gepubliceerd op 16 januari 2003
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 april 1999 houdende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de lokale dienstencentra
9 JANUARI 2003. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 30 april 1999 houdende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de lokale dienstencentra
De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen, en Ontwikkelingssamenwerking, Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, inzonderheid op artikel 24, § 2, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, inzonderheid op artikel 4, 2°, en artikel 3 van bijlage II;
Gelet op het ministerieel besluit van 30 april 1999 houdende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de lokale dienstencentra, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 8 juli 1999;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat, om de werking van een lokaal dienstencentrum te laten aansluiten bij het sociaal beleid van de gemeente waar het centrum wordt opgericht, sedert 1 juni 2002 het gemeentebestuur en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van die gemeente bij de erkenning van een lokaal dienstencentrum worden betrokken middels het uitbrengen van een voorafgaand advies over het initiatief; dat het besluit dat dit voorafgaand advies regelt, door de Raad van State werd nietig verklaard omdat daarover het advies van de afdeling wetgeving van die Raad niet was ingewonnen; dat dit besluit gedurende meerdere maanden werd toegepast; dat, met het oog op een consequente en gelijke behandeling van de erkenningsaanvragen en ter wille van de rechtszekerheid van de betrokken aanvragers, onverwijld een nieuw besluit moet worden genomen dat in de plaats komt van het voormelde besluit;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 december 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.In het ministerieel besluit van 30 april 1999 houdende de vaststelling van de evaluatiecriteria met betrekking tot de programmatie van de lokale dienstencentra wordt een artikel 10bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 10bis . Een aanvraag tot erkenning kan slechts voldoen aan de programmatie indien ze het gemotiveerd positief advies heeft bekomen van het college van burgemeester en schepenen en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van de gemeente waar het lokaal dienstencentrum wordt ingeplant over : 1° de noodzaak en de opportuniteit van de oprichting van het lokaal dienstencentrum in kwestie;2° de mate waarin dit lokaal dienstencentrum past binnen het sociaal beleid van de gemeente en bijdraagt tot de realisatie ervan;3° de bereidheid van de initiatiefnemer om zowel bij de oprichting als bij de werking van het lokaal dienstencentrum nauw samen te werken met het gemeentebestuur en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Indien evenwel de aanvraag betrekking heeft op een lokaal dienstencentrum dat ingeplant wordt in een gemeente van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, dient het advies, bedoeld in het eerste lid, door de Vlaamse Gemeenschapscommissie te zijn verleend. »
Art. 2.Dit besluit is ook van toepassing op de aanvragen tot erkenning van lokale dienstencentra, die vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit werden ingediend en waarover vóór die datum : 1° hetzij de beslissing om de erkenning te verlenen of het voornemen om de erkenning te weigeren, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, niet werd meegedeeld;2° hetzij de kennisgeving van de opschorting, bedoeld in artikel 11, § 1, van het in 1° vermelde besluit, niet werd gedaan.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 13 juli 2002.
In afwijking van het eerste lid treedt dit besluit op 9 januari 2003 in werking voor de aanvragen tot erkenning van lokale dienstencentra die ingeplant worden in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.
Brussel, 9 januari 2003.
M. VOGELS