gepubliceerd op 30 januari 1999
Ministerieel besluit houdende benoeming van de leden van de Commissie voor Onderzoek van Rijnschepen
11 JANUARI 1999. - Ministerieel besluit houdende benoeming van de leden van de Commissie voor Onderzoek van Rijnschepen
De Minister van Vervoer, Gelet op het koninklijk besluit van 16 december 1927 betreffende de instelling van een commissie belast met het onderzoek van de Rijnschepen;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1976 houdende goedkeuring van het Reglement betreffende het Onderzoek van Rijnschepen;
Gelet op het ministerieel besluit van 9 oktober 1995 houdende benoeming van de leden van de Commissie voor Onderzoek van Rijnschepen;
Overwegende dat het noodzakelijk is om, gezien de bekommernis om de objectiviteit zowel wat betreft de evaluatie van de theoretische kennis over de onderwerpen die het voorwerp uitmaken van de examens en hun concrete toepassing als wat betreft de kwotering van deze evaluatie, een examencommissie op te richten waarvan de leden komen uit verschillende betrokken organen van het beroep, Besluit :
Artikel 1.Zijn benoemd bij de Commissie voor Onderzoek van Rijnschepen : 1° als werkende leden : a) in hoedanigheid van voorzitter : de heer BROUCKE, M., ingenieur-directeur bij het Bestuur van de Maritieme Zaken en van de Scheepvaart. b) in hoedanigheid van vertegenwoordiger van het Bestuur van de Maritieme Zaken en van de Scheepvaart : Mevr.VAN RAVESTYN, I., technicus en mevr. VAN PASSEL, A.-M., scheepvaartdeskundige; de heren VAN DEN ABEELE, D., industrieel ingenieur en PIRSON, J., adviseur; c) in hoedanigheid van deskundige op het gebied van de bouw van binnenschepen en hun machines : de heren CROO, H., VINDEVOGEL, Ph., industrieel ingenieurs, TRIFFAUX, C., e.a. technisch ingenieur; de heren COOLEMAN, N., CORVELEYN, R., DE GRAEVE, W., DE WAELE, W., GERRIS, W., VANOVERSCHELDE, D. scheepvaartdeskundige, ambtenaren bij het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur. d) in hoedanigheid van gepatenteerde Rijnschipper : de heer VANLOOY, F., eerste schipper bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Leefmilieu en Infrastructuur Zeewezen Schelde. 2° als plaatsvervangende leden : a) in hoedanigheid van voorzitter : de heren HEYNDERICKX, J., ingenieur-directeur, VAN REUSEL, A., industrieel ingenieur, ambtenaren bij het Bestuur van de Maritieme Zaken en van de Scheepvaart b) in hoedanigheid van vertegenwoordiger van het Bestuur van de Maritieme Zaken en van de Scheepvaart : Mej.RUYS, A., bestuursassistent; de heren VAN SCHOORISSE, N., industrieel ingenieur; JIROFLE, L., bestuursassistent. c) in hoedanigheid van deskundige op het gebied van de bouw van binnenschepen en hun machines : de heren WOOLF, M., HEYLEBROECK, B., ingenieurs, FONCKE, W., industrieel ingenieur, FACON, H., SOREL, F., zeevaartinspecteurs, DAMMAN, C., DEFRAEYE, D., DERMAUT, G., HOSTEN, L., LAGROU, P., LANDSCHOOT, D., T'JAECKX, Ph., VERCNOCKE, D, scheepsmeters, ambtenaren bij het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur Bestuur Maritieme Zaken en van de Scheepvaart. d) in hoedanigheid van gepatenteerde Rijnschipper : de heer DE LAMPER, J., leraar bij het Hoger Rijksinstituut voor Technisch Onderwijs te Deurne.
Art. 2.De bij artikel 1 van dit besluit bedoelde mandaten worden toegekend voor een periode van drie jaar ingaande de dag waarop dit besluit in werking treedt.
Art. 3.De bij ministerieel besluit van 9 oktober 1995 gewijzigd op 4 juni 1996 en 17 december 1997 houdende benoeming van de leden van de Commissie voor Onderzoek van Rijnschepen verleende mandaten worden verlengd van 1 december 1998 tot op de datum waarop dit besluit in werking treedt.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 3 dat uitwerking heeft met ingang van 1 december 1998.
Brussel, 11 januari 1999.
M. DAERDEN