gepubliceerd op 10 augustus 2009
Ministerieel besluit tot uitvoering van bepaalde bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen met betrekking tot de leasingmaatschappijen
VLAAMSE OVERHEID
Economie, Wetenschap en Innovatie
6 MEI 2009. - Ministerieel besluit tot uitvoering van bepaalde bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen met betrekking tot de leasingmaatschappijen
De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Gelet op het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen, gewijzigd bij het decreet van 20 februari 2009;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 mei 2009 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen met betrekking tot de leasingmaatschappijen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 maart 2009 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor grote ondernemingen in geval van crisis;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006, 30 juni 2006, 1 september 2006, 15 juni 2007, 28 juni 2007, 10 oktober 2007, 14 november 2007, 5 september 2008, 22 september 2008, 6 januari 2009 en 30 januari 2009, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° werkdag : elke dag waarop in België de bankkantoren geopend zijn, behalve zaterdag, zondag of een wettelijke feestdag;2° eerdere oproepen : één of meerdere oproepen die binnen een termijn van twintig maanden voor de publicatie van de desbetreffende oproep gepubliceerd werden en die gericht waren op ondernemingen die tot de doelgroep van de desbetreffende oproep behoren;3° toegekend waarborgbedrag : het voorwaardelijke waarborgbedrag dat ter uitvoering van een bepaalde oproep aan een waarborghouder wordt toegekend, rekening houdend met de verdeling en eventuele latere terugname en/of herverdelingen, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad ;4° nieuwe kandidaat-waarborghouder : een kandidaat-waarborghouder aan wie naar aanleiding van eerdere oproepen nog geen waarborgen werden toegekend;5° gebruikt waarborgbedrag : het totale bedrag aan verbintenissen van kmo's, waarvoor door een bepaalde waarborghouder een formulier B voor de leasingmaatschappijen is ingediend, dat door Waarborgbeheer NV is ontvangen en dat op een in dit besluit te bepalen datum niet de status "geweigerd" of "zonder voorwerp" heeft. De definities, vermeld in artikel 2 van het Waarborgdecreet, in artikel 1 en 39 van het Vierde Waarborgbesluit, en in artikel 1, punt 2, van de de-minimisverordening, zijn ook van toepassing in dit besluit.
Art. 2.Bij de berekening van de termijnen in dit besluit worden de bepalingen toegepast van het eerste deel, hoofdstuk 8, van het Gerechtelijk Wetboek.
Als een rechtshandeling overeenkomstig dit besluit gesteld moet worden met een aangetekende brief voor een bepaalde datum, zal de datum van de poststempel in aanmerking worden genomen. HOOFDSTUK II. - Procedures Afdeling I. - Het verkrijgen van een waarborg
Onderafdeling I. - Kenbaarmaking door kandidaat-waarborghouders
Art. 3.§ 1. Kandidaat-waarborghouders die naar aanleiding van een oproep als vermeld in artikel 2 van het Vierde Waarborgbesluit, een (nieuwe) waarborg of een herbepaling van een naar aanleiding van een vorige oproep toegekende waarborg willen verkrijgen, moeten zich kenbaar maken bij Waarborgbeheer NV overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 2 tot en met 4. § 2. Kandidaat-waarborghouders moeten zich kenbaar maken bij Waarborgbeheer NV met het daartoe op verzoek van de kandidaat-waarborghouder door Waarborgbeheer NV ter beschikking gestelde formulier, hierna formulier A voor de leasingmaatschappijen te noemen.
Waarborgbeheer NV bepaalt dat in het formulier ten minste de gegevens worden opgenomen die vermeld zijn in bijlage I bij dit besluit. § 3. Het formulier, vermeld in paragraaf 2, moet, op straffe van onontvankelijkheid, binnen de termijn die bepaald is in de betreffende oproep, per aangetekende brief en / of op een andere wijze die bepaald is in de oproep, naar Waarborgbeheer NV worden gestuurd, samen met de documenten, vermeld in artikel 9, § 2, van het Waarborgdecreet. § 4. Als de kandidaat-waarborghouder naar aanleiding van een vorige oproep een nog geldende raamovereenkomst heeft met Waarborgbeheer NV, en de documenten, vermeld in artikel 9, § 2, van het Waarborgdecreet, die naar aanleiding daarvan werden bezorgd aan Waarborgbeheer NV, sindsdien, of sinds de datum waarop de betrokkene de gewijzigde documenten heeft bezorgd aan Waarborgbeheer NV overeenkomstig artikel 4, niet gewijzigd zijn, hoeft hij die documenten niet opnieuw te voegen bij het formulier, vermeld in paragraaf 2, maar kan hij volstaan met een schriftelijke verklaring dat de documenten op de datum van de nieuwe kenbaarmaking bij Waarborgbeheer NV nog altijd ongewijzigd van kracht zijn.
Art. 4.De kandidaat-waarborghouder aan wie overeenkomstig artikel 10 van het Waarborgdecreet een waarborg wordt toegekend, moet Waarborgbeheer NV onmiddellijk op de hoogte brengen van alle mogelijke wijzigingen van de hoedanigheden, professionele activiteiten, procedures en voorwaarden waarop zijn erkenning als waarborghouder gebaseerd is en die vereist zijn door het Waarborgdecreet, het Vierde Waarborgbesluit, dit besluit en de raamovereenkomst. Hij moet Waarborgbeheer NV in voorkomend geval alle relevante bewijsstukken bezorgen.
Onderafdeling II. - Criteria voor en wijze van toekenning van waarborgen
Art. 5.§ 1. De minister kent waarborgen toe, namens de Vlaamse Regering, na kennisname van het advies van Waarborgbeheer NV. De toekenning van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, dat te verdelen is naar aanleiding van een oproep, verloopt in vijf verdeelrondes, die hierna beschreven worden.
In elke verdeelronde wordt een percentage van het maximumbedrag, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, verdeeld onder de kandidaat-waarborghouders. Als na de verdeling binnen een bepaalde verdeelronde een deel van het te verdelen percentage van het in de oproep beschikbaar gestelde maximumbedrag aan waarborgen niet volledig werd verdeeld, wordt dat surplus overgeheveld naar de volgende verdeelronde.
In geen geval zal het bedrag aan waarborgen dat aan een kandidaat-waarborghouder wordt toegekend, het door de kandidaat-waarborghouder gevraagde waarborgbedrag overschrijden.
Als een kandidaat-waarborghouder in een verdeelronde zijn gevraagde waarborgbedrag bereikt, wordt die kandidaat-waarborghouder niet in beschouwing genomen voor de berekeningen in de volgende verdeelrondes. 1° In een eerste verdeelronde wordt maximaal 10 % van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, verdeeld.Het exacte percentage (A) van het maximumbedrag van het geheel van de waarborgen dat zal worden verdeeld, wordt berekend aan de hand van de volgende formule : A = 100 x(B/C), waarbij : B = het aantal nieuwe kandidaat-waarborghouders;
C = het totale aantal kandidaat-waarborghouders.
Het bedrag aan waarborgen, dat wordt berekend op basis van het hiervoor vermelde percentage van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, wordt gelijk verdeeld tussen alle nieuwe kandidaat-waarborghouders. 2° In een tweede verdeelronde wordt maximaal 15 % van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, eventueel vermeerderd met het surplus uit de eerste verdeelronde, bedoeld in 1°, verdeeld onder kandidaat-waarborghouders aan wie naar aanleiding van eerdere oproepen al waarborgen werden toegekend en die op de datum van de publicatie van de oproep al een gebruikt waarborgbedrag hebben onder eerdere oproepen. De waarborgen zullen in de tweede verdeelronde verdeeld worden aan de hand van een puntensysteem.
Iedere kandidaat-waarborghouder aan wie naar aanleiding van eerdere oproepen al waarborgen werden toegekend en die op de datum van de publicatie van de oproep al een gebruikt waarborgbedrag heeft onder eerdere oproepen, krijgt een puntenscore toegekend op basis van de volgende berekening : A = 100 x (B/ C), waarbij : A = score van de kandidaat-waarborghouder;
B = het in de eerdere oproepen door de betrokken kandidaat-waarborghouder gebruikte waarborgbedrag tot op de datum van de publicatie van de oproep;
C = het in eerdere oproepen aan de betrokken kandidaat-waarborghouder toegekende waarborgbedrag.
Het verkregen percentage A wordt vertaald in een puntenscore aan de hand van de onderstaande tabel. Hoe hoger de score uit de bovenstaande berekening is, hoe meer punten de kandidaat-waarborghouder zal verkrijgen.
Deel a : basis :
0-10 % :
0 punten;
11-20 % :
1 punt;
21-30 % :
2 punten;
31-40 % :
3 punten;
41-50 % :
5 punten;
51-60 % :
7 punten;
61-70 %
9 punten;
71-80 % :
12 punten;
81-90 % :
15 punten;
91-100 % :
18 punten.
Deel b : bonus :
61-75 % :
1 punt extra;
76-90 % :
3 punten extra;
91-100 % :
5 punten extra.
De totale puntenscore is de som van de toe te kennen punten uit deel a en, in voorkomend geval, de extra punten uit deel b.
Aan de hand van de verkregen puntenscore wordt het in deze verdeelronde te verdelen waarborgbedrag onder de kandidaat-waarborghouders, die in deze verdeelronde in beschouwing worden genomen, verdeeld op basis van de volgende formule : A = (B x C ) / D, waarbij : A = het in deze verdeelronde toe te kennen waarborgbedrag aan een kandidaat-waarborghouder aan wie naar aanleiding van eerdere oproepen al waarborgen werden toegekend en die op de datum van de publicatie van de oproep al een gebruikt waarborgbedrag heeft onder eerdere oproepen;
B = het in deze verdeelronde te verdelen waarborgbedrag;
C = de aan een kandidaat-waarborghouder toegekende puntenscore;
D = de som van de puntenscores die aan alle kandidaat-waarborghouders, die in deze verdeelronde in beschouwing worden genomen, werd toegekend. 3° In een derde verdeelronde wordt maximaal 60 % van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, eventueel vermeerderd met het surplus uit de tweede verdeelronde bedoeld in 2°, verdeeld tussen de kandidaat-waarborghouders aan wie naar aanleiding van eerdere oproepen al waarborgen werden toegekend en die op de datum van de publicatie van de oproep al een gebruikt waarborgbedrag hebben onder eerdere oproepen. Voor iedere kandidaat-waarborghouder die aan de bovenvermelde omschrijving voldoet, wordt het percentage berekend op basis van de volgende formule : A = (BxC)/D, waarbij : A = het in deze verdeelronde aan de betrokken kandidaat-waarborghouder toe te kennen waarborgbedrag;
B = het in deze verdeelronde te verdelen totale waarborgbedrag;
C = het gebruikte waarborgbedrag van de betrokken kandidaat-waarborghouder in de eerdere oproepen tot op de datum van de publicatie van de oproep;
D = de som van de gebruikte waarborgbedragen onder de eerdere oproepen tot op de datum van de publicatie van de oproep van alle kandidaat-waarborghouders die in deze verdeelronde in beschouwing worden genomen. 4° In een vierde verdeelronde wordt maximaal 5% van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, eventueel vermeerderd met het surplus uit de derde verdeelronde bedoeld in 3°, verdeeld tussen de kandidaat-waarborghouders aan wie naar aanleiding van eerdere oproepen al waarborgen werden toegekend en die al een gebruikt waarborgbedrag hebben onder eerdere oproepen. Het waarborgbedrag in de vierde verdeelronde wordt verdeeld onder de betrokken kandidaat-waarborghouders op basis van een benchmark. De parameters van de benchmark zullen samen met de desbetreffende oproep door de minister bekendgemaakt worden. Ze kunnen onder meer de volgende elementen omvatten : - het waarborgpercentage; - de rentevoet; - het opzeggingspercentage; - een kwaliteitsscore; - de recuperaties; - de kosten en erelonen. 5° Het resterend saldo van het ter beschikking gestelde waarborgbedrag wordt door de minister verdeeld onder de betrokken kandidaat-waarborghouders na gemotiveerd advies van Waarborgbeheer NV. Het advies van Waarborgbeheer NV en de beslissing van de minister zijn in ieder geval mee gebaseerd op de motivering van het door de kandidaat-waarborghouder gevraagde bedrag aan waarborgen. Die motivering moet onder meer uitgaan van gegevens over de positie van de kandidaat-waarborghouder op de kredietmarkt met betrekking tot kmo's, strategie, specialisatie, landelijke spreiding en dichtheid van zijn kantorennet, zoals aangegeven op formulier A voor de leasingmaatschappijen. § 2. Als het totaal van het door de kandidaat-waarborghouders gevraagde bedrag aan waarborgen lager is dan het maximumbedrag, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, kan het restant van het ter beschikking gestelde bedrag alsnog worden verdeeld onder de kandidaat-waarborghouders, overeenkomstig de bij de initiële toekenning toepasselijke verdeelsleutel, zoals bepaald in de oproep, tenzij het anders vermeld is in de oproep. De minister zal de kandidaat-waarborghouders op de hoogte brengen van de toekenningsprocedure van het restant. § 3. De minister kan, na gemotiveerd advies van Waarborgbeheer NV, afwijkingen toestaan van de procedures en criteria, vermeld in dit artikel. § 4. 1° Overeenkomstig artikel 11, § 5, van het Waarborgdecreet kan het toegekende waarborgbedrag van een waarborghouder geheel of gedeeltelijk worden teruggenomen als tijdens periodieke evaluaties, zoals vastgelegd in de oproep, wordt vastgesteld dat het effectief gebruikte waarborgpercentage van de waarborghouder lager is dan de minimumgrens. 2° Het effectief gebruikte waarborgpercentage (EGWP) wordt berekend als volgt : EGWP = 100 x (A/B), waarbij : A = het binnen de oproep door de waarborghouder gebruikte waarborgbedrag tot op de datum die tien dagen voorafgaat aan de datum van de evaluatie; B = het aan de waarborghouder toegekende waarborgbedrag. 3° De minimumgrens (MinG) wordt berekend als volgt : MinG = A - B, waarbij : A = het lineair gebruikte waarborgpercentage; B = het percentage B, zoals vastgelegd in de oproep, dat ook wordt toegepast voor de berekening van de maximumgrens.
Het lineair gebruikte waarborgpercentage (LGWP) wordt berekend als volgt : LGWP = 100 x (A/B), waarbij : A = het aantal verstreken dagen sinds de toekenning van de waarborg tot aan de datum die tien dagen voorafgaat aan de datum van de evaluatie;
B = het totale aantal dagen van de oproep. 4° Het teruggenomen waarborgbedrag (TerugWB) dat overeenkomstig deze bepaling kan worden teruggenomen, wordt berekend als volgt : TerugWB = (MinG - EGWP) x toegekend waarborgbedrag. § 5. 1° Overeenkomstig artikel 11, § 5, van het Waarborgdecreet kan de som van de teruggenomen waarborgbedragen van alle waarborghouders herverdeeld worden onder de waarborghouders van wie tijdens periodieke evaluaties, zoals vastgelegd in de oproep, is gebleken dat het effectief gebruikte waarborgpercentage hoger ligt dan de maximumgrens. 2° De maximumgrens (MaxG) wordt berekend als volgt : MaxG = A + B, waarbij : A = het lineair gebruikte waarborgpercentage; B = het percentage B, zoals vastgelegd in de oproep, dat ook wordt toegepast voor de berekening van de minimumgrens. 3° Het teruggenomen waarborgbedrag wordt herverdeeld als volgt : - 50 % van het te herverdelen bedrag aan waarborgen wordt gelijk verdeeld onder alle waarborghouders van wie tijdens periodieke evaluaties, zoals vastgelegd in de oproep, is gebleken dat het door hen effectief gebruikte waarborgpercentage hoger ligt dan de maximumgrens; - 50 % van het te herverdelen bedrag aan waarborgen wordt proportioneel verdeeld onder alle waarborghouders van wie tijdens periodieke evaluaties, zoals vastgelegd in de oproep, is gebleken dat het door hen effectief gebruikte waarborgpercentage hoger is dan de maximumgrens, in verhouding tot het aandeel van elk van die waarborghouders in het totaalbedrag aan waarborgen dat binnen de oproep door al die waarborghouders samen al gebruikt is tot op de datum die tien dagen voorafgaat aan de datum van de evaluatie.
Onderafdeling III. - Herbepalen van waarborgen
Art. 6.De minister kan, op eigen initiatief of op verzoek van de waarborghouder en na advies van Waarborgbeheer NV, naar aanleiding van de toekenning van een waarborg aan een kandidaat-waarborghouder aan wie al een waarborg werd toegekend, de nog niet gebruikte eerder toegekende waarborgen herbepalen door ze te brengen onder de voorwaarden die gelden onder de nieuwe oproep. De herbepaling van de waarborg kan uitsluitend betrekking hebben op het gedeelte van de eerder toegekende waarborg dat nog niet gekoppeld werd aan leasingovereenkomsten.
De aldus herbepaalde waarborg vervangt de eerder toegekende waarborg die daarbij geacht wordt te zijn herroepen.
Met behoud van de toepassing van de bepalingen in het eerste lid, wordt een waarborg altijd verstrekt onder de voorwaarden, bepaald in de oproep naar aanleiding waarvan de waarborg wordt verstrekt. Afdeling II. - Een verbintenis onder toepassing van de waarborg
brengen Onderafdeling I. - Voorwaarden voor de kmo te stellen zekerheden
Art. 7.§ 1. Overeenkomstig artikel 8, § 1, 2°, van het Vierde Waarborgbesluit kunnen verbintenissen van een kmo alleen onder toepassing van een waarborg worden gebracht als de kmo of een derde, tot zekerheid van de totale verbintenissen van de kmo, persoonlijke zekerheden gesteld heeft. Ter uitvoering van artikel 8, § 1, vierde lid, van het Vierde Waarborgbesluit worden die persoonlijke zekerheden gepreciseerd in paragraaf 2 tot en met 4. § 2. Ongeacht de bestemming van de leasingovereenkomst moeten de natuurlijke persoon of personen die gezamenlijk de controle uitoefenen over ten minste de helft plus één aandeel van het kapitaal van de rechtspersoon, of de zaakvoerder van de rechtspersoon, die een leasingovereenkomst aangaat, zich tegenover de waarborghouder persoonlijk, hoofdelijk en ondeelbaar hebben verbonden tot de betaling van ten minste 25 % van de verbintenissen van de kmo, met een minimum van 2.500 euro en een maximum van 12.5000 euro. De controlebevoegdheid wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 7 van het Wetboek van Vennootschappen en de term 'gezamenlijke controle' wordt geïnterpreteerd in de zin van artikel 9 van het Wetboek van Vennootschappen. Controle over de vennootschap moet geïnterpreteerd worden overeenkomstig artikel 5 tot en met 9 van het Wetboek van Vennootschappen.
De verplichting tot persoonlijke borgstelling, vermeld in het eerste lid, vervalt als de kmo een eigen inbreng doet als aflossing van het kapitaalsgedeelte van de eerste verhoogde huurprijs van minstens 25% in de totale investering waarvoor de leasingovereenkomst wordt aangegaan en waarvan een deel onder toepassing van de waarborg wordt gebracht. § 3. Ongeacht de bestemming van de leasingovereenkomst : 1° moet, als de kmo wordt geleid door een natuurlijke persoon, die natuurlijke persoon een loonafstand hebben toegestaan;2° moeten de natuurlijke persoon of personen die gezamenlijk de controle uitoefenen over ten minste de helft plus één aandeel van het kapitaal van de rechtspersoon, of de zaakvoerder van de rechtspersoon, die een leasingovereenkomst aangaat, een loonafstand hebben toegestaan als ze zich tegenover de waarborghouder persoonlijk, hoofdelijk en ondeelbaar hebben verbonden tot de betaling van ten minste 25 % van de verbintenissen van de kmo.De controlebevoegdheid wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 7 van het Wetboek van Vennootschappen en de term 'gezamenlijke controle' wordt geïnterpreteerd in de zin van artikel 9 van het Wetboek van Vennootschappen. § 4. Waarborgbeheer NV kan een afwijking toestaan van de bepalingen van dit artikel.
Een afwijking als vermeld in het eerste lid moet nader worden gemotiveerd in het belang van de kmo en kan alleen worden toegestaan op voorwaarde dat als gevolg van de afwijking geen concurrentieverstorend effect optreedt Onderafdeling II. - Procedure
Art. 8.§ 1. Om een nieuwe verbintenis onder toepassing van de waarborg te brengen, maakt de waarborghouder gebruik van formulier B voor de leasingmaatschappijen, waarvan de inhoud is vastgesteld in bijlage II. Formulier B voor de leasingmaatschappijen wordt ter beschikking gesteld door Waarborgbeheer NV, die het op een gepaste wijze lay-out. § 2. Formulier B voor de leasingmaatschappijen moet volledig en correct ingevuld aangetekend of elektronisch met een digitaal certificaat naar Waarborgbeheer NV worden gestuurd. De bijlagen die eventueel bij formulier B voor de leasingmaatschappijen moeten worden gevoegd, moeten samen met formulier B voor de leasingmaatschappijen naar Waarborgbeheer NV worden gestuurd. De bijlagen kunnen desgewenst aangetekend worden verstuurd.
Waarborgbeheer NV kan de indieningswijze nader regelen en gemotiveerde afwijkingen toestaan van de gestelde regels voor de wijze van indiening van het formulier en de bijlagen.
Art. 9.Waarborgbeheer NV brengt de waarborghouder schriftelijk op de hoogte van de beslissing die ze heeft genomen overeenkomstig artikel 12 van het Vierde Waarborgbesluit.
De waarborghouder ontvangt, eventueel samen met het bericht van registratie, vermeld in het eerste lid, een bevestiging van de premieberekening en een verzoek tot betaling van de premie, waarbij de volgende gegevens worden vermeld : 1° het dossiernummer dat toegekend is bij de registratie bij Waarborgbeheer NV;2° het referentienummer van de waarborghouder;3° het premiebedrag;4° de gestructureerde mededeling, die vermeld moet worden bij de betaling;5° de vervaldag waarop de premie betaald moet zijn. Afdeling III. - Afroep van de waarborg
Onderafdeling I.- Procedure
Art. 10.§ 1. Voor de afroep van een waarborg maakt de waarborghouder gebruik van het daartoe door Waarborgbeheer NV ter beschikking gestelde formulier C voor de leasingmaatschappijen.
Waarborgbeheer NV moet erin voorzien dat in formulier C voor de leasingmaatschappijen ten minste de gegevens worden opgenomen die vermeld zijn in bijlage III. De waarborghouder voegt de volgende stukken en documenten bij het formulier C voor de leasingmaatschappijen : 1° akkoordbrieven die naar de klant gestuurd zijn, of de overeenkomsten waarbij alle leasingovereenkomsten werden toegestaan en eventuele aanvullingen daarop of addenda daarbij;2° het kredietverslag en de kredietbeslissing op basis waarvan de leasingovereenkomst die onder de waarborg werd gebracht, is toegestaan;3° eventueel bij herschikking : brieven en nieuwe delgingstabel;4° een of meer brieven waarbij de leasingovereenkomst wordt opgezegd en het debetsaldo opeisbaar wordt gesteld. Voor de berekening van het bedrag waarvoor de afroep gebeurt, en voor de berekening van de verdeelsleutel, waarvan sprake is hierboven, zullen door Waarborgbeheer NV de nodige hulpmiddelen ter beschikking worden gesteld. § 2. Formulier C voor de leasingmaatschappijen moet volledig en correct ingevuld aangetekend of elektronisch met een digitaal certificaat naar Waarborgbeheer NV worden gestuurd. De bijlagen die bij formulier C voor de leasingmaatschappijen gevoegd moeten worden, moeten samen met formulier C voor de leasingmaatschappijen naar Waarborgbeheer NV worden gestuurd. De bijlagen kunnen desgewenst aangetekend worden verstuurd.
Waarborgbeheer NV kan de indieningswijze nader regelen en afwijkingen toestaan van de gestelde regels voor de wijze van indiening van het formulier en de bijlagen.
Onderafdeling II. - Onderzoek of een afroep van een waarborg voldoet aan de voorwaarden
Art. 11.§ 1. In het kader van haar bevoegdheid om te onderzoeken of een afroep van een waarborg voldoet aan de voorwaarden, vermeld in het Waarborgdecreet, en aan de uitvoeringsmaatregelen ervan, kan Waarborgbeheer NV op elk moment, zonder dat haar bevoegdheden daartoe beperkt zijn : 1° de boeken van de waarborghouder onderzoeken wat betreft de onderdelen die betrekking hebben op de kmo waarmee een leasingovereenkomst gesloten is, waarvoor een afroep van de waarborg is gebeurd;2° inzage nemen in de leasingovereenkomst die de waarborghouder heeft gesloten met de kmo en waarvan verbintenissen onder toepassing van een waarborg werden gebracht;3° alle stukken en documenten kopiëren en bijhouden uit de dossiers die de waarborghouder heeft aangelegd over de onder toepassing van de waarborg gebrachte leasingovereenkomsten van de betrokken kmo. § 2. De controle kan bij Waarborgbeheer NV, bij de waarborghouder of, indien nodig, bij de kredietnemer worden uitgevoerd.
De controle wordt via e-mail met leesbevestiging en per brief ten minste vijf werkdagen vooraf aangekondigd aan de waarborghouder. In de aankondiging worden de te controleren dossiers opgesomd en wordt ook een indicatie gegeven van het tijdstip waarop de controle zal aanvangen.
De waarborghouder kan een gemotiveerd verzoek tot uitstel richten tot Waarborgbeheer NV. § 3. De controle wordt uitgevoerd door auditoren die gemandateerd zijn door Waarborgbeheer NV, en kan plaatsvinden tot twee jaar na de voorlopige betaalbaarstelling overeenkomstig artikel 30 van het Vierde Waarborgbesluit. § 4. De resultaten van de controle worden gerapporteerd aan de waarborghouder op de wijze die bepaald is door Waarborgbeheer NV. Onderafdeling III. - Betaling van recuperaties en kosten
Art. 12.§ 1. De volgende gerecupereerde bedragen en de daartoe door de waarborghouder betaalde en bewezen verantwoorde kosten en erelonen worden verdeeld tussen Waarborgbeheer NV en de Waarborghouder op basis van de principes, vermeld in dit artikel : 1° de gerecupereerde bedragen, afkomstig van zekerheden die alleen gevestigd zijn voor een leasingovereenkomst die onder de waarborg gebracht werd;2° de gerecupereerde bedragen, afkomstig van zekerheden die gevestigd zijn voor meerdere leasingovereenkomsten waaronder een leasingovereenkomst die onder de waarborg gebracht werd;3° de andere gerecupereerde bedragen;4° de gerecupereerde bedragen, afkomstig van de geleasede goederen die het voorwerp uitmaken van de leasingovereenkomsten die onder de waarborg werden gebracht. § 2. Als de waarborghouder met de kmo slechts één onder toepassing van de waarborg gebrachte leasingovereenkomst gesloten heeft, namelijk de opgezegde, geldt de volgende bepaling.
