gepubliceerd op 16 oktober 1998
Ministerieel besluit houdende bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen voor de gerechtelijke stage
12 OKTOBER 1998. - Ministerieel besluit houdende bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen voor de gerechtelijke stage
De Minister van Justitie, Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 259bis, § 4, a, ingevoegd bij de wet van 18 juli 1991 en gewijzigd bij de wet van 6 augustus 1993;
Overwegende dat dient te worden overgegaan tot de organisatie van nieuwe examens voor de werving van magistraten, teneinde over voldoende laureaten te beschikken die voor een benoeming tot magistraat voorgedragen kunnen worden;
Overwegende dat het aangewezen is om aan de kandidaten een bredere keuze van materies aan te bieden ten einde het examen inzake beroepsbekwaamheid aantrekkelijker te maken, Besluit :
Artikel 1.De programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid, bedoeld in de artikelen 187, 189, 191, 193, 194, 207, 208, 209, 254 en 258 van het Gerechtelijk Wetboek, en van het vergelijkend toelatingsexamen voor de gerechtelijke stage, bedoeld in artikel 259quater van het Gerechtelijk Wetboek, vastgesteld door het Wervingscollege der magistraten in zijn voltallige vergadering van 29 september 1998, gehecht in bijlage aan dit besluit, worden bekrachtigd.
Art. 2.Het ministerieel besluit van 13 oktober 1993 houdende bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen voor de gerechtelijke stage wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 12 oktober 1998.
T. VAN PARYS
Bijlage Wervingscollege der magistraten Examenprogramma's Afdeling 1. - Het vergelijkend toelatingsexamen
voor de gerechtelijke stage Het vergelijkend toelatingsexamen voor de gerechtelijke stage bestaat uit twee proeven : 1° een schriftelijke proef die omvat : a) het opstellen van een samenvatting van een gerechtelijke beslissing met aanduiding van trefwoorden en met een commentaar, dat alles zowel vanuit het oogpunt van het materieel als van het gerechtelijk recht. Deze beslissing zal in hoofdzaak betrekking hebben op de materie die door de kandidaat zal worden gekozen uit het hiernavolgende : - handelsrecht; - verbintenissen- en contractenrecht, zakenrecht en zekerheidsrecht; - personen- en familierecht, huwelijksvermogensrecht, erfrecht, schenkingen en testamenten; - strafrecht; - grondwettelijk en administratief recht; - arbeids- en sociale-zekerheidsrecht.
De kandidaten beschikken hiervoor over twee uren; b) een samenvatting met kritisch commentaar van een uiteenzetting van ongeveer vijftien minuten over een actueel onderwerp van sociale, economische, politieke of culturele aard in verband met het recht. Tijdens deze uiteenzetting worden geen nota's genomen.
De kandidaten beschikken hiervoor over twee uren; 2° een mondelinge proef die omvat : a) een gedachtewisseling over het geheel of een deel van de schriftelijke proef;b) een kritische uiteenzetting van ongeveer tien minuten te houden door de kandidaat, zonder nota's, over een door hem gekozen juridisch onderwerp, met uitsluiting van diegene die voor de schriftelijke proef werden gekozen.Deze uiteenzetting kan worden gevolgd door een gedachtewisseling.
Slechts de kandidaten die over het geheel van de schriftelijke proef 60 % der punten hebben behaald, worden tot de mondelinge proef toegelaten.
Worden gerangschikt, de kandidaten die zowel in de mondelinge als in de schriftelijke proef 60 % der punten behaald hebben. Afdeling 2. - Examen inzake beroepsbekwaamheid
Het examen inzake beroepsbekwaamheid bestaat uit twee proeven : 1° een schriftelijke proef die omvat : a) een verhandeling over een aan de kandidaten opgelegd actueel onderwerp van sociale, economische, politieke of culturele aard in verband met het recht. De kandidaten beschikken hiervoor over drie uren; b) het opstellen van een gerechtelijke beslissing in een zaak, waarvoor de gegevens aan de kandidaten in de vorm van een volledig dossier ter beschikking worden gesteld.De kandidaten kiezen tussen drie materies, aangeduid door elk van de examencommissies en bekendgemaakt in het bericht bedoeld bij artikel 8 van het koninklijk besluit van 5 maart 1992 betreffende de werving van magistraten. Zij delen hun keuze mee op het ogenblik dat zij hun aanvraag tot deelneming aan de proef verzenden.
Een documentatie wordt hun ter beschikking gesteld.
De kandidaten beschikken hiervoor over vijf uren; 2° een mondelinge proef die omvat : a) een kritische uiteenzetting van ongeveer tien minuten te houden door de kandidaat, zonder nota's, over een onderwerp van gerechtelijk privaatrecht of strafvordering, naar zijn keuze, gevolgd door een mondelinge ondervraging over deze uiteenzetting;b) een gedachtewisseling over het geheel of een deel van de schriftelijke proef. Slechts de kandidaten die over beide gedeelten van de schriftelijke proef 60 % van de punten behalen worden toegelaten tot de mondelinge proef.
Bekomen het getuigschrift van beroepsbekwaamheid, de kandidaten die zowel in de mondelinge als in de schriftelijke proef 60 % der punten behaald hebben.