gepubliceerd op 08 juni 2002
Ministerieel besluit houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest
6 JUNI 2002. - Ministerieel besluit houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995 en 23 maart 1998;
Gelet op de Richtlijn 2001/89/EG betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 september 1981 houdende maatregelen van diergeneeskundige politie betreffende de klassieke varkenspest en de Afrikaanse varkenspest, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 april 1982, 31 januari 1990, 22 mei 1990, 14 juli 1995 en 31 oktober 1996, inzonderheid op het artikel 36bis;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1995 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige varkensziekten;
Gelet op het ministerieel besluit van 6 september 1990 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de klassieke varkenspest, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 september 1990, 12 oktober 1990, 16 november 1990, 6 december 1990, 28 mei 1991, 15 oktober 1993, 21 oktober 1993, 29 oktober 1993, 24 november 1993, 13 januari 1994, 8 februari 1994, 18 februari 1994, 10 maart 1994, 17 maart 1994, 22 maart 1994, 1 april 1994, 15 april 1994, 20 april 1994, 28 april 1994, 27 mei 1994, 8 juni 1994, 21 juni 1994, 1 juli 1994, 11 juli 1994, 5 augustus 1994, 25 augustus 1994, 20 september 1994, 7 oktober 1994, 4 november 1994, 28 december 1994, 7 februari 1997, 17 februari 1997, 6 maart 1997, 28 maart 1997, 9 april 1997, 10 april 1997, 9 mei 1997, 22 mei 1997, 16 juni 1997, 26 juni 1997, 5 juli 1997, 24 juli 1997, 29 juli 1997, 8 augustus 1997, 18 augustus 1997, 19 augustus 1997, 28 augustus 1997, 1 september 1997, 8 september 1997, 23 september 1997, 29 september 1997, 7 oktober 1997, 22 oktober 1997 en 8 mei 1998 en bij het koninklijk besluit van 14 juni 1993 tot bepaling van de uitrustingsvoorwaarden voor het houden van varkens;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat een uitbraak van klassieke varkenspest in het Groothertogdom Luxemburg het opleggen van tijdelijke bestrijdingsmaatregelen op het grondgebied dringend noodzakelijk maakt, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - varken : elk dier van de familie van de suidae, inbegrepen wilde varkens; - varkensbeslag : het geheel van de varkens gehouden in een geografische entiteit en die een duidelijk omschreven eenheid vormen op basis van de epidemiologische banden, vastgesteld door de inspecteur-dierenarts; de lokalisatie van een beslag wordt vastgesteld op basis van het adres en de coördinaten van de geografische entiteit; - verantwoordelijke : de eigenaar of de houder die gewoonlijk over de varkens een onmiddellijk beheer en toezicht uitoefent; - bedrijfsdierenarts : de erkende dierenarts die, overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 februari 1995 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige varkensziekten, door de verantwoordelijke is aangewezen om in het beslag de reglementaire controles en profylactische ingrepen op de varkens uit te voeren; - Dienst : de Diergeneeskundige Dienst van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt een toezichtgebied afgebakend, zoals bepaald in bijlage 1 van dit besluit.
De Burgemeester doet onverwijld aan alle wegen op de grens van het toezichtgebied op 2 meter hoogte witte waarschuwingsborden aanbrengen met in zwarte hoofdletters de vermelding: « Varkenspest - toezichtgebied - verkeer van en handel in varkens gereglementeerd ».
Art. 3.In het toezichtgebied zijn de volgende maatregelen van kracht. 1° Het verplaatsen en het vervoer van varkens over openbare of particuliere wegen zijn verboden, uitgezonderd in toepassing van artikel 5.2° Vrachtwagens en voertuigen waarmee varkens zijn vervoerd, mogen het toezichtgebied niet verlaten zonder te zijn gereinigd en ontsmet volgens de voorschriften van de dienst.3° Het slachten van varkens is verboden.4° Elk varkensbeslag moet binnen de 24 uren na het instellen van het toezichtgebied worden geïnventariseerd.De burgemeester maakt daartoe een inventaris volgens het model in bijlage 2 van dit besluit over aan elke verantwoordelijke. De verantwoordelijke vervolledigt de inventaris met de juiste gegevens van zijn beslag en maakt hem onverwijld over aan de Burgemeester. De ontvangen inventarissen worden door de Burgemeester onmiddellijk aan de inspecteur-dierenarts overgemaakt. 5° De toegang tot elk varkensbeslag moet worden gemarkeerd met witte waarschuwingsborden met in rode hoofdletters de vermelding: « Varkensbeslag - Toegang gereglementeerd ».6° Het transport en uitspreiden van mest en drijfmest, afkomstig van varkens, is verboden, uitgezonderd mits toestemming van en volgens de onderrichtingen van de Dienst.
Art. 4.Op elk varkensbeslag in het toezichtgebied zijn de volgende maatregelen van kracht. 1° De toegang tot het beslag is verboden voor personen, voertuigen of materialen vreemd aan het beslag, uitgezonderd voor : - het overheidspersoneel, bedoeld in artikel 20 van de diergezondheidswet van 24 maart 1987, en de personen die in opdracht van deze werken, - de bedrijfsdierenarts; - het personeel nodig voor de verzorging van de dieren; - de ophaling van krengen door het destructiebedrijf; - de bevoorrading van het beslag. 2° Aan de ingang van elk beslag wordt een ontsmettingsvoetbad met een erkend ontsmettingsmiddel geplaatst. Al wie een varkensbeslag binnenkomt of verlaat, moet : - gebruik maken van dit ontsmettingsvoetbad bij het betreden en verlaten van het bedrijf; - de handen wassen vooraleer en nadat hij de ruimten betreedt, waar de dieren zijn gehuisvest; - gebruik maken van bedrijfseigen kledij en laarzen; - alle voorwerpen reinigen en ontsmetten die in contact kwamen met de dieren.
Van elk vervoermiddel dat een varkensbeslag verlaat, worden de wielen, banden en wielkasten ontsmet volgens de voorschriften van de Dienst. 3° Alle varkens moeten in de bedrijfsgebouwen worden opgesloten.4° Andere landbouwhuisdieren dan varkens mogen in de eerste zeven dagen na het afbakenen van het toezichtgebied niet zonder toestemming van de inspecteur-dierenarts worden aangevoerd naar of afgevoerd van een varkensbeslag.5° Elke sterfte of ziekte van varkens moet door de verantwoordelijke onmiddellijk aan de inspecteur-dierenarts worden gemeld.6° Sperma, eicellen en embryo's van varkens mogen het beslag niet verlaten.7° Elke verantwoordelijke is ertoe gehouden om ten minste om de zeven dagen alle varkens van zijn beslag te laten onderzoeken door de bedrijfsdierenarts.De bedrijfsdierenarts rapporteert zijn bevindingen binnen de 24 uren aan de inspecteur-dierenarts door middel van een ingevuld bezoekrapport volgens het model in bijlage 3 van dit besluit. 8° Elke verantwoordelijke van een varkensbeslag is verplicht om een register bij te houden volgens het model in bijlage 4 van dit besluit, waarin in chronologische volgorde de personen worden genoteerd die het bedrijf bezoeken.
Art. 5.§ 1. Varkens mogen gedurende ten minste 21 dagen na de voltooiing van de voorlopige reiniging en ontsmetting van de besmette varkensbeslagen niet van het varkensbeslag, waar ze worden gehouden, worden afgevoerd. Na eenentwintig dagen kan de inspecteur-dierenarts, voor zover aan paragraaf 2 van dit artikel wordt voldaan, toestaan dat de varkens van een bedrijf rechtstreeks worden afgevoerd naar : - een door de Dienst aangewezen slachthuis om daar onmiddellijk te worden geslacht; - een verwerkingsbedrijf of een geschikte plaats waar de varkens onmiddellijk worden gedood en de karkassen onder officieel toezicht worden verwerkt; of - andere varkensbeslagen in het toezichtgebied. § 2. In de gevallen waarin naar deze paragraaf wordt verwezen, kan de Dienst toestaan dat varkens van het betrokken bedrijf worden afgevoerd, op voorwaarde dat : a) een officiële dierenarts op het bedrijf, en vooral bij de te vervoeren dieren, een klinisch onderzoek heeft verricht volgens de instructies van de Dienst;b) uit deze controles en onderzoeken blijkt dat er geen tekenen zijn van klassieke varkenspest en aan de instructies van de Dienst wordt voldaan;c) het vervoer plaats vindt in door de inspecteur-dierenarts verzegelde voertuigen;d) de voertuigen en de uitrusting, die bij het vervoer van de dieren zijn gebruikt, onmiddellijk na het vervoer overeenkomstig de richtlijnen van Dienst worden gereinigd en ontsmet;e) bij de te slachten of te doden dieren overeenkomstig de instructies van de Dienst een voldoende aantal monsters is genomen om de aanwezigheid van het virus van klassieke varkenspest op de betrokken varkensbeslagen te kunnen bevestigen of uitsluiten;f) wanneer de varkens naar een slachthuis worden vervoerd : - de dierenarts-keurder van het Instituut van Veterinaire Keuring, die verantwoordelijk is voor het slachthuis, in kennis wordt gesteld van het voornemen varkens naar dat slachthuis te zenden, en dat hij de inspecteur-dierenarts meedeelt wanneer de varkens zijn aangekomen; - de varkens bij aankomst in het slachthuis van andere varkens gescheiden worden gehouden en apart worden geslacht; - de dierenarts-keurder bij de keuringen voor en na het slachten in het aangewezen slachthuis, rekening houdt met mogelijke symptomen die wijzen op klassieke varkenspest; - het verse vlees dat van deze varkens is verkregen, wordt verwerkt of wordt gemerkt met een bijzonder merk als bedoeld in artikel 5bis van Richtlijn 72/461/EEG van de Raad. § 3. Wanneer de in artikels 3 en 4 van dit besluit vastgestelde verbodsbepalingen meer dan 30 dagen gehandhaafd blijven in verband met nieuwe ziekte-uitbraken en daardoor moeilijkheden ontstaan op het gebied van het welzijn van de dieren of het houden van de varkens, dan kan de Dienst, voor zover aan het bepaalde in paragraaf 2 van dit artikel is voldaan en indien de verantwoordelijke een met redenen omkleed verzoek daartoe heeft ingediend, toestaan dat de varkens van een varkensbeslag in het toezichtgebied rechtstreeks worden afgevoerd naar : - een door de Dienst aangewezen slachthuis om daar onmiddellijk te worden geslacht; - een verwerkingsbedrijf of een geschikte plaats waar de varkens onmiddellijk worden gedood en de karkassen onder officieel toezicht worden verwerkt; of - andere varkensbeslagen in het toezichtgebied.
Art. 6.De in het toezichtgebied genomen maatregelen blijven ten minste van toepassing totdat : a) de besmette varkensbeslagen zijn gereinigd en ontsmet;b) bij de varkens op alle bedrijven een klinisch onderzoek en, indien nodig, laboratoriumtests overeenkomstig de instructies van de Dienst zijn uitgevoerd, met het oog op de opsporing van het virus van de klassieke varkenspest. Deze onderzoeken en test mogen pas ten vroegste twintig dagen na de voltooiing van de voorlopige reiniging en de ontsmetting van de besmette bedrijven worden uitgevoerd.
Art. 7.Overtredingen op de bepalingen van dit besluit worden opgespoord en bestraft overeenkomstig de dierengezondheidswet van 24 maart 1987.
Art. 8.Artikel 2, paragraaf 2 van het ministerieel besluit van 6 september 1990, houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest, wordt opgeheven.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad .
Brussel, 6 juni 2002.
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET
Bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 6 juni 2002 Voor de toepassing van dit besluit wordt een toezichtgebied afgebakend.
Dit toezichtgebied omvat : - het grondgebied van de gemeente Gouvy gelegen ten Westen van de rue du Wago, en ten Zuiden van de rue d'Houffalize, die overgaat in de N827; - het grondgebied van de gemeente Houffalize gelegen ten Zuiden van de N827 en ten Oosten van de autoweg E25 (A26); - Het grondgebied van de gemeente Bastogne gelegen, ten Oosten van de autoweg E25 (A26) en ten Noorden van de verbindingswegen tussen Recogne, Foy, Bizory, Mageret, Benonchamps en Bras tot aan de kruising met N84, en noordelijk van de N84 tot aan de grens.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 6 juni 2002.
De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET
Bijlage 2 bij het ministerieel besluit van 6 juni 2002 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld