gepubliceerd op 26 november 1997
Ministerieel besluit tot vaststelling van sommige bijzondere bepalingen om de uitvoering, binnen het Hoofdbestuur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, van het statuut van het Rijkspersoneel te waarborgen
8 AUGUSTUS 1997. Ministerieel besluit tot vaststelling van sommige bijzondere bepalingen om de uitvoering, binnen het Hoofdbestuur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, van het statuut van het Rijkspersoneel te waarborgen
De Minister van Buitenlandse Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 september 1969;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 september 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de rijksbesturen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juni 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 september 1969 betreffende de vergelijkende examens en examens georganiseerd voor de werving en de loopbaan van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995;
Gelet op het advies van de Vaste Wervingssecretaris;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 mei 1996;
Gelet op het advies van de Directieraad van het hoofdbestuur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkingssamenwerking van 31 mei 1996;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 21 oktober 1996;
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 21 oktober 1996;
Gelet op het protocol nr. 70/5 van het Sectorcomité I, Algemeen Bestuur;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineer op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de hoogdringendheid;
Overwegende dat het nodig is, in het belang van de ambtenaren, vast te stellen dat sommige bepalingen van het statuut van het Rijkspersoneel zonder uitstel kunnen worden toegepast, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit besluit geldt voor het personeel van de carrière hoofdbestuur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Art. 2.Onverminderd de verordeningsbepalingen van algemene aard die de loopbaan van het rijkspersoneel beheersen, heeft de benoeming tot elk van de graden welke de ambtenaren kunnen bekleden die tot de diensten behoren welke door dit besluit worden beheerst, plaats onder de voorwaarden die bepaald zijn in de bijgevoegd tabel. HOOFDSTUK II. - Kennisgeving van vacatures en van de voorstellen tot bevordering en tot verandering van graad
Art. 3.§ 1. Wat niveau 1 betreft, wordt het vacant zijn van de betrekkingen die toegewezen worden door verandering van graad of bevordering per dienstorder ter kennis gebracht van de ambtenaren die bevorderd kunnen worden. Deze vacatures worden eveneens via een bericht ad valvas bekendgemaakt.
Elke indiening van een kandidatuur voor een betrekking van niveau 1 moet een uiteenzetting van de aanspraken bevatten die de kandidaat meent te kunnen doen gelden om naar de betrekking te dingen.
Een gedateerd visum wordt van de betrokkenen gevraagd.
Een exemplaar van de dienst order wordt bij een ter post aangetekende brief, met bericht van ontvangst naar een woonplaats van de ambtenaar gestuurd die om welke reden ook tijdelijk uit de dienst is verwijderd.
Een exemplaar van de dienstorder wordt met de diplomatieke koerier gezonden aan de ambtenaren met dienst in het buitenland.
Worden enkel in aanmerking genomen de titels van de ambtenaren die hun kandidatuur bij een ter post aangetekende brief hebben gericht aan de Secretaris-generaal binnen een termijn van tien werkdagen die ingaat op de eerste werkdag volgend op die van het overhandigen aan de betrokkene of van het aanbieden door de post van het bericht van het vacant zijn van een betrekking. Wanneer de laatste dag van de termijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
Het staat de ambtenaren vrij voorafgaandelijk naar elke betrekking te dingen die eventueel vacant zou worden verklaard tijdens hun afwezigheid. De geldigheid van een dergelijke kandidatuur is beperkt tot één maand. § 2. De ambtenaren van de niveaus 2+, 2, 3 en 4 die de reglementaire voorwaarden vervullen, zijn ambtshalve kandidaat voor de vacante betrekkingen in de niveaus 2+, 2, 3 en 4. In dat geval worden de voorstellen tot benoeming en bevordering hun ter kennis gebracht onder dezelfde voorwaarden als die welke vastgesteld zijn voor de kennisgeving van een betrekking van niveau 1.
De in het vorige lid bedoelde ambtenaren kunnen de benoeming of bevordering bij een ter post aangetekende brief weigeren binnen een termijn van tien werkdagen die ingaat op de eerste werkdag volgend op die van de kennisgeving der voorstellen. Wanneer de laatste dag van de termijn een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
Bij ontstentenis van kandidaten of weigering van alle kandidaten kan de bevoegde overheid door verandering van graad of door bevordering een ambtenaar benoemen die de gestelde voorwaarden vervult. § 3. Van de voorstellen tot verandering van graad of bevordering door verhoging in graad wordt eveneens aan de belanghebbende ambtenaren kennis gegeven via een dienstnota. Een gedateerd visum van de betrokkenen is eveneens vereist.
Een exemplaar van de dienstnota wordt bij een ter post aangetekende brief, met bericht van ontvangst gestuurd naar de woonplaats van de ambtenaren die om welke reden ook tijdelijk uit de dienst is verwijderd.
Een exemplaar van de dienstnota wordt met de diplomatieke koerier gezonden aan de ambtenaren met dienst in het buitenland. § 4. De termijn waarover de ambtenaar die zich benadeeld voelt beschikt voor het indienen van een klacht, loopt hetzij vanaf de dag waarop hij de dienstorder voor gezien heeft getekend, hetzij vanaf de dag waarop de aangetekende brief met de dienstorder door de post werd aangeboden op zijn woonplaats.
Art. 4.Het ministerieel besluit van 7 mei 1996 tot vaststelling van sommige bijzondere bepalingen om de uitvoering, binnen het hoofdbestuur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, van het statuut van het Rijkspersoneel te waarborgen, wordt opgeheven.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het hoofdbestuur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Brussel, 8 augustus 1997.
E. DERYCKE Bijlage Bijlage bij het ministerieel besluit tot vaststelling van sommige bijzondere bepalingen om de uitvoering, binnen het hoofdbestuur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, van het statuut van het Rijkspersoneel te waarborgen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om bij ons besluit van 8 augustus 1997 te worden gevoegd.
De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE