gepubliceerd op 01 juni 1999
Ministerieel besluit tot toekenning van bepaalde toelagen aan het personeel dat titularis is van operationele graden bij de Civiele Bescherming
4 MEI 1999. - Ministerieel besluit tot toekenning van bepaalde toelagen aan het personeel dat titularis is van operationele graden bij de Civiele Bescherming
De Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor de Veiligheid, Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, gewijzigd bij de wetten van 22 maart 1971, 22 december 1977, 22 februari 1994 en 22 februari 1998, inzonderheid op artikel 6bis;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 7;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 maart 1997 betreffende de opleiding, de brevetten en de loopbaan van de leden van de brandweer;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 februari 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 26 maart 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 26 maart 1999;
Gelet op het protocol nr. 88/3 van 26 april 1999 van het Sectorcomité I, Algemeen Bestuur;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd is door het feit dat de uitvoering van dit besluit, dat op 1 juli 1999 in werking treedt, met name de organisatie van de opleidingen tot het bekomen van het certificaat van gaspakdrager, zo vlug mogelijk dient aangevat te worden, Besluiten :
Artikel 1.§ 1. Er wordt een jaarlijkse toelage van een bedrag van 18 000 frank toegekend aan de personeelsleden van de Civiele Bescherming die titularis zijn van de graad van operationeel assistent die betaald worden in de bijzondere weddeschaal die voorzien wordt voor diegenen die geslaagd zijn voor het examen tot verhoging in de weddeschaal (weddeschaal 20/S3) en die houder zijn van het brevet II. § 2. Er wordt een jaarlijkse toelage van een bedrag van 30 000 frank toegekend aan de personeelsleden van de Civiele Bescherming die titularis zijn van de graad van operationeel brigadier.
Art. 2.Er wordt een jaarlijkse toelage van 6 000 frank toegekend aan de personeelsleden van de Civiele Bescherming die houder zijn van het brevet van hulpverlener-ambulancier dat uitgereikt wordt overeenkomstig artikel 6bis van de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, waardoor de werking van een ambulancedienst daadwerkelijk verzekerd kan worden.
Art. 3.Er wordt een jaarlijkse toelage van 6 000 frank toegekend aan de personeelsleden van de Civiele Bescherming die houder zijn van het certificaat van gaspakdrager dat uitgereikt wordt door de provinciale opleidingscentra voor de brandweer.
Art. 4.§ 1. De in de artikelen 1, 2 en 3 bedoelde toelagen worden enkel betaald naargelang het geval aan de ambtenaren en aan de personeelsleden die hun functie uitoefenen in continudienst. § 2. In geval van onvolledige prestaties, worden de in § 1 bedoelde toelagen betaald naar rata van de geleverde prestaties. § 3. De in § 1 bedoelde toelagen zijn niet verschuldigd voor elke periode van ziekteverlof die langer duurt dan 14 kalenderdagen. De ziekteverloven die niet gescheiden zijn door een dienstherneming van tien kalenderdagen of meer, worden opgeteld om deze periode te vormen.
Art. 5.§ 1. Het bedrag van de in de artikelen 1, 2 en 3 bedoelde jaarlijkse toelagen, wordt in twaalfden verdeeld en maandelijks betaald samen met de wedde. § 2. Het mobiliteitsstelsel dat van toepassing is op de wedden van het personeel van de ministeries, is van toepassing op de in § 1, bedoelde toelagen. Deze toelagen zijn verbonden aan de spilindex 138,01.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1999.
Brussel, 4 mei 1999.
De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Staatssecretaris voor de Veiligheid, J. PEETERS De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY