gepubliceerd op 18 september 2001
Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage
7 AUGUSTUS 2001. - Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage
De Minister van Justitie, Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 259bis-9, § 3, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de oproep tot de kandidaten voor het examen inzake beroepsbekwaamheid en voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage in de loop van de tweede helft van de maand september wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad;
Overwegende dat het examenprogramma ten laatste dient te zijn bekrachtigd en bekendgemaakt op het ogenblik dat de oproep tot de kandidaten wordt bekendgemaakt, zodat deze weten waaraan ze zich mogen verwachten;
Overwegende dat de overeenkomstig artikel 259bis-9, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek door de verenigde benoemings- een aanwijzingscommissie voorbereidde examenprogramma's, die op 27 juni 2001 door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie werden goedgekeurd, op 12 juli 2001 werden overgemaakt aan de Minister van Justitie met het oog op de bekrachtiging ervan;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 25 juli 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.De programma's voor het examen inzake beroepsbekwaamheid en het vergelijkend examen tot de gerechtelijke stage bedoeld in artikel 259bis-9, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek voor het gerechtelijk jaar 2001-2002 voorbereid door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie op 13 juni 2001 en goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 27 juni 2001, gevoegd als bijlage bij dit besluit, worden bekrachtigd.
Art. 2.Het ministerieel besluit van 28 september 2000 houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage, wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 7 augustus 2001.
M. VERWILGHEN
Bijlage HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE Examenprogramma's voor het gerechtelijk jaar 2001-2002 Voorbereid door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie in haar vergadering van 13 juni 2001.
Goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 27 juni 2001. Afdeling 1. - Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage
Het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage bestaat uit twee proeven : 1° een schriftelijke proef die omvat : a) het opstellen van een beknopte samenvatting van een gerechtelijke beslissing, het aanduiden van trefwoorden die haar kenmerkt en het opstellen van een commentaar, dat alles zowel vanuit het oogpunt van het burgerlijk recht als van het gerechtelijk recht.De kandidaten beschikken hiervoor over twee uren. b) het opstellen van een kritische commentaar van een tekst over een actueel onderwerp van sociale, economische, politieke of culturele aard in verband met het recht.De kandidaten beschikken hiervoor over twee uren. 2° een mondelinge proef die omvat : a) een kritische uiteenzetting van ongeveer tien minuten gehouden door de kandidaat over een door hem gekozen juridisch onderwerp.Hiervoor beschikken de kandidaten over geen nota's. De uiteenzetting kan worden gevolgd door een gedachtewisseling hierover. b) een gedachtewisseling over het geheel of een deel van de schriftelijke proef. Slechts de kandidaten die over het geheel van de schriftelijke proef ten minste 60 % der punten hebben behaald en ten minste 60 % der punten voor het opstellen van de samenvatting van de gerechtelijke beslissing, het aanduiden van de trefwoorden die haar kenmerkt en het opstellen van de commentaar, worden tot de mondelinge proef toegelaten.
Worden gerangschikt, de kandidaten die zowel in de schriftelijke proef als in de mondelinge proef ten minste 60 % der punten behaald hebben. Afdeling 2. - Examen inzake beroepsbekwaamheid
Het examen inzake beroepsbekwaamheid bestaat uit twee proeven : 1° een schriftelijke proef die omvat : a) het opstellen van een vonnis over een zaak waarvan de gegevens in de vorm van een volledig dossier ter beschikking worden gesteld.De kandidaten hebben de keuze tussen twee materies, te weten het burgerlijk recht of het strafrecht. Zij delen hun keuze mee bij hun aanvraag tot deelneming aan de proef. Een documentatie wordt hun ter beschikking gesteld. De kandidaten beschikken hiervoor over vier uren. b) het opstellen van een verhandeling van maximum vier bladzijden over een opgelegd actueel onderwerp van sociale, economische, politieke of culturele aard in verband met het recht.De kandidaten beschikken hiervoor over twee uren. 2° een mondelinge proef die omvat : a) een kritische uiteenzetting van tien minuten gehouden door de kandidaat over een door hem gekozen onderwerp van het burgerlijk procesrecht of het strafprocesrecht.Hiervoor beschikken de kandidaten over geen nota's. De uiteenzetting wordt gevolgd door een discussie over de uiteenzetting. b) een gedachtewisseling over het geheel of een deel van de schriftelijke proef. Slechts de kandidaten die over het geheel van de schriftelijke proef ten minste 60 % der punten hebben behaald en ten minste 60 % der punten voor het opstellen van de gerechtelijke beslissing, worden tot de mondelinge proef toegelaten.
Bekomen het getuigschrift van beroepsbekwaamheid, de kandidaten die zowel in de schriftelijke proef als in de mondelinge proef ten minste 60 % der punten behaald hebben.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 7 augustus 2001 houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend examen tot de gerechtelijke stage.
De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN