gepubliceerd op 23 december 2014
Ministerieel besluit houdende actualisatie van de huidige bandingfactoren en vastlegging van de bandingfactoren van groenestroomcertificaten en warmte-krachtcertificaten voor projecten met een startdatum vanaf 2015
VLAAMSE OVERHEID
Leefmilieu, Natuur en Energie
9 DECEMBER 2014. - Ministerieel besluit houdende actualisatie van de huidige bandingfactoren en vastlegging van de bandingfactoren van groenestroomcertificaten en warmte-krachtcertificaten voor projecten met een startdatum vanaf 2015
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, Gelet op het Energie
decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
06/07/2009
numac
2009035588
bron
vlaamse overheid
Decreet tot wijziging van het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet
sluiten, artikel 7.1.4/1, ingevoegd bij
decreet van 13 juli 2012Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
13/07/2012
pub.
11/09/2012
numac
2012204829
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende instemming met 1° de overeenkomst tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting naar het inkomen en naar vermogenswinsten, ondertekend te Brussel op 1 juni 1987, gewijzigd door het protocol van 24 juni 2009, 2° het protocol tot wijziging van de overeenkomst vermeld onder 1°, ondertekend te Parijs op 24 juni 2009
type
decreet
prom.
13/07/2012
pub.
06/09/2012
numac
2012204745
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende instemming met : 1° het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met protocollen I en II, ondertekend te Luxemburg op 5 juni 2001, zoals gewijzigd door het protocol, ondertekend te Berlijn op 23 juni 2009, 2° het protocol tot wijziging van het Verdrag en de protocollen, vermeld onder 1°, ondertekend te Berlijn op 23 juni 2009
sluiten en gewijzigd bij decreet van 28 juni 2013;
Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 6.2/1.1, tweede lid, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2012 pub. 31/12/2012 numac 2012036304 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de groenestroomcertificaten, de warmtekrachtcertificaten en de garanties van oorsprong type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2012 pub. 13/01/2015 numac 2014036954 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een subsidie voor de tolkuren Vlaamse Gebarentaal voor secundair, hoger en volwassenenonderwijs voor 2012-2013 en 2013-2014 sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 januari 2014, en artikel 6.2/1.6, eerste lid, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2012 pub. 31/12/2012 numac 2012036304 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de groenestroomcertificaten, de warmtekrachtcertificaten en de garanties van oorsprong type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2012 pub. 13/01/2015 numac 2014036954 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een subsidie voor de tolkuren Vlaamse Gebarentaal voor secundair, hoger en volwassenenonderwijs voor 2012-2013 en 2013-2014 sluiten;
Gelet op het rapport van het Vlaams Energieagentschap van 30 juni 2014;
Gelet op advies 56.726/3 van de Raad van State, gegeven op 7 november 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :
Artikel 1.Voor nieuwe projecten met startdatum in 2015 bedraagt de maximaal toegelaten bandingfactor 1.
Art. 2.Voor groenestroomprojecten wordt de bandingfactor per categorie, door het Vlaams Energieagentschap in haar rapport van 30 juni 2015 voorgesteld ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6.2/1.5, § 2, derde lid van het Energiebesluit, per categorie vastgesteld als volgt: 1° zonne-energie: a) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0;b) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,596;c) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,493;2° nieuwe installaties met betrekking tot windenergie op land, met een maximaal vermogen per turbine tot en met 4 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,681;3° nieuwe biogasinstallaties met een maximaal vermogen tot en met 5 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: a) voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;b) voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;c) recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0,292;d) voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0,365;e) overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;4° nieuwe biogasinstallaties met een maximaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: a) voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1;b) voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;c) recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0,0964;d) voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0,123;e) overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;5° nieuwe installaties voor de verbranding van vaste biomassa met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;6° nieuwe installaties voor de verbranding van vloeibare biomassa met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;7° nieuwe installaties voor de verbranding van biomassa-afval met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,938;8° nieuwe installaties voor de verbranding van huishoudelijk of bedrijfsafval met een maximaal vermogen tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0.
Art. 3.Voor WKK-projecten wordt de bandingfactor, door het Vlaams Energieagentschap in haar rapport van 30 juni 2014 voorgesteld ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6.2/1.5, § 2, derde lid van het Energiebesluit, per categorie vastgesteld als volgt: 1° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5°, met een bruto nominaal vermogen tot en met 10 kWe: a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;2° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5°, met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 200 kWe: a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;3° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5°, met een bruto nominaal vermogen groter dan 200 kWe tot en met 1MWe: a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;4° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties, voor zover ze niet behoren tot 5°, met een motor met een bruto nominaal vermogen groter dan 1 MWe tot en met 5MWe: a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;5° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op biogas met een maximaal bruto nominaal vermogen tot en met 5 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: a) nieuwe installaties: 1.voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1; 2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0;4. voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0;5. overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;b) ingrijpende wijzigingen: 1.voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1; 2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0;4. voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0;5. overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;6° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op biogas met een maximaal bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe en met een startdatum vanaf 1 januari 2015: a) nieuwe installaties: 1.voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1; 2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0;4. voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0;5. overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;b) ingrijpende wijzigingen: 1.voor de vergisting van hoofdzakelijk mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen: de bandingfactor bedraagt 1; 2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1;3. voor recuperatie van stortgas: de bandingfactor bedraagt 0;4. voor vergisting van rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0;5. overige vergisters: de bandingfactor bedraagt 1;7° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 1 tot en met 20 MWe met turbines op a) gas: 1.nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1; 2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;b) stoom: 1.nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1; 2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;c) beide: 1.nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1; 2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;8° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties met een bruto nominaal vermogen groter dan 20 tot en met 50 MWe met turbines op a) gas: 1.nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1; 2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1;b) stoom: 1.nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1; 2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 0,603;c) beide: 1.nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1; 2. ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2015: de bandingfactor bedraagt 1.
Art. 4.Voor groenestroomprojecten wordt de bandingfactor per categorie, door het rapport van het Vlaams Energieagentschap van 30 juni 2014 ter uitvoering van artikel 7.1.4/1, § 1, zesde lid van het Energiedecreet en artikel 6.2/1.3 van het Energiebesluit geactualiseerd en aangepast, gevalideerd als volgt: 1° zonne-energie: a) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,0847; b) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,954; c) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,788; d) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 31 juni 2014: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,0394; e) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 31 juni 2014: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,710; f) installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW en met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 31 juni 2014: de geactualiseerde bandingfactor bedraagt 0,610. 2° nieuwe installaties met betrekking tot windenergie op land, met een maximaal vermogen per turbine tot en met 4 MWe en: a) met een startdatum vanaf 1 januari 2013 t.e.m. 31 december 2013: de bandingfactor bedraagt 0,889; b) met een startdatum vanaf 1 januari 2014 t.e.m. 31 december 2014: de bandingfactor bedraagt 0,796.
Brussel, 9 december 2014.
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, A. TURTELBOOM