gepubliceerd op 24 februari 1998
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 19 februari 1993 betreffende de identificatiekaart voor privé-detectives
9 FEBRUARI 1998. Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 19 februari 1993 betreffende de identificatiekaart voor privé-detectives
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective, gewijzigd door de wet van 30 december 1996, inzonderheid op de artikelen 2 en 12;
Gelet op het ministerieel besluit van 19 februari 1993 betreffende de identificatiekaart voor privé-detectives;
Gelet op het advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht van 4 september 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de voornoemde wet van 30 december 1996 reeds op 14 februari 1997 in werking getreden is; dat deze wet twee vergunningsstelsels in het leven roept met name één voor de in België gevestigde privé-detective en één voor de niet in België gevestigde privé-detective; dat bijgevolg twee verschillende types van identificatiekaarten voor privé-detectives dienen ingevoerd te worden evenals dat deze nieuwe identificatiekaarten dringend moeten afgeleverd worden, inzonderheid daar artikel 12 van de voornoemde wet bepaalt dat de privé-detective zijn identificatiekaart steeds bij zich moet dragen;
Gelet op het advies van de Raad van State verleend op 23 december 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 19 februari 1993 betreffende de identificatiekaart voor privé-detectives wordt een derde lid ingevoegd, luidend als volgt : « De identificatiekaart waarvan de verschillende modellen als bijlage bij dit besluit zijn afgebeeld, bevat enkel vermeldingen op de voorzijde. »
Art. 2.Artikel 2 van het voornoemde ministerieel besluit van 19 februari 1993 wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 2.§ 1. Indien de privé-detective een vestigingsplaats heeft in België, worden de volgende gegevens erop vermeld : 1° hoofding: "Identificatiekaart privé-detective";2° de vermelding "Deze kaart is geen identiteitskaart";3° naam, voornamen en geboortedatum van de houder;4° adres van de vestigingsplaats;5° het vergunningsnummer van de privé-detective;6° de volgende vermelding : "Deze kaart is geldig van .. . . . tot .................... "; 7° het volgnummer van de kaart;8° een vetgedrukte letter "D" met een breedte van 7 mm en een lengte van 15,3 mm. Op de linkerzijde van de kaart staat een pasfoto van de houder. § 2. Indien de privé-detective geen vestigingsplaats heeft in België, worden de volgende gegevens erop vermeld : 1° hoofding : " Identificatiekaart privé-detective";2° de vermelding : "Deze kaart is geen identiteitskaart";3° naam, voornamen en geboortedatum van de houder;4° adres van de vestigingsplaats in het buitenland;5° naam, voornamen, vergunningsnummer en adres van de vestigingsplaats van de privé-detective bij wie de aanvrager een fictieve vestigingsplaats heeft gekozen;6° het vergunningsnummer van de privé-detective;7° de volgende vermelding : " Deze kaart is geldig van .. . . . tot .................... "; 8° het volgnummer van de kaart;9° een vetgedrukte letter "D" met een breedte van 7 mm en een lengte van 15,3 mm. Op de linkerzijde van de kaart staat een pasfoto van de houder. »
Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde ministerieel besluit van 19 februari 1993 wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : « De afgifte van de identificatiekaarten voor privé-detectives vindt plaats in de kantoren van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie. »
Art. 4.Een artikel 4, luidend als volgt, wordt in hetzelfde ministerieel besluit van 19 februari 1993 ingevoegd : «
Art. 4.De reeds op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit uitgereikte identificatiekaarten blijven geldig tot het verstrijken van de vervaldatum vermeld op de kaart. »
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 9 februari 1998.
J. VANDE LANOTTE
Annexe - Bijlage - Anlage Modèle 1 - Model 1 - Muster 1 Modèle 3 - Model 3 - Muster 3 Modèle 5 - Model 5 - Muster 5 Modèle 6 - Model 6 - Muster 6
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld .
Gezien om als bijlage gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 9 februari 1998 tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 april 1992 betreffende de identificatiekaart voor privé-dectives.
Brussel, 9 februari 1998.
De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE