Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 08 december 2009
gepubliceerd op 22 december 2009

Ministerieel besluit betreffende de gewestelijke steun die aan de melkproducenten verleend wordt in het kader van de buitengewone daling van de melkprijzen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2009205885
pub.
22/12/2009
prom.
08/12/2009
ELI
eli/besluit/2009/12/08/2009205885/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 DECEMBER 2009. - Ministerieel besluit betreffende de gewestelijke steun die aan de melkproducenten verleend wordt in het kader van de buitengewone daling van de melkprijzen


De Minister van Landbouw.

Gelet op Verordening (EG) nr. 1535/2007 van de Commissie van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de minimis-steun in de landbouwsector;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, V, zoals gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 juli 1993, 13 juli 2001 en 12 augustus 2003;

Gelet op de wet van 15 februari 1961 houdende oprichting van een Landbouwinvesteringsfonds, gewijzigd bij de wetten van 29 juni 1971, 15 maart 1976, 3 augustus 1981 en 15 februari 1990;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw-, en zeevisserijproducten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2008 voor de investeringen in de landbouwsector, inzonderheid op artikel 76bis, ingevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 24 september 2009;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 september 2009 houdende toepassing van artikel 76bis van het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2008 betreffende de investeringen in de landbouwsector;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 december 2009;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 8 december 2009;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de huidige crisis in de zuivelsector, veroorzaakt door de buitengewone daling van de melkprijzen aan het einde van het jaar 2008, impliceert dat dringend steunmaatregelen voor de sector getroffen moeten worden;

Overwegende dat er met name reden is om een steunregeling ten gunste van de zuivelproducenten op touw te zetten om de thesaurie van de zuivelbedrijven te ontlasten;

Overwegende dat elke vertraging in de aanneming en de uitvoering van bovenvermelde steunregeling nadelig zou zijn voor het geheel van de zuivelsector, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "besluit" : het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2008 voor de investeringen in de landbouwsector;2° "administratie" : de directeur-generaal van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Landelijke Aangelegenheden en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst, of diens afgevaardigde.

Art. 2.Binnen de perken van de beschikbare berotingskredieten kan een de minimis-steun toegekend worden aan de melkproducenten die schatkistproblemen ondervinden ingevolge de buitengewone of onverwachte daling van de melkprijs en die daarom een lening aangaan bij een erkende kredietinstelling.

Art. 3.De steun bedoeld in artikel 2 wordt verleend als volgt : 1° de toekenning van een rentesubsidie voor hoogstens twee jaar, waarvan de maximumvoet gelijk is aan het gemiddelde van de OLO-rentevoet over twee jaar van het kwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal in de loop waarvan het krediet wordt aangegaan, verhoogd met 1 %, zonder evenwel 4 % te mogen overschrijden;2° de toekenning van een overheidsgarantie op maximum 70 % van het in aanmerking komende kapitaal, voor een duur gelijk aan de duur van het krediet, waarbij die duur niet meer dan vijf jaar mag bedragen;3° de tenlasteneming van de kosten voor het aanleggen van het kredietdossier, met een maximumbedrag van 150 euro. Het in het vorige lid bedoelde totaalbedrag van de steun mag niet hoger zijn dan 7.500 euro, waarvan het bedrag van elke de minimis-steun die verleend werd in de loop van het lopende jaar en van de twee voorafgaande jaren afgetrokken wordt.

Art. 4.§ 1. Om in aanmerking te komen voor de subsidie bedoeld in artikel 2 moet de melkproducent voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° een landbouwer zijn in de zin van artikel 1, 3°, van het besluit;2° houder zijn van een melkquotum overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 9 september 2004 betreffende de toepassing van de extraheffing in de sector melk en zuivelproducten, en zich houden aan dat jaarlijkse melkquotum, leasing inbegrepen; 3° schatkistproblemen ondervinden ingevolge de buitengewone of onverwachte daling en betalingsacherstanden hebben t.o.v. de leveranciers, dienstenverstrekkers of andere schuldenaars op korte termijn; 4° een beheersboekhouding voeren overeenkomstig artikel 4 § 1, derde lid, van het besluit;5° het aangegane krediet bij voorrang bestemmen voor de terugbetaling van de schulden aan de leveranciers, dienstenverstrekkers of andere schuldenaars op korte termijn;6° zich ertoe verbinden deel te nemen aan het programma inzake analyse van de melkbedrijven dat op initiatief van de administratie gevoerd wordt;7° geen "onderneming in moeilijkheden" zijn in de zin van Verordening (EG) nr.1535/2007 van de Commissie van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de minimis-steun in de landbouwsector.

De toegekende steun wordt door de administratie opgeschort indien de verplichtingen bedoeld in het eerste lid, 1°, 2°, 4° tot 6°, niet nagekomen worden. Die beslissing wordt betekend aan de landbouwer en aan de kredietinstelling. § 2. De steunaanvrager mag een vereniging of een groepering van melkproducenten zijn in de zin van artikel 1, 7° en 20°, van het besluit.

Indien de rechthebbende een vereniging van melkproducenten is, mag ieder van haar leden een individuele steunaanvraag indienen.

Indien de aanvrager een groepering van melkproducenten is, mag enkel de groepering een gezamenlijke steunaanvraag indienen.

Art. 5.§ 1. Opdat de melkproducent aanspraak kan maken op de steun, mag de leningsovereenkomst niet betrekking hebben op een bedrag dat hoger is dan het jaarlijkse melkquotum vermenigvuldigd met een forfaitair bedrag van 0,10 euro, zonder 50.000 euro te mogen overschrijden. De steun wordt slechts toegekend indien dat jaarlijkse quotum 50.000 liter overschrijdt.

Voor de berekening van het bedrag bedoeld in het vorige lid wordt het bedrag van het kapitaal afgetrokken waarvoor een gewestelijke steun is toegekend in het kader van de blauwtongepizoötie overeenkomstig artikel 76 van het besluit of artikel 76 van het besluit van de Waalse Regering van 24 mei 2007 betreffende de steun aan de landbouw.

Het in aanmerking te nemen melkquotum is het melkquotum die overeenstemt met de lopende melkperiode, met inbegrip van het quotum van de levering aan het melkbedrijf en van het quotum van rechstreekse verkopen, leasing uitgezonderd. § 2. De leningsovereenkomst moet ook aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° de lening kan in maximum vijf jaar terugbetaald worden;2° de terugbetaling van het kapitaal kan met een jaar uitgesteld worden voor het eerste jaar van de terugbetaling van de lening;3° in geval van voortijdige terugbetaling kan geen hergebruiksvergoeding of geen uitgavekost van de gecrediteerde geëist worden;4° gesloten zijn voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 6.Er mag geen steunaanvraag ingediend worden als de door de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie bekendgemaakte prijs hoger is dan 29,89 euro, excl. BTW, per 100 kilo in de loop van drie opeenvolgende maanden.

Art. 7.§ 1. De aanvraag wordt door de kredietinstelling waarmee de melkproducent de leningsovereenkomst gesloten heeft bij de administratie ingediend aan de hand van een type-formulier waarvan de vorm en de inhoud door de administratie bepaald worden.

Om ontvankelijk te zijn moet de steunaanvraag vergezeld gaan van een afschrift van de leningsovereenkomst of van het overeenkomstaanbod en van de volgende gegevens : 1° de naam en voornamen van de melkproducent, of zijn firma en zijn rechtsvorm als het om een rechtspersoon gaat;2° de geboorteplaats en -datum van de melkproducent of de oprichtingsdatum indien het om een rechtspersoon gaat;3° het nummer van de identiteitskaart van de melkproducent of zijn inschrijvingsnummer bij de Kruisbank der Ondernemingen als het om een rechtspersoon gaat. De administratie kan de melkproducent en de kredietinstelling verzoeken om de bijkomende gegevens en stukken die ze nodig acht om de aanvraag te onderzoeken. § 2. De steunaanvragen moeten uiterlijk 31 augustus 2010 ingediend worden.

Art. 8.§ 1. De administratie stuurt binnen tien werkdagen na ontvangst van de steunaanvraag een bericht van ontvangst van het volledig of onvolledig verklaarde dossier aan de aanvrager. § 2. Indien het dossier onvolledig is, stuurt de administratie een schrijven aan de aanvrager om hem te wijzen op de bijkomende gegevens en stukken waarvan ze wenst kennis te nemen. De aanvrager beschikt over vijftien werkdagen, te rekenen van de datum van verzending van het schrijven, om zijn dossier aan te vullen. Indien het dossier na afloop van die termijn nog steeds onvolledig is, wordt de aanvraag verworpen.

Art. 9.§ 1. Op voorstel van de administratie geeft de Minister de aanvrager kennis van zijn beslissing binnen veertig werkdagen, te rekenen van de datum van kennisgeving van het volledige karakter van het dossier. § 2. Indien de steun toegekend wordt, kan de aanvrager geen nieuwe steunaanvraag krachtens dit besluit indienen.

Art. 10.§ 1. De kredietinstelling verzoekt de administratie jaarlijks d.m.v. een schuldvorderingsverklaring waarvan de vorm en de inhoud door de administratie bepaald worden om de storting van de toegekende steun betreffende de kredietovereenkomst gesloten met de melkproducent.

De schuldvorderingsverklaring wordt door de kredietinstelling ingediend in de loop van het kwartaal dat voorafgaat aan de jaarlijkse vervaldatum van het krediet. § 2. De administratie onderzoekt de schuldvorderingsverklaring en kan de melkproducent en de kredietinstelling verzoeken om de bijkomende gegevens en stukken die ze nodig acht om haar onderzoek te voeren. § 3. Binnen de bij dit besluit vastgelegde perken stort de administratie aan de kredietinstelling : 1° het eerste jaar : de rentesubsidie en de tenlasteneming van de kosten voor het aanleggen van het kredietdossier;2° het tweede jaar : de rentesubsidie. De administratie kan nauwkeurigere modaliteiten bepalen voor de storting van de individuele steun.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Namen, 8 december 2009.

B. LUTGEN

^