gepubliceerd op 08 maart 2004
Ministerieel besluit houdende vaststelling van het vergoedingsstelsel voor de personeelsleden van de Administratie der douane en accijnzen in opdracht in Kosovo
10 FEBRUARI 2004. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van het vergoedingsstelsel voor de personeelsleden van de Administratie der douane en accijnzen in opdracht in Kosovo
De Minister van Financiën, Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet, Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 juni 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 9 januari 2002 en 17 april 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 4 september 2001 en 16 mei 2003;
Gelet op de onderhandelingsprotocol van 9 december 2003 van het Sectorcomité II-Financiën;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat op 10 januari 2003 een ministerieel besluit werd uitgevaardigd houdende vaststelling van het vergoedingsstelsel voor de personeelsleden van de Administratie der douane en accijnzen in opdracht in Kosovo;
Overwegende dat het bovengenoemde ministerieel besluit niet aan de administratieve en begrotingscontrole werd onderworpen, is het absoluut noodzakelijk dat het vergoedingsstelsel voor de personeelsleden der douane en accijnzen in opdracht te Kosovo bij hoogdringendheid wordt geregulariseerd;
Overwegende dat deze opdracht, voor de ambtenaren van de Administratie der douane en accijnzen bijkomende kosten veroorzaakt en een grote beschikbaarheid vereist, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Een dagvergoeding van 80,57 EUR wordt toegekend aan de personeelsleden van de Administratie der douane en accijnzen die in opdracht zijn te Kosovo en die deelnemen aan de operaties met humanitair karakter gepatroneerd door één of meerdere internationele instellingen. § 2. Als de vergoeding is toegekend, wordt zij uitbetaald vanaf de dag van het vertrek van het Belgisch grondgebied tot en met de dag van terugkeer op het Belgisch grondgebied. De vergoeding wordt gekoppeld aan de mobiliteitsregeling die van toepassing is op de wedden van het personeel van de ministeries. Zij wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.
Art. 2.§ 1. De in artikel 1 vastgestelde vergoeding dekt de bijkomende kosten die een scheiding van de familie met zich meebrengt en die voortvloeien uit het risico dat gelopen wordt evenals de hinder en de ongemakken die doorstaan moeten worden ingevolge de bijzondere omstandigheden waarin de operaties bedoeld in artikel 1 worden uitgevoerd. § 2. Voor de periode gedurende dewelke het personeelslid bedoeld in artikel 1 van dit besluit van de in hetzelfde artikel voorziene vergoeding geniet, kan het geen rechten laten gelden op eender welke andere vergoeding of toelage verbonden aan de uitoefening van zijn functie bij de Administratie der douane en accijnzen voor zijn vertrek naar Kosovo.
Art. 3.Het ministerieel besluit van 10 januari 2003 houdende vaststelling van het vergoedingsstelsel voor de personeelsleden van de Administratie der douane en accijnzen in opdracht in Kosovo wordt ingetrokken.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 20 februari 2000.
Brussel, 10 februari 2004.
De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE