gepubliceerd op 13 maart 1998
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 26 mei 1994 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen
14 JANUARI 1998. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 26 mei 1994 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Gelet op het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde plaatselijke besturen;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 mei 1994 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 26 juni 1994, 26 augustus 1994 en 15 april 1996;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 juni 1995 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1992 tot delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 oktober 1993, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1, a), van het ministerieel besluit van 26 mei 1994 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen, worden de woorden "a) voor de tewerkstelling van alle gesubsidieerde contractuelen :" vervangen door wat volgt : « a) voor de tewerkstelling van alle gesubsidieerde contractuelen, met uitzondering van deze tewerkgesteld op grond van artikel 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen : »
Art. 2.Artikel 1, a), elfde streepje van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « - de periode van deeltijdse arbeid die aanleiding gaf tot een inkomensgarantie-uitkering in toepassing van artikel 131bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en de periode van deeltijdse arbeid met behoud van rechten in toepassing van artikel 29, § 2, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering; »
Art. 3.Aan artikel 1, a), van hetzelfde besluit wordt een veertiende streepje toegevoegd, luidend als volgt : « - de periodes van verblijf in het buitenland van een werknemer die samenwoont met een Belg, die werkzaam is in het kader van de stationering van de Belgische strijdkrachten; »
Art. 4.Aan artikel 1, b), van hetzelfde besluit wordt een achtste streepje toegevoegd, luidend als volgt : « - de periode van tewerkstelling op grond van artikel 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 ter veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, op grond van artikel 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen en op grond van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 houdende harmonisering van diverse stelsels werkervaringsprojecten; »
Art. 5.Aan artikel 1, d), van hetzelfde besluit worden een achtste en negende streepje toegevoegd, luidend als volgt : « - de tewerkstellingsduur van de werknemer tewerkgesteld als gesubsidieerde contractueel zoals bepaald in de artikelen 6bis en 6ter van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen en in de artikelen 6bis en 6ter van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 ter veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen; - de periode van tewerkstelling op grond van artikel 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 ter veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, op grond van artikel 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen en op grond van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 houdende harmonisering van diverse stelsels werkervaringsprojecten; »
Art. 6.Aan artikel 1 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2. In toepassing van artikel 5, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 474 en van artikel 2, § 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen, worden voor de tewerkstelling van gesubsidieerde contractuelen zoals bepaald in artikel 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen de volgende periodes gelijkgesteld met een periode van vergoede volledige werkloosheid of met een periode van inschrijving als werkzoekende : - de periode gedurende dewelke de werkloze genoten heeft van wachtuitkeringen; - de periode van vrijstelling van stempelcontrole om sociale en familiale redenen zoals bepaald in artikel 90 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering; - de periode van beroepsopleiding tijdens een periode van uitkeringsgerechtigde volledige werkloosheid of tijdens een periode van inschrijving als werkzoekende; - de periode van tewerkstelling in een beschermde werkplaats; - de periode van administratieve sanctie of uitsluiting op grond van artikel 51 tot 52 en 153 tot 156 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende werkloosheidsreglementering; - de periode van militaire dienst en dienst als gewetensbezwaarde tijdens een periode van volledige werkloosheid of tijdens een periode van inschrijving als werkzoekende; - de vergoede ziekteperiode tijdens de werkloosheid of tijdens een periode van inschrijving als werkzoekende; - de periode van onderbreking van de werkloosheid of tijdens een periode van onderbreking van de inschrijving als werkzoekende van minder dan 3 maanden; - de periode van gevangenzetting tijdens een periode van volledige werkloosheid of tijdens een periode van inschrijving als werkzoekende; - de periode van uitkeringsgerechtigde volledige werkloosheid op grond van artikel 103 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende werkloosheidsreglementering; - de periode gedurende dewelke de uitkeringsgerechtigde werkloze in toepassing van artikel 42, § 2, 9°, van het koninklijk besluit van 25 november l991 vrijwillig verzaakt aan werkloosheidsuitkeringen; - de periode waarin de werkzoekende het bestaansminimum heeft genoten, - de periodes van wachttijd in de zin van artikel 36, § 1, eerste lid, 4°, van het besluit van 25 november 1991, tijdens dewelke de werkzoekende niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst, onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders of door een stageovereenkomst bedoeld in het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces; - de werkloosheidsperiode die niet vergoed werd ingevolge de toepassing van de artikelen 80 tot 88 van het koninklijk besluit van 25 november houdende de werkloosheidsreglementering; - de periodes van verblijf in het buitenland van een werknemer die samenwoont met een Belg, die werkzaam is in het kader van de stationering van de Belgische strijdkrachten; - de periode van tewerkstelling op grond van artikel 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 ter veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen, op grond van artikel 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen en op grond van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 houdende harmonisering van diverse stelsels werkervaringsprojecten, onverminderd de bepaling van artikel 7bis, § 5, derde lid, van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen. »
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 1997.
Brussel, 14 januari 1998.
Th. KELCHTERMANS