Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 08 december 1999
gepubliceerd op 25 maart 2000

Ministerieel besluit houdende oprichting van een Commissie voor Onderzoek naar de Beroepsgeschiktheid bij het Ministerie van Economische Zaken

bron
ministerie van economische zaken
numac
2000011004
pub.
25/03/2000
prom.
08/12/1999
ELI
eli/besluit/1999/12/08/2000011004/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 DECEMBER 1999. - Ministerieel besluit houdende oprichting van een Commissie voor Onderzoek naar de Beroepsgeschiktheid bij het Ministerie van Economische Zaken


De Minister van Economie, Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 66, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 september 1969 en 31 mei 1988;

Gelet op het ministerieel besluit van 30 oktober 1974 houdende oprichting van een commissie van onderzoek naar de beroepsgeschiktheid;

Gelet op het ministerieel besluit van 16 maart 1998 tot vaststelling van de lijst der graden die toegang geven tot bij verandering van graad of bij bevordering door verhoging in graad te verlenen graden en tot vaststelling van de wijze waarop een vacante betrekking wordt toegekend;

Gelet op het advies van de directieraad;

Gelet op het protocol SC IV/P 55 van 17 november 1999 van sectorcomité IV, Besluit :

Artikel 1.Het onderzoek naar de beroepsgeschiktheid dat vereist is voor de benoeming bij verandering van graad tot de graden van inspecteur en monitor, wordt in het Ministerie van Economische Zaken gevoerd door een Commissie voor Onderzoek naar de Beroepsgeschiktheid.

Art. 2.Deze commissie wordt samengesteld als volgt : 1° voorzitter : de secretaris-generaal, of een afgevaardigde die hij aanduidt;2° leden : a) de directeur-generaal van het Bestuur Algemene Diensten, of een afgevaardigde die hij aanduidt;b) het hoofd van het bestuur waarbij de vacante betrekking hoort, of zijn vertegenwoordiger;c) twee ambtenaren van dezelfde taalrol als de kandidaat, aangeduid door het hoofd van het bestuur waarbij de vacante betrekking hoort;d) de opleidingsdirecteur van dezelfde taalrol als de kandidaat;e) een vertegenwoordiger van het Vast Wervingssecretariaat;f) het hoofd van het bestuur waarbij de ambtenaar hoort die zich kandidaat heeft gesteld, en de hiërarchische meerdere van die ambtenaar.

Art. 3.De voorzitter kan voor elk onderzoek een beroep doen op de medewerking van technici.

Art. 4.Het onderzoek gebeurt individueel in de volgorde waarin de kandidaten in aanmerking komen voor de vacante betrekking.

In functie van deze betrekking bepalen het hoofd van het bestuur waarbij de vacante betrekking hoort, en twee ambtenaren die hij aanduidt, vooraf de criteria waarop de kandidaten beoordeeld worden en de wijze waarop het onderzoek gevoerd wordt.

Deze criteria en de wijze waarop het onderzoek gevoerd wordt, zijn onderworpen aan het advies van de Vaste Wervingssecretaris.

Art. 5.De voorzitter van de commissie duidt de secretaris van de commissie aan.

Art. 6.Het ministerieel besluit van 30 oktober 1974 houdende oprichting van een commissie tot onderzoek naar de beroepsgeschiktheid wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 8 december 1999.

R. DEMOTTE

^