10 MAART 1999. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 25 november 1981 houdende regeling van de toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties en van een toelage voor overwerk aan sommige burgerlijke ambtenaren van de Dienst militaire veiligheid

De Minister van Landsverdediging, Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het ministerieel besluit van 25 november 1981 houdende regeling van de toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties en van een toelage voor overwerk aan sommige burgerlijke ambtenaren van de Dienst militaire veiligheid, gewijzigd door de ministeriële besluiten van 9 december 1991 en 21 maart 1994;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 september 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 7 april 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 7 april 1998;

Gelet op het protocol van 12 oktober 1998 waarin de conclusies van de onderhandelingen gevoerd binnen het Sectorcomité XIV zijn vermeld, Besluit :

Artikel 1.Artikel 6 van het ministerieel besluit van 25 november 1981 houdende regeling van de toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties en van een toelage voor overwerk aan sommige burgerlijke ambtenaren van de Dienst militaire veiligheid, gewijzigd door het ministerieel besluit van 21 maart 1994, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 6.Het bedrag van de in artikel 4 bepaalde toelage, is, per uur, vastgelegd op 145 percent van het 1850e deel van de jaarlijkse brutowedde, van kracht op 1 november 1993, eventueel slechts verhoogd met de toelage voor de uitoefening van hogere functies. »

Art. 2.Artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het ministerieel besluit van 21 maart 1994, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 9.Het bedrag van de in artikel 7 bedoelde toelage is, per uur, vastgelegd op 32,5 percent van het 1850e deel van de jaarlijkse brutowedde van kracht op 1 november 1993 eventueel slechts verhoogd met de toelage voor de uitoefening van hogere functies. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1997.

Brussel, 10 maart 1999.

De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY