Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 07 februari 2002
gepubliceerd op 16 februari 2002

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 2001 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035227
pub.
16/02/2002
prom.
07/02/2002
ELI
eli/besluit/2002/02/07/2002035227/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 FEBRUARI 2002. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 21 december 2001 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee


De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Gelet op Verordening (EG) nr. 1627/94 van de Raad van 27 juni 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake speciale visdocumenten;

Gelet op Verordening (EG) nr. 2555/2001 van de Raad van 18 december 2001 tot vaststelling voor 2002, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, V, vervangen bij de bijzondere wet van 13 juli 2001;

Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, inzonderheid op artikel 18;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Gelet op het ministerieel besluit van 21 december 2001 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat met het oog op het goede beheer van de quota het maximaal aantal toegekende vaartdagen voor de eerste viermaandelijkse periode 2002 moet verminderen van 95 naar 85, dat deze periode inmiddels lopende is en dat de betrokken rederijen hiervan zo spoedig als mogelijk moeten in kennis gesteld worden, teneinde hun planning van de visserijactiviteiten alsnog te kunnen bijsturen;

Overwegende dat voor het jaar 2002 vangstbeperkingen moeten worden vastgesteld om de aanvoer te spreiden, is het bijgevolg nodig zonder uitstel behoudsmaatregelen te nemen om de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;

Overwegende dat aan de gewesten met ingang van 1 januari 2002 bevoegdheden op het gebied van zeevisserij zijn toegewezen;

Overwegende dat het noodzakelijk is de continuïteit van de opdrachten als overheidsdienst te verzekeren met inachtneming van de verplichtingen die door de Europese en internationale regelgeving op het gebied van de zeevisserij werden opgelegd;

Overwegende dat de vangstbeperkingen voor de tongvisserij in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) moeten worden vastgesteld naargelang de vangsten in de referentieperiode 1998-2000 en naar gelang het motorvermogen;

Overwegende dat een wezenlijk aandeel van de groep vissersvaartuigen van 221 kW of minder aan de vloot gedurende de referentieperiode werd onttrokken;

Overwegende dat in de jaren 1998, 1999 en 2000 de groep vissersvaartuigen van 221 kW of minder gemiddeld 30 % van het tongquotum in de Noordzee en het Schelde estuarium heeft opgevist en de groep van meer dan 221 kW 70 % zodat dan ook een overeenstemmend gedeelte van het tongquotum in de Noordzee en het Schelde-estuarium moet kunnen worden opgevist door elk van deze groepen vissersvaartuigen;

Overwegende dat de groep vissersvaartuigen van meer dan 221 kW integraal de beschikbare quota in de i.c.e.s.-gebieden buiten de Noordzee en het Schelde-estuarium kan opvissen;

Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van tong, schol en kabeljauw kan worden bewerkstelligd door het instellen van een gespreide verdeling van de beschikbare quota in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium), alsook door het instellen van maximale vangsten per kalenderdag, per vaartdag of per uur in bepaalde i.c.e.s.-gebieden en door het instellen van een maximumaantal vaartdagen per jaar voor de vissersvaartuigen, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het ministerieel besluit van 21 december 2001 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, worden de woorden « 360 ton » vervangen door de woorden « 381 ton ».

Art. 2.In artikel 7 van hetzelfde besluit, worden de woorden « 800 kg » vervangen door de woorden « 1 200 kg ».

Art. 3.In artikel 10, § 3, van hetzelfde besluit, worden de woorden « 240 kg » vervangen door de woorden « 200 kg ».

Art. 4.In artikel 10, § 4, van hetzelfde besluit, worden de woorden « 480 kg » vervangen door de woorden « 400 kg ».

Art. 5.Aan artikel 16 van hetzelfde besluit, wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. In afwijking van § 2, is het in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2002 in alle i.c.e.s.-gebieden verboden dat de totale schelvisvangst per zeereis, gerealiseerd door een vissersvaartuig dat volgens de officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen 2002 is uitgerust met de borden en niet met de boomkor, een hoeveelheid overschrijdt die gelijk is aan 400 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen, gerealiseerd tijdens de zeereis in de betreffende i.c.e.s.-gebieden. »

Art. 6.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de woorden « vijfennegentig vaartdagen » vervangen door de woorden « vijfentachtig vaartdagen ».

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002, met uitzondering van artikel 3, dat in werking treedt op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. Dit besluit houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.

Brussel, 7 februari 2002.

Mevr. V. DUA

^