gepubliceerd op 24 juni 2005
Ministerieel besluit tot vaststelling van het presentiegeld van sommige leden van de Beheerscommissie van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
13 MEI 2005. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het presentiegeld van sommige leden van de Beheerscommissie van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis
De Minister van Landsverdediging, Gelet op de Programmawet van 30 december 2001, inzonderheid op de artikelen 95 en 168;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 maart 2003 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, wetenschappelijke instelling die ressorteert onder de Minister van Landsverdediging, als Staatsdienst met afzonderlijk beheer, inzonderheid op het artikel 4, § 4;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 16 februari 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 25 juni 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 18 augustus 2004;
Gelet op het protocol nr. 128/3 van 19 april 2005 van het Sectorcomité I;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, wetenschappelijke instelling die ressorteert onder de Minister van Landsverdediging, als Staatsdienst met afzonderlijk beheer, op 1 januari 2003 van kracht werden;
Overwegende dat het aangewezen is zonder verder uitstel het bedrag vast te stellen van het presentiegeld van sommige leden van beheerscommissie, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Aan de zes stemgerechtigde leden aangewezen om zitting te nemen in de beheerscommissie van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis en aan de Voorzitter van de Wetenschappelijke Raad, wordt een presentiegeld per vergadering toegekend van 37,18 EUR. Dit presentiegeld is voor rekening van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer.
Het presentiegeld wordt gekoppeld aan de mobiliteitsregeling toepasselijk op de wedden van het personeel der ministeries. Het wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,14. § 2. De personen mogen gebruik maken van hun eigen voertuig om zich naar de plaats te begeven waar de vergadering plaatsvindt.
De terugbetaling van de reiskosten gebeurt conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.
Brussel, 13 mei 2005.
A. FLAHAUT