Alle gerecupereerde bedragen worden overeenkomstig de risicoverdeling, vermeld in artikel 11, 3°, van het Vierde Waarborgbesluit, verdeeld overeenkomstig het op formulier B voor de leasingmaatschappijen aangegeven percentage. De met de recuperatie gepaard gaande betaalde en bewezen, verantwoorde kosten en erelonen worden op basis van hetzelfde percentage toegerekend aan Waarborgbeheer NV en de waarborghouder. § 3. Als de waarborghouder met de kmo verschillende leasingovereenkomsten gesloten heeft, waarvan een of meer onder toepassing van de waarborg zijn gebracht en een of meer niet, gelden de volgende bepalingen.
De gerecupereerde bedragen, vermeld in § 1, 1° en 4°, alsook de daarmee gepaard gaande betaalde en bewezen, verantwoorde kosten en erelonen worden overeenkomstig de risicoverdeling, vermeld in artikel 11, 3°, van het Vierde Waarborgbesluit, verdeeld overeenkomstig het op formulier B voor de leasingmaatschappijen aangegeven percentage.
De gerecupereerde bedragen, vermeld in § 1, 2° en 3°, alsook de daarmee gepaard gaande betaalde en bewezen, verantwoorde kosten en erelonen worden respectievelijk toegerekend aan de waarborghouder en Waarborgbeheer NV op basis van het percentage, dat wordt vastgesteld als volgt : 1° het nog openstaande kapitaal bij opzegging, met inbegrip van het kapitaalsgedeelte van de restwaarde of van het kapitaalsgedeelte van de aankoopoptie, van alle op dat moment bestaande leasingovereenkomsten wordt vermeerderd met maximaal de interest over het aan de opzegging voorafgaande jaar.Het openstaande kapitaal mag maximaal één jaar achterstand in kapitaal bevatten; 2° per leasingovereenkomst wordt het aandeel berekend in het nog openstaande kapitaal, met inbegrip van het kapitaalsgedeelte van de restwaarde of het kapitaalsgedeelte van de aankoopoptie, waarop Waarborgbeheer NV en de waarborghouder recht hebben volgens de risicoverdeling, vermeld in artikel 11, 3°, van het Vierde Waarborgbesluit.Voor de niet onder toepassing van de waarborg gebrachte verbintenissen wordt het aandeel van Waarborgbeheer NV vastgesteld op 0 % en het aandeel van de waarborghouder op 100 %; 3° de verdeelsleutel wordt bepaald door de verhouding tussen het bedrag, vermeld in punt 2°, en het bedrag, vermeld in punt 1°. Onderafdeling IV. - Herroeping van provisionele betaling
Art. 13.Als Waarborgbeheer NV na een controle als vermeld in artikel 33, § 5, van het Vierde Waarborgbesluit, binnen de vastgestelde termijn van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de provisionele betaling, vermeld in artikel 33, § 1, van het Vierde Waarborgbesluit, beslist om de provisionele betaling geheel of gedeeltelijk te herroepen omdat een voorwaarde van het Waarborgdecreet of de uitvoeringsmaatregelen ervan niet vervuld is, brengt ze de waarborghouder daarvan onmiddellijk op de hoogte met een aangetekende brief, waarin ze haar beslissing motiveert.
De waarborghouder moet in een dergelijk geval binnen een termijn van een maand na de datum van die aangetekende brief het betreffende bedrag terugbetalen aan het Vlaamse Gewest op de wijze die aangegeven is in de aangetekende brief in kwestie. Afdeling IV. - Vroegtijdig afsluiten van een dossier
Art. 14.§ 1. Waarborgbeheer NV kan op eigen initiatief overgaan tot de vroegtijdige afsluiting van een dossier. Ze baseert zich daarbij op redenen van sociale of (bedrijfs)economische aard of op een onevenwicht dat ontstaan is of dreigt te ontstaan tussen kosten en recuperaties.
Waarborgbeheer NV brengt de gemotiveerde beslissing binnen tien werkdagen nadat ze genomen is, aangetekend of elektronisch met een digitaal certificaat ter kennis van de waarborghouder. § 2. Als er volgens de waarborghouder een onevenwicht ontstaan is of dreigt te ontstaan tussen kosten en recuperaties, of wegens sociale of (bedrijfs)economische redenen kan de waarborghouder een gemotiveerd verzoek indienen bij Waarborgbeheer NV om een dossier vroegtijdig af te sluiten.
De waarborghouder richt zijn gemotiveerde aanvraag tot afsluiting van een dossier aangetekend of elektronisch met een digitaal certificaat aan Waarborgbeheer NV. Waarborgbeheer NV onderzoekt na de ontvangst van een verzoek tot afsluiting van een dossier of het dossier voor afsluiting in aanmerking komt.
Als ze van oordeel is dat er redelijkerwijs nog recuperaties van de kmo mogelijk zijn of dat er in de toekomst aanleiding zou kunnen bestaan tot herroeping van een provisionele betaling aan de waarborghouder, besluit Waarborgbeheer NV dat het dossier vooralsnog niet kan worden afgesloten.
Waarborgbeheer NV brengt haar gemotiveerde beslissing over de aanvraag tot afsluiting van een dossier ter kennis van de waarborghouder binnen een maand na de ontvangst van de aanvraag tot afsluiting. HOOFDSTUK III. - Bijzondere regeling voor de waarborgen van de grote ondernemingen
Art. 15.De bepalingen van hoofdstuk I tot en met II zijn van overeenkomstige toepassing voor de waarborgen voor de verbintenissen van grote ondernemingen die voortvloeien uit leasingovereenkomsten, tot op de dag waarop het besluit van de Vlaamse Regering van 7 november 2008 betreffende erkenning van een financiële crisis en tot afwijking van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen, overeenkomstig artikel 7 van dit besluit, buiten werking treedt.
In afwijking van artikel 5, § 1, worden de waarborgen naar aanleiding van de eerste oproep voor de grote ondernemingen voorwaardelijk als volgt toegekend. In geen geval zal het bedrag aan waarborgen dat aan een kandidaat-waarborghouder wordt toegekend, het door de kandidaat-waarborghouder gevraagde waarborgbedrag overschrijden. 1° In een eerste verdeelronde wordt 60 % van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, gelijk verdeeld tussen alle kandidaat-waarborghouders.Als na de eerste verdeelronde nog een surplus aan waarborgen beschikbaar is, wordt dat overgeheveld naar de tweede verdeelronde. 2° In een tweede verdeelronde wordt het saldo van 40 % van het maximumbedrag aan waarborgen, vermeld in artikel 8, § 2, 1°, van het Waarborgdecreet, eventueel vermeerderd met het surplus uit de eerste verdeelronde, bedoeld in 1°, door de minister verdeeld onder de betrokken kandidaat-waarborghouders, na gemotiveerd advies van Waarborgbeheer NV.Het advies van Waarborgbeheer NV en de beslissing van de minister zijn in ieder geval mee gebaseerd op de motivering van het door de kandidaat-waarborghouder gevraagde bedrag aan waarborgen.
Die motivering moet onder meer uitgaan van gegevens over de positie van de kandidaat-waarborghouder op de kredietmarkt met betrekking tot kmo's, strategie, specialisatie, landelijke spreiding en dichtheid van zijn kantorennet, zoals aangegeven op formulier A voor de leasingmaatschappijen. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding
Art. 16.Dit besluit treedt in werking op de datum van de inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen met betrekking tot de leasingmaatschappijen.
Brussel, 6 mei 2009.
De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Mevr. P. CEYSENS
Bijlage I Waarborgbeheer NV moet er bij de redactie van formulier A voor de leasingmaatschappijen in voorzien dat de kandidaat-waarborghouder minstens de volgende gegevens verstrekt : 1° zijn naam, zijn rechtsvorm, het adres van zijn maatschappelijke zetel, zijn ondernemingsnummer en in voorkomend geval zijn btw-nummer;2° het bedrag waarvoor hij in de beschouwde periode denkt verbintenissen van kmo's onder toepassing van de waarborg te brengen;3° de motivatie van dat bedrag op basis van gegevens over zijn positie op de kredietmarkt ten opzichte van kmo's, strategie, specialisatie, de landelijke spreiding en de dichtheid van zijn kantorennet en het naar de kmo's toe gevoerde kredietbeleid;4° als de kandidaat-waarborghouder naar aanleiding van een vorige oproep een nog geldende raamovereenkomst gesloten heeft met Waarborgbeheer NV, en de in artikel 9, § 2, van het Waarborgdecreet bedoelde documenten, die naar aanleiding daarvan werden bezorgd aan Waarborgbeheer NV sindsdien, of sinds de datum waarop de betrokkene gewijzigde documenten heeft bezorgd aan Waarborgbeheer NV overeenkomstig artikel 4 van dit besluit, niet gewijzigd zijn, de schriftelijke verklaring dat de genoemde documenten op de datum van de nieuwe kenbaarmaking bij Waarborgbeheer NV nog steeds ongewijzigd van kracht zijn;5° alle andere gegevens waarvan Waarborgbeheer NV oordeelt dat ze nuttig zijn ter beoordeling van de kandidatuur van de kandidaat-waarborghouder;6° de motivatie van een waarborghouder voor zijn verwachte grotere productie in de nieuwe oproep. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 6 mei 2009 tot uitvoering van bepaalde bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen voor de leasingmaatschappijen.
Brussel, 6 mei 2009.
De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Mevr. P. CEYSENS
Bijlage II Formulier B voor de leasingmaatschappijen moet volgende gegevens bevatten. 1° gegevens over de verbintenis a) het bedrag, in hoofdsom, van de totale verbintenissen van de kmo;b) het door de waarborghouder gekozen percentage op basis waarvan de verbintenissen van de kmo, in hoofdsom, die onder toepassing van de waarborg zullen worden gebracht, berekend worden;c) het bedrag van de verbintenissen van de kmo in hoofdsom, dat, rekening houdend met de voorgaande elementen, volgens de berekening van de waarborghouder, onder toepassing van de waarborg zal worden gebracht;d) de duurtijd waarvoor verbintenissen van de kmo onder toepassing van de waarborg worden gebracht, met opgave van begin- en einddatum;e) de duurtijd van de leasingovereenkomst met opgave van begin- en einddatum;f) het delgingsprogramma, gehanteerd in het kader van de leasingovereenkomst;g) de gevestigde zekerheden en de geschatte waarde bij gedwongen verkoop van onroerende goederen indien deze gevestigd werden h) een beschrijving van het geleasede goed en de geschatte waarde ervan;i) totaal bedrag en doel van de investering, totale eigen inbreng bij de investering;j) het kapitaalsgedeelte van de aankoopoptie of kapitaalsgedeelte van de restwaarde van het geleasede goed.2° gegevens over kmo : a) als de kmo een vennootschap is : 1) Naam vennootschap;2) juridische vorm;3) oprichtingsdatum;4) adresgegevens;5) investeringsplaats;6) ondernemingsnummer KBO;7) btw-nummer;8) activiteit(en), aard van de onderneming of NACE-code;9) eventueel bestaand registratienummer;10) telefoonnummer en e-mailadres van de kmo;11) starter (iedere zelfstandige en/of vennootschap die nog niet langer dan drie volledige kalenderjaren is ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen);12) zaakvoerder(s), bestuurder(s), en/of gedelegeerd bestuurder(s) van de kmo : voor- en achternaam, geboortedatum en burgerlijke staat;13) personen die de (gezamenlijke) controle over de kmo voeren.b) als de kmo een natuurlijke persoon is : 1) naam bedrijf;2) naam persoon die de controle uitoefent over de kmo;3) burgerlijke staat;4) telefoonnummer en e-mailadres van de kmo;5) nationaliteit;6) adresgegevens;7) aard van de onderneming of NACE-code;8) investeringsplaats;9) ondernemingsnummer KBO;10) btw-nummer;11) aanvangsdatum van de activiteiten;12) starter(iedere zelfstandige en/of vennootschap die nog niet langer dan drie volledige kalenderjaren is ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen);13) exploitatiezetel(s) van de kmo;3° berekening van de premie : de verschuldigde premie wordt berekend door de waarborghouder met het door Waarborgbeheer NV ter beschikking gestelde berekeningsmodel;4° gegevens van de waarborghouder : identificatienummer van de waarborghouder dat toegekend is door Waarborgbeheer NV;5° gegevens van de waarborg : identificatienummer van de waarborg (oproep) dat is vermeld bij de toekenning van de waarborg aan de waarborghouder;6° verklaringen van de waarborghouder : a) de waarborghouder verklaart dat de onder toepassing van de waarborg gebrachte leasingovereenkomsten worden toegekend conform de regels, daarin begrepen interne gebruiken, normen en beoordelingscriteria, die de waarborghouder gebruikelijk hanteert in vergelijkbare omstandigheden voor soortgelijke leasingovereenkomsten die niet onder toepassing van de waarborg worden gebracht;b) de waarborghouder verklaart dat de onder toepassing van de waarborg gebrachte leasingovereenkomsten worden goedgekeurd door het gebruikelijke beslissingsorgaan dat leasingovereenkomsten van deze omvang en deze aard goedkeurt;c) de waarborghouder verklaart dat met betrekking tot de onder toepassing van de waarborg gebrachte leasingovereenkomsten een analyse wordt opgesteld conform de regels die door de waarborghouder gehanteerd worden in vergelijkbare omstandigheden voor soortgelijke overeenkomsten die niet onder toepassing van de waarborg worden gebracht;d) de waarborghouder verklaart dat hij er op geen enkele manier toe zal bijdragen, noch door bepaalde handelingen te stellen, noch door bepaalde handelingen na te laten, dat het risico voor het Vlaamse Gewest wordt verzwaard in het kader van de door hem toegestane waarborg. Meer in het bijzonder, zonder daartoe beperkt te zijn, verklaart de waarborghouder dat hij alleen tot vrijgave van een zekerheid zal overgaan onder de voorwaarden en conform de regels die door de waarborghouder gehanteerd worden in vergelijkbare omstandigheden voor soortgelijke leasingovereenkomsten die niet onder de toepassing van de waarborg worden gebracht, en als voldaan wordt aan de voorwaarden, vermeld in de tussen de waarborghouder en Waarborgbeheer NV gesloten raamovereenkomst; 5° de waarborghouder verklaart dat hij niet tot compensatie zal overgaan van bedragen die verschuldigd zijn door de waarborghouder aan Waarborgbeer NV of aan het Vlaamse Gewest, en van bedragen die verschuldigd zijn door Waarborgbeheer NV of het Vlaamse Gewest aan de waarborghouder. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 6 mei 2009 tot uitvoering van bepaalde bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen voor de leasingmaatschappijen.
Brussel, 6 mei 2009.
De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Mevr. P. CEYSENS
Bijlage III In formulier C voor de leasingmaatschappijen moet erin voorzien worden dat de kandidaat-waarborghouder minstens de volgende gegevens verstrekt : 1° de berekening van de gevraagde voorlopige betaalbaarstelling;2° een lijst van alle op het moment van opzegging bij de betreffende waarborghouder bestaande leasingovereenkomsten betreffende de kmo, met opgave van alle zekerheden;3° het nog openstaande kapitaal bij opzegging, met inbegrip van het kapitaalsgedeelte van de restwaarde of van het kapitaalsgedeelte van de aankoopoptie, van alle op dat moment bestaande leasingovereenkomsten, vermeerderd met maximaal de interest over het aan de opzegging voorafgaande jaar.Het openstaande kapitaal mag maximaal één jaar achterstand in kapitaal bevatten; 4° een berekening van de verdeelsleutel van de recuperaties;5° het bankrekeningnummer waarop een eventueel voorlopig bedrag moet worden uitbetaald. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 6 mei 2009 tot uitvoering van bepaalde bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 maart 2009 betreffende bepaalde procedurele aspecten van de waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen voor de leasingmaatschappijen.
Brussel, 6 mei 2009.
De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Mevr. P. CEYSENS