gepubliceerd op 03 juli 1999
Ministerieel besluit tot vaststelling van het bedrag bedoeld in artikel 1, 21° en artikel 5, 10°, van het koninklijk besluit van 18 september 1962 tot vaststelling van de lonen der hypotheekbewaarders
4 JUNI 1999. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het bedrag bedoeld in artikel 1, 21° en artikel 5, 10°, van het koninklijk besluit van 18 september 1962 tot vaststelling van de lonen der hypotheekbewaarders
De Minister van Financiën, Gelet op de wet van 10 juni 1922 betreffende de lonen van de hypotheekbewaarders : Gelet op het koninklijk besluit van 18 september 1962 tot vaststelling van de lonen der hypotheekbewaarders, inzonderheid op artikel 1, 21° en artikel 5, 10°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 maart 1998;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 maart 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de artikelen 1, 21° en 5, 10° van het koninklijk besluit van 18 september 1962, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 maart 1998 bepalen dat het forfaitair bedrag voor kosten moet worden vastgesteld door de Minister van Financiën en dat dit koninklijk besluit in werking is getreden op 1 april 1998. Dat bijgevolg het onderhavige besluit dat tot voorwerp heeft het vaststellen van het forfaitair bedrag voor kosten eveneens uitwerking moet hebben op 1 april 1998 en dus zonder verwijl moet worden genomen Besluit :
Artikel 1.Het forfaitair bedrag voor kosten bedoeld in artikel 1, 21° en artikel 5, 10°, van het koninklijk besluit van 18 september 1962 tot vaststelling van de lonen der hypotheekbewaarders is gelijk aan het bedrag vastgesteld door de post voor een niet genormaliseerde zending van 100 g voor binnenlandse dienst.
Voor de aangetekende zending wordt het voormeld bedrag verhoogd met de aantekentaks.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1998.
Brussel, 4 juni 1999.
J.-J. VISEUR