9 SEPTEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot toekenning van een forfaitaire vergoeding aan personeelsleden van de Administratie der douane en accijnzen voor de verzorging van een erkende hond

De Minister van Financiën, Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 7;

Overwegende dat het aangewezen is de personeelsleden van de Administratie der douane en accijnzen schadeloos te stellen voor de lasten die zij dragen voor het thuis verzorgen van een erkende hond;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 december 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 2 april 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 3 mei 2002;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 8 juli 2002 van het Sectorcomité II - Financiën;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat, in de strijd tegen de steeds toenemende handel in verdovende middelen de drughondenteams zo snel mogelijk operationeel dienen te zijn, de erkende honden reeds in de maand januari 2002 aan de daartoe aangeduide ambtenaren van de Administratie der douane en accijnzen werden overhandigd;

Overwegende dat deze ambtenaren vanaf de datum van overhandiging alle kosten in verband met de verzorging van deze erkende honden zelf betaald hebben;

Overwegende dat, wil men de goede werking van de drughondenteams niet in het gedrang brengen, de hondengeleiders zo snel mogelijk vergoed dienen te worden voor de kosten van verzorging van de erkende hond en dat het derhalve vereist is dit besluit zonder verwijl te nemen, Besluit :

Artikel 1.Een forfaitaire maandelijkse vergoeding wordt toegekend aan de ambtenaren van de Administratie der douane en accijnzen die, op beslissing van de administratiechef of zijn gedelegeerde, een erkende hond thuis verzorgen buiten de periodes waarin zij met deze hond dienstprestaties leveren.

Deze forfaitaire vergoeding dekt alle kosten, zowel buiten als tijdens de dienstprestaties, behalve deze die opgesomd zijn in artikel 2.

Art. 2.De volgende kosten worden niet gedekt door de forfaitaire vergoeding : - de aankoopkosten van de hond en van de kennel; - de kosten van opleiding van de hond en van bijscholing; - de kosten van veterinaire en medische aard voor de hond.

Ar. 3. De maandelijkse vergoeding bedraagt 75 EUR en wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.

Zij wordt op hetzelfde moment betaald als de wedde.

Art. 3.§ 1. De vergoeding is verschuldigd in alle administratieve standen waarin de ambtenaar recht heeft op zijn wedde. § 2. Wanneer de toekenningsvoorwaarden van deze vergoeding vervuld worden of ophouden te bestaan op een andere datum dan de eerste dag van een maand, wordt zij prorata temporis verminderd tot een beloop van 1/30ste van het maandelijks bedrag per dag waarop de toekenningsvoorwaarden niet vervuld werden.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Brussel, 9 september 2002.

De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE