gepubliceerd op 03 december 2002
Ministerieel besluit tot vaststelling van de nationale rassencatalogus voor landbouwgewassen, in uitvoering van het koninklijk besluit van 8 juli 2001
9 OKTOBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de nationale rassencatalogus voor landbouwgewassen, in uitvoering van het koninklijk besluit van 8 juli 2001
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen, inzonderheid artikel 2;
Gelet op het ministerieel besluit van 20 augustus 2001 tot vaststelling van de nationale rassencatalogus voor landbouwgewassen, in uitvoering van het koninklijk besluit van 12 mei 1972;
Gelet op het advies gegeven door het Comité voor de samenstelling van de nationale rassencatalogus voor landbouwgewassen;
Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, ' 1, vervangen bij de wet 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de gegevens van de nationale rassencatalogus voor de landbouwgewassen werden vastgesteld op 15 juli 2002 zodat het noodzakelijk is ze zo spoedig mogelijk te publiceren, Besluit :
Artikel 1.De tot de nationale catalogus voor landbouwgewassen toegelaten rassen op datum van 15 juli 2002 zijn in de aan dit besluit gevoegde bijlage opgenomen.
Art. 2.De uitlooptermijn toegestaan voor het in de handel brengen van zaaizaad van de geschrapte rassen, eindigt op de datum vermeld in de laatste kolom van de aan dit besluit gevoegde bijlage.
Zolang het betrokken ras evenwel voorkomt op de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen van de Europese Unie, blijft het verhandelen van zaaizaad ervan toegestaan.
Art. 3.Het ministerieel besluit van 20 augustus 2001 tot vaststelling van de nationale rassencatalogus voor landbouwgewassen, in uitvoering van het koninklijk besluit van 12 mei 1972 en de bij dat besluit gevoegde bijlage, worden opgeheven.
Brussel, 9 oktober 2002.
V. DUA
BIJLAGE NATIONALE RASSENCATALOGUS INHOUDSTAFEL LEGENDE A. BIETEN 01. Beta vulgaris L.altissima - Suikerbiet 02. Beta vulgaris L.alba - Voederbiet B. GROENVOEDERGEWASSEN 14. Festuca ovina L.- Schapegras 15. Festuca pratensis Hudson - Beemdlangbloem 16.Festuca rubra L - Roodzwenkgras. 17.1. Lolium multiflorum Lam. - Westerwolds raaigras 17.2. Lolium multiflorum Lam. - Italiaans raaigras 18. Lolium perenne L.- Engels raaigras 19.Lolium x boucheanum Kunth - Gekruist raaigras 22. Phleum pratense L - Timothee 38.Pisum sativum L. (partim) - Voedererwt 42. Trifolium pratense L.- Rode klaver 43. Trifolium repens L.- Witte klaver 48. Vicia sativa L.- Voederwikke 53. Raphanus sativus L.oleiformis Pers. - Bladrammenas C. OLIEHOUDENDE PLANTEN EN VEZELGEWASSEN 55. Brassica rapa L.(partim) - Raapzaad en stoppelknol 57. Brassica napus L.(partim) - Koolzaad 64. Linum usitatissimum L.- Vlas 66. Sinapis alba L.- Gele mosterd D. GRANEN 68. Avena sativa L.- Haver 69.1. Hordeum vulgare L. - Tweerijige gerst 69.2. Hordeum vulgare L. - Meerrijige gerst 72. Secale cereale L - Rogge.76. X Triticosecale Wittm.- Triticale 77. Triticum aestivum L.emend. Fiori et Paol. - Zachte tarwe 79. Triticum spelta L.- Spelt 80. Zea mays L.- Maïs E. AARDAPPELEN 81. Solanum tuberosum L.- Aardappel F. CICHOREI 85. Cichorium intybus L.- Industriële cichorei UITSLUITEND VOOR UITVOER ADRESSENLIJST VAN DE INSTANDHOUDERS EN VAN DE KWEKERS LEGENDE De rassencatalogus voor landbouwgewassen omvat negen kolommen : Kolom 1 (Soort) Kolom 2 (Rasbenaming) : - Rasbenaming Kolom 3 (K1) : Kenmerk 1. - Bieten, voedergewassen : ploïdie D = diploïde T = tetraploïde P = polyploïde - 16. Roodzwenkgras : 1 = 42 chromosomen 2 = 56 chromosomen - 57. Koolzaad voor oliewinning : erucazuur- en/of glucosinolaatgehalte « O" = ras met laag erucazuurgehalte « OO" = ras met laag erucazuur- en glucosinolaatgehalte - 64. Vlas : 1 = olievlas 2 = vezelvlas - 72. Rogge : H = Hybride - 80. Maïs : S = enkele hybride D = dubbele hybride T = drieweghybride Kolom 4 (K2) : Kenmerk 2. - Bieten : Een- of meerkiemigheid M = meerkiemig m = eenkiemig - Grassen : bestemming 1 = niet bestemd voor de teelt van voedergewassen - Graangewassen, 55. Raapzaad en stoppelknol, 57. Koolzaad : type 1 = winter 2 = zomer - 46. Paardeboon en veldboon : 2 = zomer Kolom 5 (K3) Kenmerk 3. - 01. of 02. Bieten 1 = 2n = diploïde zonder mannelijke steriliteit 2 = 2n x 2n = Diploïde mannelijk steriele maal een diploïde bestuiver 3 = 4n x 2n = Tetraploïde mannelijk steriele maal een diploïde bestuiver 4 = 2n x 4n = Diploïde mannelijk steriele maal een tetraploïd e bestuiver 5 = 2n x (2n + 4n) = Diploïde mannelijk steriele maal een tetraploïde fertiele bestuiver 6 = 4n = Tetraploïde zonder mannelijke steriliteit 7 = 2n + 4n = Diploïde mannelijk fertiele plus een tetraploïde fertiele bestuiver - 55. Raapzaad en stoppelknol, 57. Koolzaad : 1 = voederdoeleinde Kolom 6 (a)Inst b)Kwek.) : a) verantwoordelijke voor de instandhouding : Elke instandhouder is opgegeven met een nummer. De lijst van de instandhouders bevindt zich achteraan deze bijlage. b) kweker : Elke kweker is opgegeven met een nummer. De lijst van de kwekers bevindt zich achteraan deze bijlage.
Kolom 7 (Insc.jaar) : - De datum van de eerste inschrijving Kolom 8 (Verlenging) : - De datum van de laatste herinschrijving NB. Deze herinschrijving geldt voor een termijn van vijf jaar.
Kolom 9 (Uitloopterm.) : Voor geschrapte rassen, de datum van de toegestane uitlooptermijn waarvan sprake in artikel 2 van het ministerieel besluit tot vaststelling van deze catalogus.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld ADRESSENLIJST VAN DE INSTANDHOUDERS EN VAN DE KWEKERS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 9 oktober 2002.
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, V. DUA