - verschillende stalen van materialen waarmee de modules zijn opgebouwd (cellen, tedlar, EVA...); - meetapparatuur (voltmeter, geschikte ampèremeter AC- en DC-stroom, kompas met hellingmeter, solarimeter); - verschillende aansluitingstypes (MC3, MC4, PHOENIX, TIGO); - gereedschap (snijtang, striptang, verschillende modellen schroevendraaiers), en dit in voldoende aantal om te kunnen garanderen dat alle cursisten aan de slag kunnen; - een DC/AC-omvormer voor een autonome installatie; - voor de installatie op het dak : 1 pannendak, 1 leidak, 1 montageset (klemmen en rails); - een of meerdere afmetingen-softwares ter demonstratie; - stabiele voeding 0-500 V DC / 0-5 A DC. 2. Warmtepompen. De opleider beschikt bij het geven van de opleiding minstens over volgend materiaal : - een klaslokaal met een videoprojector; - een warmtepompmodel voor de demonstratie van de basisonderdelen en hun interacties; - Een volledig warmtepompmodel in werking met alle systeemonderdelen (vereiste koude- en warmtebron, enz.) om de gebruikelijke werking van een warmtepompsysteem aan te tonen; - draagbare en vaste meetinstrumenten : optie 2 en optie 1 of 3.

Optie 1 Draagbare meetinstrumenten Manometers;

Anemometers (instrumenten om de luchtsnelheid te meten);

Draagbare temperatuurmeetinstrumenten;

Draagbare elektriciteitsmeter.

Optie 2 : Vaste meetinstrumenten Vaste temperatuurmeetinstrumenten;

Manometers;

Warmteverbruiksmeter;

Elektriciteitsmeter.

Optie 3 : Draagbaar meetinstrument ETM 2000 of gelijkaardige toestellen Voorbeeldmodellen : - beeldmateriaal van de installatie van een horizontale warmtewisselaar voor directe expansiesystemen; - beeldmateriaal van de installatie van een horizontale warmtewisselaar voor een bodem/water warmtepomp; - beeldmateriaal van de installatie van een verticale warmtewisselaar voor een bodem/water warmtepomp; - beeldmateriaal van de bouw van een put voor een water/water warmtepomp. 3. Ondiepe geothermische systemen. De opleider beschikt bij het geven van de opleiding minstens over volgend materiaal : - een klaslokaal met een videoprojector; - een computer per deelnemer om te gebruiken tijdens de Earth Energy Designer-oefensessie. 4. Biomassaketels. De opleider beschikt bij het geven van de opleiding minstens over volgend materiaal : - een klaslokaal met een videoprojector; - elk lokaal voor de praktische opleiding moet uitgerust zijn met minstens 2 verschillende installaties voor 4 studenten die simultaan het praktisch gedeelte volgen. Elke houtverbrandingsketel moet een installatie zijn waarbij een haard met een ketel gecombineerd wordt; - Beide installaties moeten aan de volgende voorwaarden voldoen om de studenten vertrouwd te maken met zoveel mogelijke installaties : ? representatief voor de huidige markt; ? minstens 1 ketel moet als brandstof genormeerde houtpellets hebben; ? de ketels moeten verschillen in merk en type; ? de ketels moeten verschillen in verbrandingsefficiëntie en -vermogen; ? minimum 1 installatie is een lucht aangezogen model; ? minimum 1 installatie is een model met een modulerende brander of verbrandingslucht aanzuig ventilator; ? minimum 1 installatie moet voorzien zijn van de mogelijkheid om de trek in de verbrandingskamer aan te passen met variërende snelheidsregeling; ? de installaties moeten voorzien zijn van bedieningspanelen waar technische afregeling, inclusief afregeling afhankelijk van de weerscondities, kan mee aangepast worden. - een installatie bestaat uit volgende onderdelen : ? intern in installatie of extern klein buffervat voor pellets met een minimale capaciteit van 2h (tijd die de praktische oefening in beslag neemt); ? brander; ? ketel; ? watercircuit met minstens 3 wegsmengkraan, circulatiepomp, buffervat, afgiftesysteem...; ? asextractiesysteem; ? elektrische aansluiting; ? rookgasafvoer, schoorsteen; - het lokaal voor de opleiding moet niet alleen uitgerust zijn met de installaties, maar ook met het volgend didactisch materiaal : ? een overzichtspaneel van de verbrandingskamer waarop de opleider de verbranding en de correcte werkingsvoorwaarden kan simuleren; ? secties van ketels en verbrandingskamers; ? minimum 1 elektronisch meettoestel voor het meten van de verbrandingsgassen en fijn stof emissies waar telkens 4 studenten aan kunnen werken; - meetapparaat : Om de rookgassen te kunnen meten moet het praktijkgerichte laboratorium over een elektronisch apparaat voor rookanalyse beschikken dat ook de fijne stofdeeltjes kan meten; - beeldmateriaal van een pelletsilo; - beeldmateriaal van een pelletkelder; - beeldmateriaal van een aansluitingssysteem voor een tankwagen met pellets om te leveren. 5. Thermische systemen op zonne-energie : sanitair warm water. De opleider beschikt bij het geven van de opleiding minstens over volgend materiaal : - een klaslokaal met een videoprojector; - een monster van de verschillende componenten van een zonnecircuit, zoals : ? 30 cm vooraf geïsoleerde zonneleidingen; ? 30 cm temperatuurbestendig isolatiemateriaal; ? automatische ontluchter met afsluitklep; ? terugslagklep; ? veiligheidsklep zonne-installatie, geijkt op 6 bar; ? combinatieventiel met klep en thermometer en opening voor dompelbuis (PAW); ? vul-/aftapkit bestaande uit een afsluitklep en 2 aftapkranen; - monster van temperatuursondes met dompelbuizen; - actieve anode; - typische elektrische weerstand voor zonneboilers; - monster van een vlakkeplaatzonnecollector (doorsnede); - monster van een vacuümbuis; - monster van een warmtegeleidende vloeistof; - calorimeter met integrerende meter; - volumetrische debietmeter; - gravimetrische debietmeter; - volledig hydraulisch aggregaat met ingebouwd ontluchtingsvat en vulkit met 3 kranen; - vulkit voor het zonnecircuit met de respectieve accessoires, zijnde 2 flexibele slangen met afsluiters; - tools voor instandhouding en onderhoud zoals : ? inclinometer en kompas; ? elektronische manometer ter controle van de vuldruk van het expansievat; ? apparatuur voor de controle van de spanning; - onderhoudskoffer voor het onderhoud van de zonnewarmte-installaties (b.v. : "solar proofbox") met minimaal het volgende : ? een differentiaalthermometer met 2 tangvoelers; ? een multimeter; ? een set strips om de pH te meten; ? een refractometer, inclusief pipet voor waterafname in de koffer; - een schroevendraaier; - een meter; - twee volledige en operationele thermische systemen op zonne-energie, bestaande uit : 1. een zonneboiler onder permanente druk met minstens 1 zonnepaneel en een opslagvat voor zonne-energie (zonneboiler), uitgerust met : ? een circulatiepomp en een ingebouwde kilowattuurmeter; ? een doorstroommeter voorafgaand aan het opslagvat voor zonne-energie; ? een zonne-expansievat met membraan of blaas dat afgekoppeld en ontlucht kan worden; ? een opvangbak aangesloten op de veiligheidsklep via een temperatuurbestendige verbinding; ? een kast met 2 omkeerschakelaars waarmee de bediening van de temperatuursondes omgeschakeld kan worden naar 2 potentiometers om temperatuurschommelingen aan de sondes te kunnen simuleren.

De installatie moet aangesloten zijn op een reservesysteem (instant in serie gemonteerd of via accumulatie). In ieder geval moet het reservesysteem uitgerust zijn met een programmeerbare afstelling. 2. een zonneinstallatie met leegloopsysteem met minstens 1 zonnepaneel en een opslagvat voor zonne-energie (zonneboiler), met : ? een centrifugaalpomp; ? een afvoertank gemonteerd volgens de regels van de kunst; ? een kast met 2 omkeerschakelaars waarmee de bediening van de temperatuursondes omgeschakeld kan worden naar 2 potentiometers om temperatuurschommelingen aan de sondes te kunnen simuleren.

De installatie moet aangesloten zijn op een reservesysteem (instant in serie gemonteerd of via accumulatie). In ieder geval moet het reservesysteem uitgerust zijn met een programmeerbare afstelling. - bij alle demonstratiesystemen moet een dossier horen met daarin de technische fiches en gebruiksaanwijzingen van de verschillende gebruikte componenten en meetapparaten en de montage-instructies voor de verschillende gebruikte componenten en meetapparaten. 6. Thermische systemen op zonne-energie : sanitair warm water en verwarming (combi). De opleider beschikt bij het geven van de opleiding minstens over volgend materiaal : - een klaslokaal met een videoprojector; - een volledig combi zonne-energiesysteem dat de mogelijkheid geeft de parameters van de regeling van een combi thermische zonneinstallatie (verwarming en PSW-productie) te laten variëren; - het materieel van de COMBI opleiding moet de opleider de mogelijkheid geven de specificiteiten van het systeem te duiden, in het bijzonder : ? het ontwerp van een dergelijk systeem en zijn opneming in een laag temperatuur verwarmingssysteem; ? de regeling en de prioriteiten alsook de correcte plaatsing van de temperatuursondes; ? de telling van de energie die op elk circuit wordt geproduceerd (verwarming en PSW); - tools inzake het ontwerp, de instandhouding en het onderhoud moeten tijdens de opleiding en/of het examen ter beschikking worden gesteld van de deelnemers, zoals : ? inclinometer en kompas; ? elektronische manometer ter controle van de vuldruk van het expansievat; ? apparatuur voor de controle van de spanning; ? onderhoudskoffer voor het onderhoud van de zonnewarmte-installaties (bv. : "solar proofbox") met minimaal het volgende : - een differentiaalthermometer met 2 tangvoelers; - een multimeter; - een set strips om de pH te meten; - een refractometer, inclusief pipet voor waterafname in de koffer; - een schroevendraaier; - een meter;

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 14 januari 2015 tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 27/06/2013 pub. 12/07/2013 numac 2013204050 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren sluiten tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren, wat betreft de dossiersrechten, de erkenningsaanvragen en de uitrusting van de opleidingscentra of examencentra.

Namen 14 januari 2015.

P. FURLAN

BIJLAGE 2. - Lijst van het materieel vereist voor het praktisch examen betreffende elke technologie 1. Fotovoltaïsche systemen op zonne-energie. In het kader van het examen moeten de juryleden en de kandidaten minstens een deel van volgend materiaal gebruiken : - 1 x tripolaire elektonische meter; - 1 x bipolaire onderbreker 40A; - 5 x bipolaire onderbrekers 16A; - 1 x tetrapolaire onderbreker 40A; - 1 x tripolaire onderbreker 40A; - 1 x tetrapolaire onderbreker 20A; - 1 x tetrapolaire verschilstroomschakelaar 40A; - 1 x bipolaire verschilstroomschakelaar 40A 300; - 20 aansluitklemmen om de omvormers en de verschillende netwerken vorm te geven; - 2 m rail om de bovenstaande elementen op te monteren; - Didactisch dak : 1 pannendak, 1 leiendak, bevestigingskram - dakmodule voor de evaluatie : ? pannendak; ? leiendak. 2. Warmtepompen. In het kader van het examen moeten de juryleden en de kandidaten minstens een deel van volgend materiaal gebruiken : - een praktijkruimte : volledig en met watervoorziening en elektrische stroomtoevoer; - een warmtepompmodel; - een volledig warmtepompmodel in werking met alle systeemonderdelen (vereiste koude- en warmtebron, enz.) waarmee de klassieke werking van een warmtepompsysteem aangetoond kan worden; - draagbare en vaste meetinstrumenten. 3. Ondiepe geothermische systemen. In het kader van het examen moeten de juryleden en de kandidaten minstens een computer per deelnemer bij de Earth Energy Designer-examenoefening gebruiken : 4. Biomassaketels. In het kader van het examen moeten de juryleden en de kandidaten minstens een deel van volgend materiaal gebruiken : - een praktijkruimte : volledig en met watervoorziening en elektrische stroomtoevoer; - elke ruimte moet beschikken over minstens 2 verschillende installaties voor 4 deelnemers aan het examen; - beide installaties moeten voldoen aan de volgende voorwaarden : ? representatief voor de huidige markt; ? minstens 1 ketel moet als brandstof genormeerde houtpellets hebben; ? de ketels moeten verschillen in merk en type; ? de ketels moeten verschillen in verbrandingsefficiëntie; ? minimum 1 installatie is een lucht aangezogen model; ? minimum 1 installatie is een model met een modulerende brander of verbrandingslucht aanzuig ventilator; ? minimum 1 installatie moet voorzien zijn van de mogelijkheid om de trek in de verbrandingskamer aan te passen met variërende snelheidsregeling; ? de installaties moeten voorzien zijn van bedieningspanelen waar technische afregeling, inclusief afregeling afhankelijk van de weerscondities, kan mee aangepast worden; - een installatie bestaat uit de volgende onderdelen : ? intern in installatie of extern klein buffervat voor pellets met een minimale capaciteit van 2h (tijd die de praktische oefening in beslag neemt); ? brander; ? ketel; ? watercircuit met minstens 3 wegsmengkraan, circulatiepomp, buffervat, afgiftesysteem...; ? asextractiesysteem; ? elektrische aansluiting; ? rookgasafvoer, schoorsteen; - de examenruimte moet niet alleen met de installaties maar ook met volgend didactisch hulpmateriaal uitgerust zijn : ? een overzichtspaneel van de verbrandingskamer waarop de opleider de verbranding en de correcte voorwaarden kan simuleren; ? secties van ketels en verbrandingskamers; ? minimum 1 elektronisch meettoestel voor het meten van de verbrandingsgassen en fijn stof emissies waar telkens 4 deelnemers aan kunnen werken; - meetapparatuur : voor rookgasmetingen moet het laboratorium beschikken over een elektronisch gasanalysetoestel waarmee ook fijne deeltjes gemeten kunnen worden; - beeldmateriaal van een pelletsilo; - beeldmateriaal van een pelletkelder; - Beeldmateriaal van een aansluitingssysteem voor een tankwagen met pellets om te leveren. 5. Thermische systemen op zonne-energie : sanitair warm water. In het kader van het examen moeten de juryleden en de kandidaten minstens een deel van volgend materiaal gebruiken : - Een monster van de verschillende componenten van een zonnecircuit, zoals : ? 30 cm vooraf geïsoleerde zonneleidingen; ? 30 cm temperatuurbestendig isolatiemateriaal; ? automatische ontluchter met afsluitklep; ? terugslagklep; ? veiligheidsklep zonne-installatie, geijkt op 6 bar; ? combinatieventiel met klep en thermometer en opening voor dompelbuis (PAW); ? vul-/aftapkit bestaande uit een afsluitklep en 2 aftapkranen; - monster van temperatuursondes met dompelbuizen; - actieve anode; - typische elektrische weerstand voor zonneboilers; {>monster van een vacuümbuis;<0} - monster van een warmtegeleidende vloeistof; - calorimeter met integrerende meter; - volumetrische debietmeter; - gravimetrische debietmeter; - volledig hydraulisch aggregaat met ingebouwd ontluchtingsvat en vulkit met 3 kranen; - vulkit voor het zonnecircuit met de respectieve accessoires, zijnde 2 flexibele slangen met afsluiters; - tools voor instandhouding en onderhoud zoals : ? inclinometer en kompas; ? elektronische manometer ter controle van de vuldruk van het expansievat; ? apparatuur voor de controle van de spanning; ? onderhoudskoffer voor het onderhoud van de zonnewarmte-installaties (b.v. : "solar proofbox") met minimaal het volgende : - een digitale thermometer of differentiaalthermometer met 2 tangvoelers; - een multimeter; - een set strips om de pH te meten; - een refractometer, inclusief pipet voor waterafname in de koffer; - een schroevendraaier; - een meter; - twee volledige en operationele thermische systemen op zonne-energie, bestaande uit : ? een zonneboiler onder permanente druk met minstens 1 zonnepaneel en een opslagvat voor zonne-energie (zonneboiler), uitgerust met : - een circulatiepomp en een ingebouwde kilowattuurmeter; - een doorstroommeter voorafgaand aan het opslagvat voor zonne-energie; - een zonne-expansievat met membraan of blaas dat afgekoppeld en ontlucht kan worden; - een opvangbak aangesloten op de veiligheidsklep via een temperatuurbestendige verbinding; - een kast met 2 omkeerschakelaars waarmee de bediening van de temperatuursondes omgeschakeld kan worden naar 2 potentiometers om temperatuurschommelingen aan de sondes te kunnen simuleren; - De installatie moet aangesloten zijn op een reservesysteem, instant in serie gemonteerd of via accumulatie. In ieder geval moet het reservesysteem uitgerust zijn met een programmeerbare afstelling. ? een zonneboiler (CESI) met leegloopsysteem met minstens 1 zonnepaneel en een opslagvat voor zonne-energie (zonneboiler), met : - een centrifugaalpomp; - een afvoertank gemonteerd volgens de regels van de kunst; - een kast met 2 omkeerschakelaars waarmee de bediening van de temperatuursondes omgeschakeld kan worden naar 2 potentiometers om temperatuurschommelingen aan de sondes te kunnen simuleren. - de installatie moet aangesloten zijn op een reservesysteem (instant in serie gemonteerd of via accumulatie). In ieder geval moet het reservesysteem uitgerust zijn met een programmeerbare afstelling.. - Bij alle demonstratiesystemen moet een dossier horen met daarin : ? de technische fiches en gebruiksaanwijzingen van de verschillende gebruikte componenten en meetapparaten; ? de montage-instructies voor de verschillende gebruikte componenten en meetapparaten. 6. Thermische systemen op zonne-energie : sanitair warm water en verwarming (combi). In het kader van het examen moeten de juryleden en de kandidaten minstens een deel van volgend materiaal gebruiken : - Een volledig combi zonne-energiesysteem waarmee de parameters van de regulering van een gecombineerde thermische installatie op zonne-energie verwarmingssteun en ECS- productie gevarieerd kunnen worden; - met het ter beschikking gestelde materiaal voor de COMBI-opleiding moet de opleider de specificiteiten van die systemen in het licht kunnen stellen, in het bijzonder : ? het ontwerpen van een dergelijk systeem en de opneming in een lage temperatuur-verwarmingssysteem; ? de regulering en de prioriteiten alsook de correcte plaatsing van de temperatuursonde; ? de meting van de voortgebrachte energie op elk circuit (verwarming en ECS); - tijdens de opleiding en/of het examen moeten ontwerp-, instandhoudings- en onderhoudstools ter beschikking van de auditeurs gesteld worden, met name : ? inclinometer en kompas; ? elektronische manometer ter controle van de vuldruk van het expansievat; ? apparatuur voor de controle van de spanning; ? onderhoudskoffer voor het onderhoud van de zonnewarmte-installaties (bv. : "solar proofbox) met minimaal het volgende : - een digitale thermometer of differentiaalthermometer met 2 tangvoelers; - een multimeter; - een set strips om de pH te meten; - een refractometer (inclusief pipet voor waterafname in de koffer); ? een schroevendraaier; ? een meter.

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 14 januari 2015 tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 27/06/2013 pub. 12/07/2013 numac 2013204050 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren sluiten tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren, wat betreft de dossierrechten, de erkenningsaanvragen en de uitrusting van de opleidings- of examencentra.

Namen 14 januari 2015.

P. FURLAN

BIJLAGE 2. - Lijst van het materieel vereist voor het praktisch examen betreffende elke technologie 1. Fotovoltaïsche systemen op zonne-energie In het kader van het examen moeten de juryleden en de kandidaten minstens een deel van volgend materiaal gebruiken : - 1 x tripolaire elektonische meter; - 1 x bipolaire onderbreker 40A; - 5 x bipolaire onderbrekers 16A; - 1 x tetrapolaire onderbreker 40A; - 1 x tripolaire onderbreker 40A; - 1 x tetrapolaire onderbreker 20A; - 1 x tetrapolaire verschilstroomschakelaar 40A; - 1 x bipolaire verschilstroomschakelaar 40A 300; - 20 aansluitklemmen om de omvormers en de verschillende netwerken vorm te geven; - 2m rail om de bovenstaande elementen op te monteren; - Didactisch dak : 1 pannendak, 1 leiendak, bevestigingskram - dakmodule voor de evaluatie : ? pannendak; ? leiendak. 2. Warmtepompen. In het kader van het examen moeten de juryleden en de kandidaten minstens een deel van volgend materiaal gebruiken : - een praktijkruimte : volledig en met watervoorziening en elektrische stroomtoevoer; - een warmtepompmodel; - een volledig warmtepompmodel in werking met alle systeemonderdelen (vereiste koude- en warmtebron, enz.) waarmee de klassieke werking van een warmtepompsysteem aangetoond kan worden; - draagbare en vaste meetinstrumenten. 3. Ondiepe geothermische systemen. In het kader van het examen moeten de juryleden en de kandidaten minstens een computer per deelnemer bij de Earth Energy Designer-examenoefening gebruiken : 4. Biomassaketels. In het kader van het examen moeten de juryleden en de kandidaten minstens een deel van volgend materiaal gebruiken : - een praktijkruimte : volledig en met watervoorziening en elektrische stroomtoevoer; - elke ruimte moet beschikken over minstens 2 verschillende installaties voor 4 deelnemers aan het examen; - beide installaties moeten voldoen aan de volgende voorwaarden : ? representatief voor de huidige markt; ? minstens 1 ketel moet als brandstof genormeerde houtpellets hebben; ? de ketels moeten verschillen in merk en type; ? de ketels moeten verschillen in verbrandingsefficiëntie; ? minimum 1 installatie is een lucht aangezogen model; ? minimum 1 installatie is een model met een modulerende brander of verbrandingslucht aanzuig ventilator; ? minimum 1 installatie moet voorzien zijn van de mogelijkheid om de trek in de verbrandingskamer aan te passen met variërende snelheidsregeling; ? de installaties moeten voorzien zijn van bedieningspanelen waar technische afregeling, inclusief afregeling afhankelijk van de weerscondities, kan mee aangepast worden; - een installatie bestaat uit de volgende onderdelen : ? intern in installatie of extern klein buffervat voor pellets met een minimale capaciteit van 2h (tijd die de praktische oefening in beslag neemt); ? brander; ? ketel; ? watercircuit met minstens 3 wegsmengkraan, circulatiepomp, buffervat, afgiftesysteem...; ? asextractiesysteem; ? elektrische aansluiting; ? rookgasafvoer, schoorsteen; - de examenruimte moet niet alleen met de installaties maar ook met volgend didactisch hulpmateriaal uitgerust zijn : ? een overzichtspaneel van de verbrandingskamer waarop de opleider de verbranding en de correcte voorwaarden kan simuleren; ? secties van ketels en verbrandingskamers; ? minimum 1 elektronisch meettoestel voor het meten van de verbrandingsgassen en fijn stof emissies waar telkens 4 deelnemers aan kunnen werken; - meetapparatuur : voor rookgasmetingen moet het laboratorium beschikken over een elektronisch gasanalysetoestel waarmee ook fijne deeltjes gemeten kunnen worden; - beeldmateriaal van een pelletsilo; - beeldmateriaal van een pelletkelder; - beeldmateriaal van een aansluitingssysteem voor een tankwagen met pellets om te leveren. 5. Thermische systemen op zonne-energie : sanitair warm water. In het kader van het examen moeten de juryleden en de kandidaten minstens een deel van volgend materiaal gebruiken : - Een monster van de verschillende componenten van een zonnecircuit, zoals : ? 30 cm vooraf geïsoleerde zonneleidingen; ? 30 cm temperatuurbestendig isolatiemateriaal; ? automatische ontluchter met afsluitklep; ? terugslagklep; ? veiligheidsklep zonne-installatie, geijkt op 6 bar; ? combinatieventiel met klep en thermometer en opening voor dompelbuis (PAW); ? vul-/aftapkit bestaande uit een afsluitklep en 2 aftapkranen; - monster van temperatuursondes met dompelbuizen; - actieve anode; - typische elektrische weerstand voor zonneboilers; - monster van een warmtegeleidende vloeistof; - calorimeter met integrerende meter; - volumetrische debietmeter; - gravimetrische debietmeter; - volledig hydraulisch aggregaat met ingebouwd ontluchtingsvat en vulkit met 3 kranen; - vulkit voor het zonnecircuit met de respectieve accessoires, zijnde 2 flexibele slangen met afsluiters; - tools voor instandhouding en onderhoud zoals : ? inclinometer en kompas; ? elektronische manometer ter controle van de vuldruk van het expansievat; ? apparatuur voor de controle van de spanning; ? onderhoudskoffer voor het onderhoud van de zonnewarmte-installaties (b.v. : "solar proofbox") met minimaal het volgende : - een digitale thermometer of differentiaalthermometer met 2 tangvoelers; - een multimeter; - een set strips om de pH te meten; - een refractometer, inclusief pipet voor waterafname in de koffer; - een schroevendraaier; - een meter; - twee volledige en operationele thermische systemen op zonne-energie, bestaande uit : ? een zonneboiler onder permanente druk met minstens 1 zonnepaneel en een opslagvat voor zonne-energie (zonneboiler), uitgerust met : - een circulatiepomp en een ingebouwde kilowattuurmeter; - een doorstroommeter voorafgaand aan het opslagvat voor zonne-energie; - een zonne-expansievat met membraan of blaas dat afgekoppeld en ontlucht kan worden; - een opvangbak aangesloten op de veiligheidsklep via een temperatuurbestendige verbinding; - een kast met 2 omkeerschakelaars waarmee de bediening van de temperatuursondes omgeschakeld kan worden naar 2 potentiometers om temperatuurschommelingen aan de sondes te kunnen simuleren; - De installatie moet aangesloten zijn op een reservesysteem, instant in serie gemonteerd of via accumulatie. In ieder geval moet het reservesysteem uitgerust zijn met een programmeerbare afstelling. ? een zonneboiler (CESI) met leegloopsysteem met minstens 1 zonnepaneel en een opslagvat voor zonne-energie (zonneboiler), met : - een centrifugaalpomp; - een afvoertank gemonteerd volgens de regels van de kunst; - een kast met 2 omkeerschakelaars waarmee de bediening van de temperatuursondes omgeschakeld kan worden naar 2 potentiometers om temperatuurschommelingen aan de sondes te kunnen simuleren. - de installatie moet aangesloten zijn op een reservesysteem (instant in serie gemonteerd of via accumulatie). In ieder geval moet het reservesysteem uitgerust zijn met een programmeerbare afstelling.. - Bij alle demonstratiesystemen moet een dossier horen met daarin : ? de technische fiches en gebruiksaanwijzingen van de verschillende gebruikte componenten en meetapparaten; ? d*e montage-instructies voor de verschillende gebruikte componenten en meetapparaten. 6. Thermische systemen op zonne-energie : sanitair warm water en verwarming (combi). In het kader van het examen moeten de juryleden en de kandidaten minstens een deel van volgend materiaal gebruiken : - Een volledig combi zonne-energiesysteem waarmee de parameters van de regulering van een gecombineerde thermische installatie op zonne-energie verwarmingssteun en ECS- productie gevarieerd kunnen worden; - met het ter beschikking gestelde materiaal voor de COMBI-opleiding moet de opleider de specificiteiten van die systemen in het licht kunnen stellen, in het bijzonder : ? het ontwerpen van een dergelijk systeem en de opneming in een lage temperatuur-verwarmingssysteem; ? de regulering en de prioriteiten alsook de correcte plaatsing van de temperatuursonde; ? de meting van de voortgebrachte energie op elk circuit (verwarming en ECS); - tijdens de opleiding en/of het examen moeten ontwerp-, instandhoudings- en onderhoudstools ter beschikking van de auditeurs gesteld worden, met name : ? inclinometer en kompas; ? elektronische manometer ter controle van de vuldruk van het expansievat; ? apparatuur voor de controle van de spanning; ? onderhoudskoffer voor het onderhoud van de zonnewarmte-installaties (bv. : "solar proofbox) met minimaal het volgende : - een digitale thermometer of differentiaalthermometer met 2 tangvoelers; - een multimeter; - een set strips om de pH te meten; - een refractometer (inclusief pipet voor waterafname in de koffer); ? een schroevendraaier; ? een meter.

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 14 januari 2015 tot uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 27/06/2013 pub. 12/07/2013 numac 2013204050 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren sluiten tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren, wat betreft de dossierrechten, de erkenningsaanvragen en de uitrusting van de opleidings- of examencentra.

Namen 14 januari 2015.

P. FURLAN

^