Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 09 november 2010
gepubliceerd op 25 november 2010

Ministerieel besluit houdende erkenning van de deskundigen aangewezen door de vennootschap voor het beheer van de rechten in het kader van de adviesprocedure die is vastgesteld in artikel 14 van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privégebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2010011436
pub.
25/11/2010
prom.
09/11/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 NOVEMBER 2010. - Ministerieel besluit houdende erkenning van de deskundigen aangewezen door de vennootschap voor het beheer van de rechten in het kader van de adviesprocedure die is vastgesteld in artikel 14 van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privégebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd


De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, de artikelen 59 tot 61;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privégebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd, artikel 14;

Overwegende dat in artikel 60 van voornoemde wet van 30 juni 1994 is bepaald dat de natuurlijke personen of de rechtspersonen die kopieën van werken vervaardigen, een vergoeding moeten betalen die evenredig is aan het aantal vervaardigde kopieën of, desgevallend, met décharge van eerstgenoemden, zij die onder bezwarende titel of gratis een reproductieapparaat ter beschikking stellen van anderen;

Overwegende dat artikel 10 van het voornoemde koninklijk besluit van 30 oktober 1997 aan degene die de vergoeding verschuldigd is bedoeld in artikel 60 van de voornoemde wet van 30 juni 1994, met het oog op de betaling van de in artikel 9 van het voornoemde koninklijk besluit van 30 oktober 1997 vastgestelde bedragen, bepaalde verplichtingen oplegt in het kader van de algemene medewerking betreffende de aangifte van het aantal gemaakte kopieën van beschermde werken;

Overwegende dat krachtens artikel 10, 3°, a), van het voornoemde koninklijk besluit van 30 oktober 1997 dat aantal in overleg met de vennootschap voor het beheer van de rechten kan worden geraamd;

Overwegende dat vergoedingsplichtigen die zorgen voor de inrichting van een of meer onderwijsinstellingen of instellingen voor openbare uitlening van oordeel kunnen zijn dat het aantal gemaakte kopieën van beschermde werken, vastgesteld op basis van de gestandaardiseerde roosters als bedoeld in artikel 11 van het voornoemde koninklijk besluit van 30 oktober 1997, lager of hoger ligt dan het aantal kopieën van beschermde werken gemaakt met de apparaten gebruikt door een of meer van die instellingen;

Overwegende dat in dat geval de vergoedingsplichtigen die zorgen voor de inrichting van een of meer onderwijsinstellingen of instellingen voor openbare uitlening ook de mogelijkheid hebben mee te werken overeenkomstig artikel 10 van het voornoemde koninklijk besluit van 30 oktober 1997;

Overwegende dat bij gebrek aan een raming in onderling overleg van het aantal kopieën van beschermde werken gemaakt tijdens de beschouwde periode, artikel 14 van het voornoemde koninklijk besluit van 30 oktober 1997 bepaalt dat de vennootschap voor het beheer van de rechten een advies kan vragen omtrent de raming van het aantal gemaakte kopieën van beschermde werken;

Overwegende dat dit advies moet worden gevraagd aan een of meer deskundigen, die werd(en) aangewezen hetzij in onderling overleg door de vergoedingsplichtige en de vennootschap voor het beheer van de rechten, hetzij door de vennootschap voor het beheer van de rechten;

Overwegende dat in het laatstgenoemde geval de aangewezen deskundige(n) moet(en) worden erkend door de minister bevoegd voor het auteursrecht, op voorwaarde dat hij (zij) voldoet (voldoen) aan de voorwaarden gesteld in artikel 14, § 3, van het voornoemde koninklijk besluit van 30 oktober 1997;

Overwegende dat de personen bedoeld in voorliggend besluit voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 14, § 3 van het voornoemde koninklijk besluit van 30 oktober 1997, Besluit :

Artikel 1.Worden erkend als deskundigen, aangewezen bij de vennootschap voor het beheer van de rechten CVBA Reprobel met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, De Brouckèreplein 12, en met ondernemingsnummer 0453.088.681, bij toepassing van artikel 14 van het koninklijk besluit van 30 oktober 1997 betreffende de vergoeding verschuldigd aan auteurs en uitgevers voor het kopiëren voor privégebruik of didactisch gebruik van werken die op grafische of op soortgelijke wijze zijn vastgelegd : Mevr. Nadine DEFRENE, wonende te 1390 Grez Doiceau;

De heer Theo RAEDSCHELDERS, wonende te 3680 Maaseik;

De heer Marc VAN GYSEL, wonende te 2540 Hove;

De heer Jean-Michel LAHAYE, wonende te 1050 Ixelles;

De heer Paul VAN PUYENBROECK, wonende te 2940 Stabroek;

De heer Dirk DE SLOOVERE, wonende te 9040 Gent;

De heer Guido SMOLDERS, wonende te 3980 Tessenderlo.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 9 november 2010.

V VAN QUICKENBORNE

^