Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 08 december 2006
gepubliceerd op 15 december 2006

Ministerieel besluit houdende beëindiging van de visserij op kabeljauw in de i.c.e.s.-gebieden VII, excl. VIIa

bron
vlaamse overheid
numac
2006037010
pub.
15/12/2006
prom.
08/12/2006
ELI
eli/besluit/2006/12/08/2006037010/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 DECEMBER 2006. - Ministerieel besluit houdende beëindiging van de visserij op kabeljauw in de i.c.e.s.-gebieden VII, excl. VIIa


De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, inzonderheid op artikel 18;

Overwegende Verordening (EG) nr. 51/2006 van de Raad van 22 december 2005 tot vaststelling voor 2006, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat voor het jaar 2006 het quotum van kabeljauw in de i.c.e.s.-gebieden VII, excl. VIIa nagenoeg volledig werd aangeland;

Dat er nog kabeljauw aan boord is van vissersvaartuigen, die heden de visserijactiviteit beoefenen;

Dat, ten einde de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden, de visserij op kabeljauw in deze gebieden onmiddellijk dient stopgezet te worden, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° vissersvaartuig : een vaartuig vermeld in de « Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen »; 2° i.c.e.s.-gebieden : de in bijlage III van Verordening (EEG) nr. 3880/91 van de Raad van 17 december 1991 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten, die in het noordwestelijk gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen, opgenomen beschrijving van gebieden en sectoren.

Art. 2.Het nationale quotum van kabeljauw in de i.c.e.s.-gebieden VII, excl. VIIa, wordt geacht volledig te zijn gebruikt.

De visserij op kabeljauw in de wateren van de i.c.e.s.-gebieden VII, excl. VIIa, is verboden voor alle vissersvaartuigen alsmede het aan boord houden, het overladen en het lossen van kabeljauw gevangen in deze wateren, na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2007.

Brussel, 8 december 2006.

Y. LETERME

^