gepubliceerd op 23 september 2005
Ministerieel besluit tot aanwijzing van de ambtenaar als bedoeld in de artikelen 2, § 5, 4, § 4, 7, § 1, 8, § 1, 2° en § 3, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid
9 SEPTEMBER 2005. - Ministerieel besluit tot aanwijzing van de ambtenaar als bedoeld in de artikelen 2, § 5, 4, § 4, 7, § 1, 8, § 1, 2° en § 3, van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1997, 9 juni 1999, 10 juni 2001, 25 april, 7 mei en 27 december 2004 en bij de programmawet van 27 december 2004, inzonderheid de artikelen 2, § 5, 4, § 4, 7, § 1, 8, § 1, 2° en § 3, Besluit : Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° De wet : de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1997, 9 juni 1999, 10 juni 2001, 25 april, 7 mei en 27 december 2004 en bij de programmawet van 27 december 2004;2° De Minister : De Minister die Binnenlandse Zaken onder zijn bevoegdheden heeft.
Art. 2.§ 1. In toepassing van artikel 2, § 5, van de wet, en met uitzondering van de gevallen bedoeld in paragraaf 2 van dit artikel, wordt de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid aangewezen voor het uitoefenen van de bevoegdheden van de Minister als bedoeld in artikel 2, §§ 1 en 2 van de wet, behalve aangaande beslissingen bestaande uit een eerste vergunning, een weigering van een vergunning of een weigering van een vernieuwing van een vergunning. § 2. In toepassing van artikel 2, § 5, van de wet, worden de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid en de ambtenaren of personeelsleden van ten minste klasse A31, behorende tot de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, aangewezen voor het uitoefenen van de bevoegdheden van de Minister als bedoeld in artikel 2, §§ 1 en 2 van de wet betreffende de beslissingen omtrent wijzigingen in verband met de juridische vorm, de benaming, het zeteladres en/of de vestigingsplaats van de bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten.
Art. 3.§ 1. In toepassing van artikel 4, § 4, van de wet en met uitzondering van de gevallen bedoeld in paragraaf 2 van dit artikel, wordt de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid aangewezen voor het uitoefenen van de bevoegdheden van de Minister als bedoeld in artikel 4, §§ 2 en 3 van de wet, behalve aangaande beslissingen bestaande uit een eerste vergunning, een weigering van een vergunning of een weigering van een vernieuwing van een vergunning. § 2. In toepassing van artikel 4, § 4, van de wet, worden de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid en de ambtenaren of personeelsleden van ten minste klasse A31, behorende tot de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, aangewezen voor het uitoefenen van de bevoegdheden van de Minister als bedoeld in artikel 4, §§ 2 en 3 van de wet betreffende de beslissingen omtrent wijzigingen in verband met de juridische vorm, de benaming, het zeteladres en/of de vestigingsplaats van de ondernemingen voor veiligheidsadvies en de opleidingsinstellingen.
Art. 4.In toepassing van artikel 8, § 1, 2°, van de wet, worden de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid en de ambtenaren of personeelsleden van ten minste klasse A31, behorende tot de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, aangewezen voor het goedkeuren van het model van de werkkleding dat de personen die in dienst van of voor rekening van een bewakingsonderneming of een interne bewakingsdienst werken, kunnen dragen.
Art. 5.In toepassing van artikel 8, § 3, van de wet, worden de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid en de ambtenaren of personeelsleden van ten minste klasse A31, behorende tot de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, aangewezen voor het afleveren van de identificatiekaart, bedoeld in dit artikel.
Brussel, 9 september 2005.
P. DEWAEL