gepubliceerd op 26 februari 2019
Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van het verslag bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek dat bestemd is voor het vastleggen van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die gedaan zijn door de kandidaten en de politieke partijen in geval van verkiezingen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers, het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen
8 FEBRUARI 2019. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van het verslag bedoeld in artikel 94ter van het Kieswetboek dat bestemd is voor het vastleggen van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die gedaan zijn door de kandidaten en de politieke partijen in geval van verkiezingen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers, het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen
De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, zoals laatst gewijzigd door de wet van 15 juli 2018, inzonderheid op artikel 6;
Gelet op de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement, zoals laatst gewijzigd door de wet van 15 juli 2018 inzonderheid op artikel 6;
Gelet op de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid, zoals laatst gewijzigd door de wet van 25 november 2018;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid;
Gelet op de dringendheid;
Overwegende dat de voormelde wet van 4 juli 1989 en de voormelde wetten van 19 mei 1994 zowel de kandidaat-titularissen als de kandidaat-opvolgers en de politieke partijen verplichten om zich er schriftelijk toe te verbinden de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven na te leven, hun verkiezingsuitgaven en de herkomst van de middelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken, aan te geven binnen de vijfenveertig dagen na de verkiezingsdatum, de bewijsstukken betreffende de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de middelen te bewaren gedurende de twee jaar volgend op de verkiezingsdatum en de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van minstens 125 euro doen, alsook de identiteit van de ondernemingen, de feitelijke verenigingen en de rechtspersonen die hen sponsoren voor minstens 125 euro, te registreren; dat, aangezien het gaat om gelijktijdige verkiezingen voor het Europees Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen, die zullen plaatsvinden op 26 mei 2019, de periode voor de beperking van de verkiezingsuitgaven gaat in op 26 januari 2019; dat het model van verslag dat de kieshoofdbureaus na de verkiezingen moeten opstellen voor het vastleggen van de uitgaven voor verkiezingspropaganda, gedaan door de kandidaten en de politieke partijen met het oog op die verkiezingen, en voor het vastleggen van de herkomst van de desbetreffende middelen, onmiddellijk goedgekeurd moet worden, Besluit :
Artikel 1.Het verslag dat de voorzitters van de kieskring- of collegehoofdbureaus moeten opstellen voor het vastleggen van de uitgaven voor verkiezingspropaganda die de kandidaten en de politieke partijen gedaan hebben in geval van verkiezingen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers, het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen, alsmede voor de herkomst van de geldmiddelen die zij daartoe hebben aangewend, stemt overeen met het model dat als bijlage bij dit besluit is opgenomen.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 8 februari 2019.
P. DE CREM
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld