gepubliceerd op 03 augustus 2006
Ministerieel besluit tot vrijstelling van de verplichting om jonge werknemers in dienst te nemen voor de ondernemingen die voor hun werklieden onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf vallen
12 JULI 2006. - Ministerieel besluit tot vrijstelling van de verplichting om jonge werknemers in dienst te nemen voor de ondernemingen die voor hun werklieden onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf vallen (1)
De Minister van Werk, Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 42, gewijzigd bij de programmawet van 22 december 2003 en de wet van 3 juli 2005;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 32, § 2, eerste lid, 33, § 2, derde lid, 34, 39, § 4, tweede lid, en § 5, tweede lid, 42, § 2, 46, eerste lid, 47, § 4, eerste en vierde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 10, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 januari 2002 en van 21 januari 2004;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomsten van 14 juli 2005 en van 6 oktober 2005 tot wijziging en verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 betreffende de duurzame beroepsintegratie, de herintegratie en de opleiding van risicogroepen gesloten in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf;
Gelet op de aanvraag en het advies van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf van 14 juli 2005;
Gelet op het voorstel van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gedaan op 16 februari 2006, Besluit :
Artikel 1.De ondernemingen die voor hun werklieden onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf vallen worden, voor de periode van 1 januari 2006 tot 31 december 2007, volledig vrijgesteld van de verplichting om nieuwe werknemers in dienst te nemen, zoals bedoeld in artikel 39, § 4, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.
Brussel, 12 juli 2006.
P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 24 december 1999, Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000; Wet van 7 juli 2005, Belgisch Staatsblad van 19 juli 2005;
Koninklijk besluit van 30 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 31 maart 2000;
Koninklijk besluit van 21 januari 2002, Belgisch Staatsblad van 7 februari 2002;
Koninklijk besluit van 21 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 3 februari 2004.