FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

6 DECEMBER 2004. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten

De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid op artikel XI.IV.13, 12°;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid op artikel XI.16, eerste lid;

Gelet op het protocol Nr. 114 van 19 november 2003 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten;

Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 11 december 2003;

Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet op rechtsgeldige wijze is gegeven binnen de vastgestelde termijn en dat geen verzoek tot verlenging is ingediend; dat er dus geen rekening mee is gehouden;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting van 26 april 2004;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 16 maart 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 september 2004, Besluit : Enig artikel. In artikel XI.16, eerste lid, van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, worden de woorden « door de bevoegde overheid na overleg in het betrokken overlegcomité, zonder dat de cirkel waarbinnen de kwestieuze gebouwen zich bevinden, een straal kan hebben van meer dan 4000 meter » ingevoegd tussen de woorden « aangeduid » en « . Voor de lokale ».

Brussel, 6 december 2004.

P. DEWAEL