gepubliceerd op 07 augustus 1997
Ministerieel besluit inzake sommige spoedmaatregelen ter bescherming tegen boviene spongiforme encefalopathie
4 JULI 1997. Ministerieel besluit inzake sommige spoedmaatregelen ter bescherming tegen boviene spongiforme encefalopathie (B.S.E.)
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote ondernemingen, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt;
Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993 en 21 december 1994;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 september 1987 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 juni 1994 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer van bepaalde producten;
Gelet op de richtlijn nr. 90/667/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1990 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de verwijdering en verwerking van dierlijke afvallen, voor het in de handel brengen van dierlijke afvallen en ter voorkoming van de aanwezigheid van ziekteverwekkers in diervoeders van dierlijke oorsprong (vissen daaronder begrepen) en tot wijziging van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen;
Gelet op de beschikking nr. 94/381/EG van 27 juni 1994 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende bepaalde beschermende maatregelen ten aanzien van boviene spongiforme encefalopathie en het vervoederen van van zoogdieren afkomstig eiwit;
Gelet op de beschikking nr. 95/60/EG van 6 maart 1995 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen tot wijziging van beschikking nr. 94/381/EG betreffende bepaalde beschermende maatregelen ten aanzien van boviene spongiforme encefalopathie en het vervoederen van van zoogdieren afkomstig eiwit;
Gelet op de beschikking nr. 96/239/EG van 27 maart 1996 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen inzake spoedmaatregelen ter bescherming tegen boviene spongiforme encefalopathie;
Gelet op de beschikking nr. 96/362/EG van 11 juni 1996 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen tot wijziging van beschikking nr. 96/239/EG inzake spoedmaatregelen ter bescherming tegen boviene spongiforme encefalopathie;
Gelet op de beschikking nr. 96/449/EG van 18 juli 1996 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen inzake de goedkeuring van alternatieve warmtebehandelingssystemen voor de verwerking van dierlijke afvallen met het oog op de inactivering van de agentia van spongiforme encefalopathie;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, in het bijzonder artikel 3, 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat dringend bijkomende maatregelen moeten genomen worden ter bescherming tegen boviene spongiforme encefalopathie;
Overwegende dat bij beschikking nr. 96/449/EG van 18 juli 1996 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen inzake de goedkeuring van alternatieve warmtebehandelingssystemen voor de verwerking van dierlijke afvallen met het oog op de inactivering van de agentia van spongiforme encefalopathie een verwerkingsmethode voor dierlijke afvallen is vastgesteld die voldoende garanties geeft voor de inactivering van de agentia van spongiforme encefalopathie en dat derhalve dierlijke afvallen die niet volgens deze methode werden verwerkt niet mogen verhandeld worden met het oog op gebruik in de diervoeding en niet mogen gebruikt worden in de diervoeding, Besluit
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de producten afkomstig van de verwerking van dierlijke afvallen van zoogdieren.
Art. 2.Het is verboden om de in artikel 1 bedoelde producten te commercialiseren of te gebruiken met het oog op de dierlijke voeding, als ze niet verwerkt zijn overeenkomstig de parameters opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Art. 3.In afwijking van artikel 1 is dit besluit niet van toepassing op : a) i) de producten afkomstig van de verwerking van laagrisicomateriaal in de zin van richtlijn 90/667/EEG voor de productie van voeder voor gezelschapsdieren; ii) diervoeder voor pelsdieren; iii) gelatine; iv) huiden en vellen, hoeven, horens en haar; v) bloed en bloedproducten; vi) melk en zuivelproducten; vii) gesmolten vet; b) producten op basis van dierlijke afvallen van zoogdieren, waarvan kan worden gegarandeerd dat zij niet in enige voedselketen voor mens of dier zullen komen.
Art. 4.Onverminderd de bepalingen van artikel 24 van het koninklijk besluit van 10 september 1987 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding, aangaande de vermeldingen voor het etiket dienen bij de verhandeling van de in artikel 1 vermelde producten de volgende aanvullende vermeldingen bijkomend op het etiket of de begeleidende documenten te worden vermeld : het erkenningsnummer van het verwerkingsbedrijf, de aard van de behandeling, en of het product eiwit van herkauwers bevat.
Art. 5.Het gebruik van eiwit afkomstig van weefsels van zoogdieren voor de voedering van herkauwers is verboden. Dit verbod geldt niet voor : melk; gelatine; aminozuren uit hoeven en huiden, verkregen aan de hand van een procédé waarbij het materiaal wordt blootgesteld aan een pH van 1 of 2, gevolgd door een pH van g l l, gevolgd door een warmtebehandeling bij 140 °C gedurende 30 minuten bij een druk van 3 bar; dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen; gedroogd plasma en andere bloedproducten.
Art. 6.Overtreding van de voorschriften van dit besluit wordt opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 4 juli 1997.
K. PINXTEN Bijlage Minimumparameters voor de verwerking van dierlijke afvallen van zoogdieren, met uitzondering van vetten : Maximale deeltjesgrootte 50 mm Temperatuur g 133 °C Tijd 20 minuten Druk (absoluut) 3 bar Voor de verwerking mogen continu- of "batch"-systemen worden toegepast.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 4 juli 1997.
De Minister van Landbouw en Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN