Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 06 april 2014
gepubliceerd op 12 september 2014

Ministerieel besluit betreffende de erkenning en de subsidiëring van opvoedingswinkels

bron
vlaamse overheid
numac
2014035739
pub.
12/09/2014
prom.
06/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/06/2014035739/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin


6 APRIL 2014. - Ministerieel besluit betreffende de erkenning en de subsidiëring van opvoedingswinkels


De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Gelet op het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, artikel 8;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/03/2014 pub. 04/08/2014 numac 2014202854 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, artikel 27, 38, 39, 50, 54, 81 en 90;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 maart 2014, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het agentschap Kind en Gezin, vermeld in artikel 3 van het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin;2° besluit van 28 maart 2014: het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/03/2014 pub. 04/08/2014 numac 2014202854 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/11/2013 pub. 29/01/2014 numac 2014200198 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning sluiten houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning;3° opvoedingswinkel: een organisator die door artikel 95, 1° van het besluit van 28 maart 2014 of krachtens dit besluit erkend wordt voor de uitvoering van een laagdrempelig aanbod aan opvoedingsondersteuning voor aanstaande gezinnen en gezinnen met kinderen als vermeld in artikel 40 van het besluit van 28 maart 2014;4° organisator: een natuurlijke persoon, een feitelijke vereniging of een rechtspersoon, al dan niet in de vorm van een samenwerkingsverband. HOOFDSTUK 2. - Erkenning Afdeling 1. - Doelgroep

Art. 2.Een opvoedingswinkel richt zich prioritair tot opvoedingsverantwoordelijken, al dan niet vergezeld van hun kinderen. Afdeling 2. - Werking

Art. 3.Een opvoedingswinkel geeft uitvoering aan al de opdrachten, vermeld in artikel 40 van het besluit van 28 maart 2014, en streeft daarbij al de doelstellingen na, vermeld in artikel 41 van het voormelde besluit.

Art. 4.De opdrachten, vermeld in artikel 40, 1°, a) tot en met e), van het besluit van 28 maart 2014, worden minstens op de volgende wijzen uitgevoerd: 1° door de organisatie van onthaal waar de volgende activiteiten gezamenlijk vorm krijgen: a) basisinformatie ter beschikking stellen;b) algemene opvoedingsvragen beantwoorden over het opvoeden van kinderen in diverse levensfasen;c) beschikbare voorlichtings-, opleidings-, vormings- of trainingsactiviteiten over opvoeding binnen het bereik van de opvoedingsverantwoordelijken brengen;2° door het aanbieden van individuele ondersteuning;3° door de organisatie van groepsgerichte activiteiten.

Art. 5.Het onthaal, vermeld in artikel 4, 1°, vindt plaats op een of meer fysieke locaties die goed bereikbaar, herkenbaar en uitnodigend zijn. Er worden gezinsvriendelijke openingstijden gehanteerd en het onthaal is voldoende gespreid in de tijd, komt voldoende frequent voor en is toegankelijk zonder afspraak.

De individuele ondersteuning, vermeld in artikel 4, 2°, bestaat minstens uit een pedagogische adviesfunctie bij specifieke opvoedingsvragen, waarbij gebruikgemaakt wordt van een onderbouwde methodiek. De individuele ondersteuning wordt voldoende frequent en voldoende gespreid in de tijd aangeboden.

Bij de groepsgerichte activiteiten, vermeld in artikel 5, 3°, wordt er maximaal ingespeeld op de kracht van het samenbrengen van opvoedingsverantwoordelijken, met de nadruk op het creëren van sociale netwerken en het bespreekbaar maken van het opvoeden van kinderen bij brede groepen van opvoedingsverantwoordelijken. De groepsgerichte activiteiten worden zo veel mogelijk voldoende gespreid in de tijd en voldoende frequent aangeboden.

Art. 6.De activiteiten, vermeld in artikel 4, 1°, kunnen ook afzonderlijk en buiten de onthaalmomenten georganiseerd worden.

Art. 7.Een opvoedingswinkel heeft bij de uitvoering van de opdrachten en activiteiten, vermeld in artikel 4, aandacht voor de verschillende leeftijden en de verschillende ontwikkelingsfasen van kinderen. Afdeling 3. - Kwaliteit

Art. 8.In het streven naar maximale toegankelijkheid en laagdrempeligheid als vermeld in artikel 36 van het besluit van 28 maart 2014, bewaakt de opvoedingswinkel het vrijwillige karakter en de mogelijkheid tot anonimiteit bij het gebruikmaken van het aanbod. Afdeling 4. - Werkingsgebied

Art. 9.Het werkingsgebied van een opvoedingswinkel kan gemeentelijk of intergemeentelijk vormgegeven worden.

De opvoedingswinkel in Brussel heeft het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest als werkingsgebied. Afdeling 5. - Rapportage

Art. 10.De jaarlijkse rapportage, vermeld in artikel 39 van het besluit van 28 maart 2014, heeft minstens betrekking op de volgende categorieën van gegevens: 1° de soort, de frequentie en de spreiding van elke activiteit, inclusief de uitvoerder van ervan;2° het bereik per activiteit, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het agentschap werkt, in overleg met het werkveld, de nadere richtlijnen uit. HOOFDSTUK 3. - Procedures Afdeling 1. - Erkenningsaanvraag

Art. 11.De erkenningsaanvraag bevat minimaal de volgende gegevens: 1° de identificatie- en contactgegevens van de organisator.Als de organisator een feitelijke vereniging is, worden de identificatie- en contactgegevens vermeld van elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die deel uitmaakt van de feitelijke vereniging; 2° de identificatie- en contactgegevens van de contactpersoon die de organisator heeft aangesteld;3° het voorstel van werkingsgebied, vermeld in artikel 26, 2°, van het besluit van 28 maart 2014;4° een beschrijving van de wijze waarop voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in artikel 26, 3° en 4°, van het besluit van 28 maart 2014;5° een beschrijving van de wijze waarop voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit. Het agentschap stelt voor de erkenningsaanvraag, vermeld in het eerste lid, een sjabloon ter beschikking. Afdeling 2. - Subsidieaanvraag

Art. 12.De subsidieaanvraag bevat minimaal de volgende gegevens: 1° de identificatie- en contactgegevens van de organisator.Als de organisator een feitelijke vereniging is, worden de identificatie- en contactgegevens vermeld van elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die deel uitmaakt van de feitelijke vereniging; 2° de identificatie- en contactgegevens van de contactpersoon die de organisator heeft aangesteld;3° als de organisator een feitelijke vereniging is, de identificatie- en contactgegevens van de vertegenwoordiger die zal optreden als ontvanger van de subsidie;4° een begroting. Het agentschap stelt voor de subsidieaanvraag, vermeld in het eerste lid, een sjabloon ter beschikking. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2014.

Brussel, 6 april 2014.

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^