gepubliceerd op 16 september 2014
Ministerieel besluit betreffende de regels voor de erkenning en de subsidiëring van de opvoedingslijn
VLAAMSE OVERHEID
Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
6 APRIL 2014. - Ministerieel besluit betreffende de regels voor de erkenning en de subsidiëring van de opvoedingslijn
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Gelet op het
decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
29/11/2013
pub.
29/01/2014
numac
2014200198
bron
vlaamse overheid
Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning
sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, artikel 8;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/03/2014 pub. 04/08/2014 numac 2014202854 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, artikel 27, 38, 39, 50, 54, 81 en 90;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 maart 2014, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het agentschap Kind en Gezin, vermeld in artikel 3 van het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin;2° besluit van 28 maart 2014: het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/03/2014 pub. 04/08/2014 numac 2014202854 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning;3° opvoedingslijn: een organisator die door artikel 95, 2° van het besluit van 28 maart 2014 of krachtens dit besluit erkend wordt voor de uitvoering van een laagdrempelig aanbod aan opvoedingsondersteuning voor aanstaande gezinnen en gezinnen met kinderen als vermeld in artikel 40 van het besluit van 28 maart 2014;4° organisator: een natuurlijke persoon, een feitelijke vereniging of een rechtspersoon, al dan niet in de vorm van een samenwerkingsverband. HOOFDSTUK 2. - Erkenning Afdeling 1. - Doelgroep
Art. 2.De opvoedingslijn richt zich prioritair tot opvoedingsverantwoordelijken. Afdeling 2. - Werking
Art. 3.De opvoedingslijn geeft uitvoering aan al de opdrachten, vermeld in artikel 40 van het besluit van 28 maart 2014, en streeft daarbij al de doelstellingen na, vermeld in artikel 41 van het voormelde besluit.
Art. 4.De opdrachten, vermeld in artikel 40, 1°, a) tot en met e), van het besluit van 28 maart 2014, worden minstens op de volgende wijzen uitgevoerd: 1° door telefonische opvoedingsondersteuning aan te bieden;2° door te voorzien in onlineopvoedingsondersteuning, waaronder minimaal interactieve onlineopvoedingsondersteuning.
Art. 5.§ 1. De telefonische opvoedingsondersteuning, vermeld in artikel 4, 1°, wordt verleend aan de hand van een telefoonnummer dat op wekelijkse basis voldoende bereikbaar is.
Het agentschap legt, in onderlinge overeenkomst met de opvoedingslijn, het aantal uren vast waarop de opvoedingslijn bereikbaar moet zijn per week. § 2. De onlineondersteuning, vermeld in artikel 4, 2°, bestaat minstens uit interactieve onlineopvoedingsondersteuning.
Het agentschap legt, in onderlinge overeenkomst met de opvoedingslijn, de vorm van de onlineopvoedingsondersteuning vast, en de termijn waarin antwoord gegeven moet worden binnen de interactieve onlineopvoedingsondersteuning.
Art. 6.De opvoedingslijn heeft bij de uitvoering van de opdrachten en activiteiten, vermeld in artikel 4, aandacht voor de verschillende leeftijden en de verschillende ontwikkelingsfasen van kinderen.
Art. 7.Het agentschap legt, in onderlinge overeenkomst met de opvoedingslijn en het expertisecentrum opvoedingsondersteuning, concrete afspraken vast over de samenwerking tussen beide met betrekking tot de activiteiten, vermeld in artikel 5.
In het eerste lid wordt verstaan onder expertisecentrum opvoedingsondersteuning: het centrum, vermeld in artikel 15 van het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning.
Het agentschap legt, in onderlinge overeenkomst met de opvoedingslijn en de Kind en Gezin-lijn, concrete afspraken vast over de afstemming tussen beide met betrekking tot de activiteiten, vermeld in artikel 4.
Art. 8.De opvoedingslijn maakt haar aanbod kenbaar ten aanzien van alle Huizen van het Kind waarmee ze werkingsgebied deelt, en ze wisselt de expertise uit die ze heeft opgebouwd op het vlak van haar telefonische en interactieve onlineopvoedingsondersteuning.
De opdracht, vermeld in het eerste lid, kan vanuit een overkoepelend niveau gerealiseerd worden. Afdeling 3. - Kwaliteit
Art. 9.In het streven naar maximale toegankelijkheid en laagdrempeligheid als vermeld in artikel 36 van het besluit van 28 maart 2014, bewaakt de opvoedingslijn de mogelijkheid tot anonimiteit bij het gebruikmaken van het aanbod. Afdeling 4. - Werkingsgebied
Art. 10.Het werkingsgebied van de opvoedingslijn bestrijkt het Vlaamse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Afdeling 5. - Rapportage
Art. 11.De jaarlijkse rapportage, vermeld in artikel 39 van het besluit van 28 maart 2014, heeft minstens betrekking op de volgende categorieën van gegevens: 1° de soort, de frequentie en de spreiding van elke activiteit;2° het bereik per activiteit, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het agentschap werkt, in overleg met het werkveld, de nadere richtlijnen uit. HOOFDSTUK 3. - Procedures Afdeling 1. - Erkenningsaanvraag
Art. 12.De erkenningsaanvraag bevat minimaal de volgende gegevens: 1° de identificatie- en contactgegevens van de organisator.Als de organisator een feitelijke vereniging is, worden de identificatie- en contactgegevens vermeld van elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die deel uitmaakt van de feitelijke vereniging; 2° de identificatie- en contactgegevens van de contactpersoon die de organisator heeft aangesteld;3° het voorstel van werkingsgebied, vermeld in artikel 26, 2°, van het besluit van 28 maart 2014;4° een beschrijving van de wijze waarop voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 26, 3° en 4°, van het besluit van 28 maart 2014;5° een beschrijving van de wijze waarop voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit. Het agentschap stelt voor de erkenningsaanvraag, vermeld in het eerste lid, een sjabloon ter beschikking. Afdeling 2. - Subsidieaanvraag
Art. 13.De subsidieaanvraag bevat minimaal de volgende gegevens: 1° de identificatie- en contactgegevens van de organisator.Als de organisator een feitelijke vereniging is, worden de identificatie- en contactgegevens vermeld van elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die deel uitmaakt van de feitelijke vereniging; 2° de identificatie- en contactgegevens van de contactpersoon die de organisator heeft aangesteld;3° als de organisator een feitelijke vereniging is, de identificatie- en contactgegevens van de vertegenwoordiger die zal optreden als ontvanger van de subsidie;4° een begroting. Het agentschap stelt voor de subsidieaanvraag, vermeld in het eerste lid, een sjabloon ter beschikking. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2014.
Brussel, 6 april 2014.
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN