gepubliceerd op 20 januari 2005
Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten
6 JANUARI 2005. - Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten
De Minister van Sociale Zaken, Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35bis, § 1, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2001, en gewijzigd bij de wetten van 22 december 2003 en 9 juli 2004, en § 2, ingevoegd bij de wet van 10 augustus 2001, en gewijzigd bij de wet van 22 december 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten, inzonderheid op bijlage I, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op de voorstellen van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen, uitgebracht op 7 en 21 september 2004 en 5 oktober 2004;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën;
Gelet op de akkoordbevindingen van Onze Minister van Begroting;
Gelet op de notificaties aan de aanvragers;
Bij ontstentenis van een beslissing van de Minister binnen een termijn van 180 dagen, wat betreft de verpakkingen van 56 tabletten van de specialiteiten MERCK-TERAZOSINE - 1 mg, 2 mg, 5 mg en 10 mg, heeft de gemachtige ambtenaar de aanvrager hiervan op de hoogte gebracht op 10 november 2004;
Gelet op advies nr. 37.823/1 van de Raad van State, gegeven op 2 december 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.In de bijlage I van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van farmaceutische specialiteiten, zoals tot op heden gewijzigd, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in hoofdstuk I, worden de volgende specialiteiten ingevoegd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 3) in § 192, worden de vergoedingsvoorwaarden vervangen als volgt : « § 192.- 1° - De onder 4° vermelde specialiteiten worden vergoed indien ze zijn voorgeschreven voor : a) De behandeling, gedurende een periode van 4 weken en tot een maximum van 1 verpakking van 28 x 20 mg, van duodenumulcus, aangetoond door een endoscopisch of radiografisch onderzoek.In geval van duodenumulcus waarvan is aangetoond dat het refractair is aan een andere behandeling, wordt het maximum aantal vergoedbare verpakkingen op 2 verpakkingen van 28x20 mg of 1 verpakking van 56 x 20mg gebracht gedurende 8 weken.
Deze acute behandeling kan eenmaal hernieuwd worden als het controle-onderzoek de niet-cicatrisatie van de zweer, heeft geobjectiveerd. b) De behandeling, gedurende een periode van 6 weken en tot een maximum van 1 verpakking van 28 x 20 mg + een verpakking van 14 x 20 mg van maagulcus, aangetoond door een endoscopisch onderzoek of, in geval van gestaafde onmogelijkheid, door een radiografisch onderzoek. Deze acute behandeling kan éénmaal hernieuwd worden als het controle-onderzoek de niet-cicatrisatie van de zweer, heeft geobjectiveerd. c) De behandeling, na littekenvorming, binnen de perken die respectievelijk onder a en b zijn omschreven, van nieuwe opstoten van duodenum- of maagulcus, aangetoond door nieuwe onderzoeken, indien het om maagulcera gaat.d) De behandeling met 20 mg per dag, gedurende een periode van 4 weken en tot een maximum van 1 verpakking van 28 capsules aan 20 mg, van een peptische refluxoesofagitis van graad I (erythemateus - exsudatieve of erosieve niet-confluerende letsels, solitair of multipel) en II (exsudatieve of erosieve confluerende letsels zonder circulaire extensie) aangetoond door een endoscopisch onderzoek. Wanneer het gaat over een rechthebbende waarbij aangetoond is op basis van een klinische evaluatie dat hij refractair is aan een voorgaande behandeling, is er een tegemoetkoming in de behandeling met 20 mg per dag gedurende een periode van 8 weken en tot een maximum van 2 verpakkingen van 28 x 20 mg of van 1 verpakking van 56 x 20 mg.
In geval van een aangetoonde onmogelijkheid om een controle-endoscopie uit te voeren zoals bij voorbeeld bij een ernstige oesofagussclerodermie, moet dit in een omstandig verslag uiteengezet worden aan de adviserend geneesheer. d') de behandeling met 10 mg per dag, gedurende een periode van 12 maanden, en tot maximum 13 verpakkingen van 28 capsules x 10mg of tot maximum 6 verpakkingen van 56 capsules x 10 mg + 1 verpakking van 28 capsules 10 mg, van een peptische refluxoesofagitis, graad I of II, tweemaal hernieuwbaar op basis van een klinische evaluatie.
De tegemoetkoming kan worden toegestaan op voorwaarde dat : - bij de rechthebbende een klinische doeltreffendheid op de acute behandeling blijkt; - de rechthebbende: 1) in een recent verleden (de laatste 3 jaren) een endoscopisch onderzoek heeft ondergaan waarin bij de rechthebbende werd aangetoond dat : * hij letsels van een peptische refluxoesofagitis van graad I (erythemateus - exsudatieve of erosieve niet-confluerende letsels, solitair of multipel) of II (exsudatieve of erosieve confluerende letsels zonder circulaire extensie) vertoonde; * hij geen verhoogd risico van complicaties zoals stenose, Barrettmetaplasie, maag- of darmkanker vertoonde; * hij gunstig reageerde op de acute behandelingen (H2-blokkers, P.P.I.'s, cisapride); 2) geen antecedenten van een maagulcus vertoont;3) onvoldoende reageert op de gekende hygiënische en diëtische maatregelen;4) geen alarmsymptomen (dysfagie, odynofagie, abnormaal gewichtsverlies, anemie) vertoont;5) tijdens de anamnese specifieke klachten van een peptische refluxoesofagitis vertoont (de specifieke klachten zijn onder andere pyrosis, zure regurgitaties en een branderig gevoel in de hogere epigastrische zone). Indien de rechthebbende alarmsymptomen (dysfagie, odynofagie, abnormaal gewichtsverlies, anemie) vertoont tijdens de voorgestelde behandelingsperiode, dan zal een endoscopische onderzoek onmiddellijk uitgevoerd worden.
In geval van een aangetoonde onmogelijkheid om een controle-endoscopie uit te voeren zoals bij voorbeeld bij een ernstige oesofagussclerodermie, moet dit in een omstandig verslag uiteengezet worden aan de adviserend geneesheer. e) De behandeling gedurende een periode van 4 tot 8 weken, met een maximum dosering van 20 mg per dag en tot een maximum van 1 of 2 verpakkingen van 28 x 20 mg of van 1 verpakking van 56 x 20 mg, van een peptische refluxoesofagitis van graad III (circulaire extensie van de exsudatieve en ulcero-erosieve letsels met pariëtale infiltratie, maar zonder stenose) en IV (aanwezigheid van een chronisch letsel: ulcus, pariëtale fibrose, stenose, cilindrisch litteken ter hoogte van het slijmvlies) aangetoond door een endoscopisch onderzoek. In geval van klinisch aangetoonde doeltreffendheid kan de tegemoetkoming verlengd worden voor een periode van 12 maanden en tot een maximum dosering van 10 mg per dag en tot maximum 13 verpakkingen van 28 capsulen x 10 mg of tot maximum 6 verpakkingen van 56 capsulen x 10 mg + 1 verpakking van 28 capsulen x 10 mg.
In geval van aangetoonde doeltreffendheid kunnen 2 nieuwe periodes van 12 maanden toegestaan worden. 2° - In de door de behandelend geneesheer aan de adviserend geneesheer gerichte aanvraag moet de voorgeschreven posologie worden vermeld;bij die aanvraag moeten de resultaten worden gevoegd van de onderzoeken waarin is voorzien om het bestaan van de aandoening te bewijzen die wordt behandeld op het tijdstip dat het geneesmiddel wordt voorgeschreven of, als de reglementering geen specifieke onderzoeken oplegt, elk gegeven op grond waarvan de behandelend geneesheer kan verklaren dat de rechthebbende in een van de vorenbedoelde gevallen verkeert.
Op grond van die gegevens kan de adviserend geneesheer de vergoeding toestaan. Daartoe reikt hij aan de rechthebbende, voor elke verpakking waarvoor toestemming is verleend, een attest uit waarvan het model is vastgelegd onder punt « c » van de bijlage III bij dit besluit en waarvan de geldigheidsduur beperkt is op grond van de reglementering die voorafgaat. 3° - De gelijktijdige vergoeding van de onder 4° vermelde specialiteiten wordt nooit toegestaan. Dat geldt ook voor de gelijktijdige vergoeding van die specialiteiten en van de specialiteiten CYTOTEC, DAKAR, LOSEC, LOGASTRIC, PANAXID, PYLORID, TAGAMET of een generische specialiteit op basis van cimetidine, ULCOGANT, ZANTAC of een generische specialiteit op basis van ranitidine, PANTOZOL of ZURCALE. Als de behandelende geneesheer die een behandeling is begonnen met een van de specialiteiten DAKAR, LOGASTRIC, LOSEC, of een generische specialiteit op basis van omeprazole, PANTOZOL, PARIET of ZURCALE de behandeling met de andere wil voortzetten, mag een nieuwe machtiging worden verleend tot het einde van de aanvankelijk toegestane periode. 4° - Betrokken specialiteiten : » 4) in § 193, worden de vergoedingsvoorwaarden vervangen als volgt : « § 193.De volgende specialiteiten worden vergoed, als ze gebruikt worden voor tweedelijnsbehandeling van maligne glioom, zoals multiform glioblastoom of anaplastisch astrocytoom, bij rechthebbenden die recidieven of progressie vertonen na een standaardtherapie (chirurgie en radiotherapie).
Dergelijke patiënten moeten een diagnose hebben van maligne glioom (WHO graad III of IV, of getransformeerde graad II) op basis van histologie, een Karnofsky performantiestatus groter of gelijk aan 70 en een geprojecteerde levensverwachting van 12 weken of meer bij het opstarten van de behandeling.
Op basis van de bewijsstukken, verstrekt door de behandelende geneesheer-specialist in de neurochirurgie, in de radiotherapie of met een bijzondere bekwaamheid in de oncologie of de medische oncologie, die aantonen dat aan de voorwaarden in de eerste alinea zijn voldaan, reikt de adviserend geneesheer aan de rechthebbende de machtiging uit waarvan het model is vastgesteld onder « b » van de bijlage III bij dit besluit en waarvan de geldigheidsduur beperkt is tot 3 maanden. » Op basis van een gemotiveerd verslag van de behandelende geneesheer, waaruit blijkt dat de patiënt klinisch noch radiologisch tekenen van progressie vertoont, kan de toestemming voor de vergoeding hernieuwd worden voor een nieuwe periode van 3 maanden. 5) in § 320, worden de vergoedingsvoorwaarden vervangen als volgt : § 320.- De specialiteit MULTIGAM is vergoedbaar indien aangetoond wordt dat ze voor één van de volgende indicaties werd aangewend : 1. Primaire immuundeficiëntiesyndromen : 1) aangeboren of verworven agammaglobulinemie of hypogammaglobulinemie waarbij, ofwel het totale IgG-gehalte ofwel het IgG2- of IgG3-gehalte, lager is dan de normwaarde van het laboratorium.Deze waarde moet berekend worden als twee standaardafwijkingen onder het meetkundig gemiddelde van leeftijdsgekoppelde controles, of 95 % bedragen van het betrouwbaarheidsinterval van een aan de leeftijd gekoppelde controlepopulatie. Die hypogammaglobulinemie moet tot gevolg hebben gehad dat ernstige recidiverende of chronische bacterile infecties zijn opgetreden waarvoor een herhaalde antibioticatherapie noodzakelijk was. De vergoeding wordt geweigerd als de hypogammaglobulinemie of de IgG2/IgG3-deficiëntie te wijten is aan een chronische behandeling met corticosteroïden (per os of parenteraal) bij CARA of als de hypogammaglobulinemie het gevolg is van verlies via de darm of de urine. 2) congenitale antipolysaccharide antistofdeficiëntie die tot gevolg heeft dat recidiverende infecties zijn opgetreden waarvoor een herhaalde antibioticatherapie noodzakelijk was.Deze deficiëntie moet gedocumenteerd zijn door het falen van de antilichaamproductie na pneumococcenvaccinatie 2. Myeloom en CLL met ernstige secundaire hypogammablobulinemmie en recidiverende infecties 3.ter behandeling van kinderen die niet ouder zijn dan 13 jaar en lijden aan AIDS. 4. idiopatische trombocytopenische purpura : - bij kinderen; - bij volwassenen met een hoog risico op bloedingen of die wachten op een nakende heelkundige ingreep; 5. syndroom van Guillain-Barré bij patiënten met één van de volgende symptomen : - progressieve parese (de patiënt kan niet meer dan 10 meter onafhankelijk lopen); - aanwijzingen van een respiratoire aandoening (klinische observatie of aangetoond door meting van de vitale capaciteit aan het bed van de patiënt); - tekens van bucco-faryngeale parese. 6. ziekte van Kawasaki;7. preventie van infecties bij patienten die een allogene beenmergtransplantatie ondergaan;8. ter behandeling van Ernstige Multifocale Motorneuropathie (MMN) met geleidingsblok, ten gevolge van een geïsoleerd of overheersend motorisch gebrek ter hoogte van de tastzin van tenminste één lidmaat. Deze aandoening moet minstens al twee maanden aanwezig zijn en geen spontane positieve evolutie vertonen. Dit motorisch gebrek moet verantwoordelijk zijn voor een verstoring van de dagelijkse handelingen (schrijven of wijziging in het hanteren van gebruikelijke voorwerpen, moeilijkheid tot stappen) en deze verstoring moet niet vergezeld zijn van evolutieve ontoereikende motorische signalen, ter hoogte van het verlengde merg en die meerdere spieren omvat.
De terugbetaling wordt toegekend voorzover : De diagnose is bevestigd door een elektromyografisch onderzoek dat een gehele of gedeeltelijke motorische geleidingsblok aantoont en dit buiten de gebruikelijke compressie zones (de cubitale zenuw in de elleboog, de heup-knieholte zenuw extern aan het hoofd van het kuitbeen) : - ofwel een ernstige blokkering (vermindering met minstens 50 % van de amplitude van het motorisch potentieel)met klinische signalen die overeenstemmen met het bezenuwingsgebied van minstens één motoneuron. - ofwel een matige' blokkering (vermindering met minstens 30 % van de amplitude van het motorisch potentieel) in tenminste twee motoneuronen.
Gedurende een eerste periode van 6 maanden, wordt voor het bepalen van het aantal terugbetaalde verpakkingen rekening gehouden met totale maximum hoeveelheid van 9,0 g/kg, voor het geheel aan kuren in deze periode.
De iniële kuur wordt indien nodig gevolgd door onderhoudskuren waarbij de frekwentie en de dosis bepaald worden door de klinische tekens van herval van de motore uitvalstekens. De frekwentie kan schommelen tussen 3 weken en enkele maanden, de dosis tussen 0,25 en 2,0 g/kg. De terugbetaling van het vervolg van de behandeling voor nieuwe periodes van 6 maanden en voor een maximale dosis van 9g/kg per 6 maanden mag slechts toegekend worden voor zover er om de 6 maanden een nieuwe klinische evaluatie plaatsvindt.
De toelating tot terugbetaling wordt toegekend door de adviserend geneesheer op basis van een gemotiveerd rapport, opgesteld door een geneesheer specialist in de neurologie of neuro-psychiatrie, dat verklaart dat de desbetreffende patiënt voldoet aan de hierboven vermelde vereisten, en die zich er toe verbindt om het protocol van het elektromyografisch onderzoek ter beschikking te houden van de adviserend geneesheer. 9. ter behandeling van Ernstige chronische inflammatoire demyeliserende neuropathie (Chronic Inflammatory Demyelating Polyneuropathy of CIPD) in het geval van een gedocumenteerde contra-indicatie voor of een onvoldoende werking van een behandeling met corticoïden welke gedurende 6 weken op een optimale wijze toegediend werden.De terugbetaling wordt toegestaan wanneer de patiënt gelijktijdig aan volgende 6 voorwaarden voldoet : 1°) Een significante functionele handicap: wijziging van de stap wanneer de aandoening zich voornamelijk situeert ter hoogte van de onderste ledematen, wijziging aan de handelingen van dagelijks leven wanneer de symptomen meer uitgesproken zijn ter hoogte van de bovenste ledematen. In het geval van tactiele symptomen met een pijnlijk karakter, zal de functionele handicap als significant aanzien worden wanneer deze onvoldoende reageert op een optimaal toegediende behandeling, gedurende 2 maanden, met aangepast chronisch analgeticum (clonazepam, carbamazepine, oxcarbazepine, gabapentine of tricyclische derivaten). 2°) Aanwezigheid van een stabiele of progressief sensitief motorisch tekort (zonder een gunstige spontane evolutie) met een motorische of sensoriële overheersing van meer dan één lidmaat, dat reeds minimum 2 maand aanwezig is. 3°) Aanwezigheid van een osteotendineuze hypo- of areflexie 4°) Aanwezigheid van neurofysiologische tekens van demyelinisatie in tenminste 2 zenuwen (vertraging van de motore geleidingssnelheid minder dan 20 % onder de ondergrens van de normale waarden, verlenging van de F golf latentie méér dan 20 % boven de bovengrens van de normale waarden, een volledig of gedeeltelijk (vermindering met minstens 30 % van de amplitude van de samengestelde spieractiepotentiaal) motoor geleidingsblok buiten de gebruikelijke compressiezones (de ulnaris zenuw ter hoogte van de elleboog, de peroneus zenuw ter hoogte van de fibulakop). 5°) Cellulorachie lager dan 15 witte bloedcellen/mm3 in het geval van een negatieve HIV-serologie of lager dan 50/mm3 indien de HIV serologie positief is. 6°) Formeel uitsluiten, ofwel door anamnese ofwel door klinisch onderzoek van enige andere demyeliniserende neuropathie rekeninghoudende met het geheel aan klinische of neuropathologische anomalieën.
Gedurende een eerste periode van 6 maanden, wordt voor het bepalen van het aantal terugbetaalde verpakkingen rekening gehouden met totale maximum hoeveelheid van 9,0 g/kg, voor het geheel aan kuren in deze periode. De initiële kuur wordt indien nodig gevolgd door onderhoudskuren waarvan de frekwentie en de dosis bepaald worden door de klinische tekens van herval van de motore uitvalstekens. De frekwentie kan schommelen tussen 3 weken en enkele maanden, de dosis tussen 0,25 en 2,0 g/kg. De terugbetaling van het vervolg van de behandeling voor nieuwe periodes van 6 maanden en voor een maximale dosis van 9 g/kg per 6 maanden mag slechts toegekend worden voor zover er om de 6 maanden een nieuwe klinische evaluatie van functionele handicap van de CIDP zoals vermeld onder punt 1° hierboven, plaatsvindt.
De toelating tot terugbetaling wordt toegekend door de adviserend geneesheer op basis van een gemotiveerd rapport, opgesteld door een geneesheer specialist in de neurologie of neuro-psychiatrie, dat verklaart dat de desbetreffende patiënt voldoet aan de hierboven vermelde vereisten, en die zich er toe verbindt om het resultaat van het cellulorachie onderzoek en het protocol van het elektromyografisch onderzoek ter beschikking te houden van de adviserend geneesheer.
Gelijktijdige terugbetaling van de specialiteit MULTIGAM met andere specialiteiten aanvaard onder de vergoedingsgroepen A-21 is nooit toegestaan. » 6) er wordt een § 326 toegevoegd, luidende : § 326.- 1°. - De volgende specialiteiten worden vergoed in categorie A als ze zijn gebruikt : - bij de behandeling van dwerggroei ten gevolge van een onvoldoende secretie van groeihormoon door de hypofyse, gestaafd door een gedetailleerd schriftelijk verslag dat is opgesteld door een specialist ter zake die verbonden is aan een universitaire dienst; - bij de behandeling van groeiretardatie in de biologisch aangetoonde gevallen van gonadale dysgenesie (syndroom van Turner).
De vergoeding van de specialiteit NUTROPIN AQ is eveneens toegestaan bij de behandeling van groeiretardatie bij prepuberale kinderen met chronische nierinsufficiëntie (nierfunctie lager dan 50 % van het normale) sinds meer dan een jaar. De diagnose moet worden gestaafd door een gedetailleerd schriftelijk verslag dat is opgesteld door een arts die verbonden is aan een universitaire dienst voor kindernefrologie.
Daartoe reikt de adviserend geneesheer aan de rechthebbende de machtiging uit waarvan het model is vastgesteld onder « d » van bijlage III bij dit besluit en waarvan de geldigheidsduur tot twaalf maanden is beperkt.
Deze machtigingen tot vergoeding kunnen verlengd worden voor hernieuwbare periodes van maximum 60 maanden op basis van een model « d », behoorlijk ingevuld door de voornoemde geneesheer-specialist en teruggestuurd naar de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling.
De gelijktijdige vergoeding van de specialiteiten NUTROPIN AQ en GENOTONORM, HUMATROPE, NORDITROPIN SIMPLEXX, SAIZEN of ZOMACTON wordt nooit toegestaan.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° - De volgende specialiteiten worden vergoed in categorie B als ze worden gebruikt als substitutietherapie bij volwassenen vanaf 18 jaar in geval van uitgesproken groeihormoondeficiëntie (Growth Hormone Deficiency of GHD), aangetoond door een groeihormonenpiek die de waarde van 10 mI.E./l niet overschrijdt, bij twee dynamische tests die worden uitgevoerd met behulp van door het groeihormoon gekende secretagogen.
De patiënten moeten eveneens voldoen aan de volgende criteria : - als de GHD is gediagnosticeerd tijdens de kindertijd, moet de patiënt nieuwe tests ondergaan op volwassen leeftijd om de groeihormoondeficiëntie te bevestigen alvorens een substitutietherapie wordt aangevat; - als de diagnose GHD is gesteld op volwassen leeftijd, moet de patiënt een groeihormoondeficiëntie hebben als gevolg van een hypothalamohypofysaire stoornis en ten minste één andere hypofysaire hormoondeficintie (met uitzondering van prolactine). Een adequate substitutietherapie voor die daaraan verbonden groeihormoondeficiëntie moet worden ingesteld alvorens de substitutietherapie met groeihormoon wordt aangevat.
Op grond van een omstandig schriftelijk verslag, opgesteld door een endocrino-diabetologie specialist, waaruit blijkt dat aan de criteria is voldaan, levert de adviserend geneesheer de machtiging af waarvan het model is vastgesteld onder « d » van de bijlage III bij dit besluit en waarvan de geldigheidsduur beperkt is tot 12 maanden.
Deze machtigingen tot vergoeding kunnen verlengd worden voor hernieuwbare periodes van maximum 60 maanden op basis van een model « d », behoorlijk ingevuld door de voornoemde geneesheer-specialist en teruggestuurd naar de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling.
De gelijktijdige vergoeding van de specialiteiten NUTROPIN AQ en GENOTONORM, HUMATROPE, NORDITROPIN SIMPLEXX, SAIZEN of ZOMACTON wordt nooit toegestaan.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 7) er wordt een § 327 toegevoegd, luidende : § 327.De specialiteit komt voor vergoeding in aanmerking als ze wordt toegediend aan patiënten met multipel myeloom, die reeds minstens twee eerdere behandelingsschema's hebben ondergaan en die progressie van de ziekte vertonen. Alle behandelingen, die voor een stamceltransplantatie worden toegediend, worden samen met de (eventuele tandem-)transplantatie als één behandelingsschema beschouwd. Daarenboven moet minstens één van de behandelingsschema's een alkylerend agens hebben bevat. De vergoeding is toegestaan op basis van een gemotiveerd verslag van een geneesheer-specialist met een bijzondere bekwaamheid in de hematologie of de medische oncologie.
De bewijsstukken, die de geattesteerde situatie aantonen, dienen ter beschikking gehouden te worden van de adviserend geneesheer. In het bijzonder, indien de diagnose gesteld werd vóór de leeftijd van 65 jaar en indien de rechthebbende geen stamceltransplant heeft ondergaan, moet het rapport de redenen aangeven waarom deze behandeling niet werd toegepast.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.In bijlage II van hetzelfde besluit, onder rubriek VIII.1, wordt een als volgt opgesteld punt 9 toegevoegd: « de proteasoom inhibitoren. - Vergoedingsgroep: A-76. » ;
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 6 januari 2005.
R. DEMOTTE