gepubliceerd op 09 juli 2004
Ministerieel besluit tot regeling van de wijze van berekening van de werkloosheidsduur van bepaalde werklozen en tot vaststelling van de modellijst van de acties bedoeld in de artikelen 59quater, § 5, tweede lid, en 59quinquies, § 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
5 JULI 2004. - Ministerieel besluit tot regeling van de wijze van berekening van de werkloosheidsduur van bepaalde werklozen en tot vaststelling van de modellijst van de acties bedoeld in de artikelen 59quater, § 5, tweede lid, en 59quinquies, § 5, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
De Minister van Werkgelegenheid, Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid artikel 7, § 1, derde lid, i), vervangen bij de wet van 14 februari 1961;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid artikelen 59bis, 59quater en 59quinquies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening gegeven op 17 mei 2004;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 mei 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 28 mei 2004;
Gelet op het advies 37.290/1 van de Raad van State, gegeven op 10 juni 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.In het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, wordt het opschrift van hoofdstuk VII als volgt gewijzigd : "Hoofdstuk VII - Bepalingen genomen ter uitvoering van de artikelen 57, 58, 59, 59bis, 59quater en 59quinquies van het koninklijk besluit, betreffende de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt"
Art. 2.In het zelfde besluit wordt een artikel 38bis ingevoegd luidende : "
Art. 38bis.§ 1. De werkloosheidsduur bedoeld in artikel 59bis, § 1, 1° van het koninklijk besluit wordt uitgedrukt in maanden. Om het aantal maanden te bekomen, deelt men het aantal uitkeringen ontvangen als volledig werkloze, uitgezonderd de overbruggingsuitkeringen, door 26.
In afwijking van het tweede lid wordt, voor de berekening van de werkloosheidsduur van de in artikel 36 van het koninklijk besluit bedoelde jonge werknemer, eveneens rekening gehouden met de dagen, uitgezonderd de zondagen, tijdens dewelke de jonge werknemer niet- werkende werkzoekende is geweest en als dusdanig ingeschreven, na het beëindigen van zijn studies, en die meegerekend worden voor het vervullen van de wachttijd, bedoeld in artikel 36, § 1, eerste lid, 4° van het koninklijk besluit.
In afwijking van het tweede lid, worden de periodes van deeltijdse arbeid met behoud van rechten enkel meegerekend indien het deeltijdse arbeidsregime normaal een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur omvat die lager is dan een derde van het wekelijks aantal arbeidsuren gepresteerd door de maatpersoon. In dat geval wordt rekening gehouden met een maand volledige werkloosheid per maand tijdens dewelke de werknemer de inkomensgarantie-uitkering heeft ontvangen.
Voor de toepassing van de vorige leden wordt evenwel geen rekening gehouden met de uitkeringen die betrekking hebben op de dagen : 1° die voorafgaan aan de meest recente werkhervatting als voltijds werknemer in de zin van artikel 28, § 1 of § 2 van het koninklijk besluit, gedurende een ononderbroken periode van ten minste 12 maanden in de zin van artikel 116, § 1, eerste lid van het koninklijk besluit;2° die vergoed zijn aan een daguitkering van 10,02 EUR of 8,14 EUR met toepassing van artikel 114, § 5 of 125 van het koninklijk besluit;3° gelegen in de periode van minstens 2 jaar, tijdens dewelke de werkloze een tijdelijke arbeidsongeschiktheid van minstens 33 % vertoonde, vastgesteld door de voor het werkloosheidsbureau aangewezen geneesheer, overeenkomstig de procedure voorzien in artikel 141 van het koninklijk besluit;4° die voorafgaan aan een schorsing van het recht op uitkeringen die geëindigd is met toepassing van artikel 59 octies van het koninklijk besluit. § 2. Voor de toepassing van § 1 op de vrijwillig deeltijdse werknemer, worden de halve uitkeringen beschouwd als uitkeringen, zonder evenwel meer dan zes uitkeringen per week te mogen meerekenen.
Voor de toepassing van § 1, vijfde lid, 1°, op de vrijwillig deeltijdse werknemer, wordt een werkhervatting als deeltijds werknemer in de zin van artikel 33 van het koninklijk besluit gelijkgesteld met een voltijdse werkhervatting, op voorwaarde dat de werknemer geen uitkeringen heeft genoten als volledig werkloze tijdens de werkhervatting. »
Art. 3.De modellijst van de acties bedoeld in artikel 59quater, § 5, tweede lid en in artikel 59quinquies, § 5, tweede lid van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, is opgenomen als bijlage bij het onderhavig besluit.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2004 Brussel, 5 juli 2004.
F. VANDENBROUCKE
Bijlage Modellijst van de acties Eerste engagement Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De eerste actie, namelijk het contact opnemen met de publieke arbeidsbemiddelaar is verplicht (tijdens het eerste engagement).
De acties van het tweede deel worden gekozen in samenspraak tussen de werkzoekende en de facilitator. Het rooster biedt voldoende ruimte om rekening te houden met de arbeidsmarktsituatie in de subregio van de werkzoekende, de leeftijd, de specifieke sociale en familiale situatie en het scholingsniveau. Er wordt tevens rekening gehouden met de mogelijkheden waarover de werkzoekende beschikt inzake mobiliteit en kinderopvang. Het engagement zal tevens verder variëren naargelang de vaardigheden waarover een werkzoekende beschikt (o.a. ICT skills).
Er worden minstens 3 acties geselecteerd. Het aantal acties en hun intensiteit varieert volgens bovenstaande criteria en wordt bepaald in overleg met de werkzoekende. (1) Indien werkzoekende onvoldoende geletterd is, de taal niet beheerst of andere handicaps heeft die de verschillende wegen die men kan bewandelen om werk te vinden belemmeren;mag van het minimum aantal acties nl. 3 worden afgeweken. De intensiteit van de gebruikte middelen (of acties) zal in dat geval allicht hoger liggen..
De lijst met acties voor het tweede contact (tweede onderhoud) moet bijkomende inspanningen bevatten (het aantal acties en/of hun intensiteit ligt hoger).
Alle acties worden in de mate van het mogelijke en volgens de afspraken gemaakt in het samenwerkingsakkoord geattesteerd door de publieke bemiddelingsdiensten Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 5 juli 2004.
De Minister van Werk, F.VANDENBROUCKE