Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 08 maart 2013
gepubliceerd op 18 maart 2013

Ministerieel besluit houdende aanduiding binnen de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om voorlopige voorstellen te doen inzake tuchtstraffen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013201142
pub.
18/03/2013
prom.
08/03/2013
ELI
eli/besluit/2013/03/08/2013201142/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 MAART 2013. - Ministerieel besluit houdende aanduiding binnen de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om voorlopige voorstellen te doen inzake tuchtstraffen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 6 en artikel 78, § 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 februari 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/02/2002 pub. 07/02/2002 numac 2001002130 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg sluiten houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg;

Gelet op het advies van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg;

Gelet op het advies van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en modernisering van de Openbare Diensten, van 13 maart 2012 Gelet op het advies van de Minister van Begroting, van 19 juni 2012;

Gelet op het Protocol van de onderhandeling van het Sectorcomité XI;

Werkgelegenheid en Arbeid, van 4 februari 2013;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het zonder verwijl noodzakelijk is de verantwoordelijken aan te duiden die gemachtigd zijn een voorlopig voorstel van tuchtstraf uit te brengen binnen de overheidsdienst, Besluit :

Artikel 1.Worden aangewezen als bevoegde hiërarchische meerderen die gemachtigd zijn om een voorlopig voorstel uit te brengen inzake tuchtzaken : . De Voorzitter van het Directiecomité voor de ambtenaren van de Diensten van de voorzitter, alsmede voor de andere mandatarissen. . Elke directeur-generaal, titularis van een managementfunctie N-1, voor de ambtenaren van zijn algemene directie. . Elke stafdirecteur voor de ambtenaren van zijn stafdienst.

Art. 2.Bij afwezigheid of verhindering van de in artikel 1 bedoelde ambtenaar wordt het voorlopig voorstel gedaan door een rijksambtenaar van niveau A die tot de hoogste klasse van de betrokken directie behoort.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 7 december 1987 houdende aanwijzing van de hiërarchische meerderen inzake tuchtregeling wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op Gegeven te Brussel, 8 maart 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^