10 JANUARI 2003. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van het vergoedingsstelsel voor de personeelsleden van de Administratie der douane en accijnzen in opdracht in Kosovo

De Minister van Financiën, Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, inzonderheid op artikel 108, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;

Overwegende dat de Ministerraad tijdens zijn zittingen van 10 december 1998 en 10 september en 26 november 1999 heeft beslist om, op verzoek van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), douaneambtenaren te laten deelnemen aan humanitaire opdrachten in Kosovo en hen een vergoeding toe te kennen wegens verwijdering van hun familie en voor de risico's die ze lopen alsook voor de hinder en de ongemakken die voortvloeien uit de bijzondere omstandigheden onder dewelke deze operatie wordt uitgevoerd;

Overwegende dat het vergoedingsstelsel dient vastgesteld te worden voor de personeelsleden van de Administratie der douane en accijnzen in opdracht in Kosovo, Besluit :

Artikel 1.Het personeelslid van de Administratie der douane en accijnzen dat naar Kosovo gestuurd wordt, geniet naast de wedde die hoort bij zijn graad van een dagvergoeding van 80,57 EUR vanaf de dag van vertrek in opdracht tot en met de dag van terugkomst in België.

De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel van de ministeries is van toepassing op de bedoelde dagvergoeding. Zij wordt aan het spilindexcijfer 138,01 gekoppeld.

Art. 2.Gedurende de periode tijdens dewelke de personeelsleden genieten van de in artikel 1 bedoelde vergoeding, hebben zij, buiten hun wedde, geen recht op enige andere vergoeding.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 20 februari 2000.

Brussel, 10 januari 2003.

D. REYNDERS