gepubliceerd op 25 april 2001
Ministerieel besluit houdende de bepaling van de registers voor producenten en gebruikers in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 tot uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen
6 APRIL 2001. - Ministerieel besluit houdende de bepaling van de registers voor producenten en gebruikers in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 tot uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen
De Vlaamse Minister van Leefmilieu en Landbouw, Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, zoals gewijzigd bij de decreten van 15 juni 1992, van 22 december 1993, 20 december 1995, van 19 december 1997, van 11 mei 1999, van 3 maart 2000 en 8 december 2000;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999 en van 14 april 2000;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 tot uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet: het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen;2° de minister: de Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu;3° het besluit: het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 betreffende de uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen. HOOFDSTUK II. - Registers
Art. 2.§ 1. Alle producenten, van wie het bedrijf een jaarlijkse productie aan dierlijke mest heeft van minstens 300 kg difosforpentoxide, moeten het register van dierlijke mestproductie, bedoeld in het artikel 4, § 2, van het decreet en in het artikel 10 van het besluit, per inrichting of deel ervan in het lopende productiejaar, invullen vanaf 1 juli 2000. Het model van dit register is opgenomen in de bij dit besluit gevoegde bijlage I. § 2. Het register moet per diercategorie, vermeld in de bij dit besluit gevoegde bijlage I, worden bijgehouden. De cijfers betreffende de afgelopen maand moeten ingevuld zijn voor de derde dag van de volgende maand. Het cijfer betreffende het aantal dieren omvat alle dieren die tot de inrichting of deel ervan behoren, ook deze die grazen op cultuurgronden van de eigen inrichting of deel ervan of op de gronden van een andere inrichting of deel ervan. § 3. De producent moet het aantal dieren van alle diercategorieën op maandbasis en de opslag van dierlijke mest op het einde van het jaar invullen in het register van dierlijke mestproductie. De rubriek productie, uitgedrukt in kg P2O5 en in kg N en de samengetelde som van de mestproducties van de voorbije maanden te rekenen vanaf het begin van het jaar kunnen op vrijwillige basis ingevuld worden. De opslag van dierlijke mest op het einde van het jaar in de inrichting omvat de vermelding van de diersoort, de vorm, het volume en de nutriënteninhoud uitgedrukt in kg N en in kg P2O5. Voor 2001 vermeldt het register van dierlijke mestproductie eveneens de opslag van dierlijke mest op het einde van het jaar 2000 op de inrichting. § 4. Men bekomt het gemiddeld aantal dieren op maandbasis door het gemiddeld aantal aanwezige dieren op dagbasis op te tellen en te delen door het aantal dagen van de maand. Het gemiddelde op maandbasis wordt bepaald als een geheel getal door normale afronding. § 5. De gemiddelde mestproductie op maandbasis berekent men door te vermenigvuldigen met een maandproductiegetal. Het maandproductiegetal is gelijk aan de te verwachten stikstof- en difosforpentoxideuitscheiding op jaarbasis gedeeld door 12. § 6. De cumulatieve productie is de som van de gemiddelde maandproducties sinds 1 januari.
Art. 3.§ 1. Alle aangifteplichtige gebruikers die cultuurgronden bemesten met dierlijke mest, andere meststoffen of chemische meststoffen, moeten vanaf 1 januari 2001 elke bemesting of opslag op de kopakker invullen op het register van meststoffengebruik voor de nutriënten P2O5 en N op cultuurgronden. Het model van dit register is opgenomen in de bij dit besluit gevoegde bijlage II. § 2. Het register van meststoffengebruik voor de nutriënten P2O5 en N op cultuurgronden moet worden ingevuld per perceel aan te geven cultuurgrond, zoals aangeduid op cartografisch materiaal, binnen de 48 uren na het uitvoeren van de bemesting of de start van de opslagperiode. § 3.Voor de bemesting die op het perceel komt tijdens de begrazing door dieren, die behoren tot de inrichting of het deel van de inrichting waartoe het perceel cultuurgrond behoort, volstaat het op jaarbasis een bemesting te vermelden vóór de eerste inscharing van het jaar. De berekening van deze bemesting op jaarbasis, uitgedrukt als P2O5 en N, kan gebeuren door een gemiddelde te berekenen voor alle begraasde percelen van het bedrijf, waarbij kan rekening gehouden worden met het maairegime.
De bemesting die op het perceel komt tijdens de begrazing door dieren, die behoren tot de inrichting of het deel van de inrichting waartoe het perceel cultuurgrond behoort, kan desgewenst ook per perceel of groep van percelen afzonderlijk berekend worden en kan ook per graasbeurt afzonderlijk vermeld worden. § 4. De dierlijke mest of de andere meststoffen die op het perceel uitgespreid worden of opgeslagen worden en afkomstig zijn van de eigen productie moeten op het register vermeld worden met aanduiding van de datum van de bemesting, de code EP (eigen productie). Deze gegevens moeten worden aangevuld met de soort dierlijke mest (vorm en diersoort) of de soort andere meststof en de totale inhoud aan N en P2O5 van de toegediende hoeveelheid. § 5. De dierlijke mest afkomstig van een andere inrichting of van een deel van een inrichting en de andere meststoffen afkomstig van buiten het bedrijf, die op het perceel uitgespreid, uitgescheiden of opgeslagen worden, moeten op het register van meststoffengebruik voor de nutriënten P2O5 en N op cultuurgronden vermeld worden met aanduiding van de datum van de bemesting of van de start van de opslag en het nummer van het vervoerbewijs, waarmee het transport aan de mestbank is aangemeld en dat het transport vergezeld heeft. Indien het opslag betreft,vermeldt men dit aan de hand van het gebruik van de term « opslag ». De totale inhoud aan N en P2O5 van de toegediende of opgeslagen hoeveelheid meststoffen moet eveneens vermeld worden.
Wanneer de opgeslagen hoeveelheid uitgespreid wordt, wordt dit als een afzonderlijke lijn in het register opgenomen met vermelding van de datum en de term »spreiden opslag » op de plaats van het nummer van het vervoerbewijs. De hoeveelheden N en P2O5 worden op deze lijn niet ingevuld. Indien op de kopakker opgeslagen dierlijke mest of andere meststoffen toegediend worden in een volgend kalenderjaar, wordt in het register van meststoffengebruik voor nutriënten N en P2O5 op cultuurgronden met betrekking tot dat volgend jaar, de hoeveelheid N en P2O5 wel ingevuld. § 6. De chemische meststoffen die op een perceel worden uitgespreid moeten in het onderste deel van het register van meststoffengebruik voor de nutriënten P2O5 en N op cultuurgronden worden ingevuld met vermelding van de datum van de uitspreiding, het type en de inhoud aan N en P2O5.
Art. 4.§ 1. Alle producenten, van wie het bedrijf een jaarlijkse productie aan dierlijke mest heeft van minstens 300 kg difosforpentoxide, moet vanaf 1 januari 2001 elke afzet van dierlijke mest opnemen in een register voor meststoffenafzet. De afzet van dierlijke mest op de cultuurgronden van de inrichting of van het deel van de inrichting moet hierin niet worden opgenomen. Het model van dit register is opgenomen in de bij dit besluit gevoegde bijlage III. § 2. Het register voor meststoffenafzet moet worden ingevuld binnen de 48 uren na de afvoer van de inrichting. § 3. De afzet moet op het register toegewezen worden aan een van de volgende afzetmogelijkheden : 1° op cultuurgronden van een andere inrichting of deel van een inrichting;2° verwerking;3° bewerking;4° export;5° verzamelpunt. § 4. Van elke afzet moet in het register voor meststoffenafzet vermeld worden: de datum, het nummer van het vervoerbewijs waarmee het transport of de overdracht gemeld is aan de mestbank en de afgevoerde hoeveelheden N en P2O5. § 5. Als alternatief voor dit register volstaat een verzamelmap van de vervoersbewijzen afzonderlijk gerangschikt per afzetmogelijkheid overeenkomstig § 3 en gesorteerd op datum.
Voor een afvoer in toepassing van artikel 8, § 1, 3°, b, wordt per perceel van bestemming de datum genoteerd op deze overeenkomst naast het perceelnummer op luik C van de overeenkomst. Voor een afvoer in toepassing van artikel 8, § 1, 3°, c, van het decreet wordt per transportdag de datum en de op die dag afgevoerde hoeveelheden in ton, N en P2O5 genoteerd in de respectievelijke vakken « deelgemeente/perceelsnummer » en « hoeveelheid mest in« op luik C van de overeenkomst.
Art. 5.De registerplichtige heeft de keuze de registers, vermeld in de artikels 2 tot 4, bij te houden - op een formulier dat hem door de Mestbank kan ter beschikking gesteld worden, - op een analoog document of op een digitale wijze door hem zelf te bepalen, mits de elementen, die verplicht moeten worden bijgehouden, er op voorkomen.
Samen met deze documenten bewaart hij per register alle vervoerbewijzen die betrekking hebben op de gegevens die erop vermeld zijn in een verzamelmap. Hij moet bij controle op elk moment deze verzamelmap onmiddellijk kunnen voorleggen. De keuze tussen een van beide systemen geldt steeds voor een volledig kalenderjaar en voor de volledige inrichting.
In het geval dat het register op digitale wijze wordt bijgehouden, dient de registerplichtige op een eenvoudige vraag van de met toezicht belaste ambtenaar onmiddellijk een document te kunnen produceren dat qua vorm en inhoud minstens dezelfde relevante elementen bevat als de registers overeenkomstig de bijlagen bij dit besluit. Bovendien produceert de registerplichtige per semester een document dat de weergave is van de ingevulde registers van het voorbije semester. Hij houdt deze documenten bij in de hierboven vermelde verzamelmap. Voor deze semesteroverzichten volstaat het dat zij binnen de maand na afloop van ieder semester gemaakt worden.
Voor wat betreft de gegevens die slaan op de periode van 1 januari 2001 tot 29 maart 2001,volstaat het dat de registers vermeld in de artikelen 2 tot 4 van dit besluit, ingevuld zijn op 30 april 2001. HOOFDSTUK III. - Slotbepaling
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2001 met uitzondering van de artikelen 1 en 2 en artikel 5 eerste lid die uitwerking hebben vanaf 1 juli 2000.
Brussel, 6 april 2001.
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA Bijlage I Register voor dierlijke productie VERPLICHT IN TE VULLEN 10 RUNDVEE AANTAL DIEREN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse minister van leefmilieu en landbouw houdende de bepaling van de registers voor producenten en gebruikers in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 tot uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.
Brussel, 6 april 2001.
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA
Bijlage II Register van meststoffengebruik voor de nutriënten P2O5 en N op cultuurgronden (deze gegevens mogen op een andere wijze bijgehouden worden op voorwaarde dat ze controleerbaar zijn en dus binnen 48 uur na toediening worden genoteerd) VERPLICHT mestbanknummer inrichting: perceelsnummer : teeltjaar : opp (ha, are): nummer(s) beheersovereenkomst + detailovereenkomst : (invullen indien van toepassing) teelt : dierlijke mest/andere meststoffen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse minister van leefmilieu en landbouw houdende de bepaling van de registers voor producenten en gebruikers in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 tot uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.
Brussel, 6 april 2001.
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA
Bijlage III Register voor meststoffenafzet Verplicht bij te houden via dit of een soortgelijk register of verzamelmap van de documenten. datum transport nummer vervoerbewijs cultuurgrond mestopslag mestbewerking mestverwerking export kg N kg P2O5 kg N kg P2O5 kg N kg P2O5 kg N kg P2O5 kg N kg P2O5
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse minister van leefmilieu en landbouw houdende de bepaling van de registers voor producenten en gebruikers in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 tot uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.
Brussel, 6 april 2001.
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA