gepubliceerd op 18 augustus 2005
Ministerieel besluit tot vaststelling van het afschakelplan van het transmissienet van elektriciteit
3 JUNI 2005. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het afschakelplan van het transmissienet van elektriciteit
De Minister van Economie en Energie, Gelet op de wet van 22 januari 1945 op de economische reglementering en de prijzen, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op het artikel 11, gewijzigd bij de wet van 20 maart 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 2002 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe, inzonderheid op het artikel 312, §§ 5 en 8;
Gelet op het voorstel van de netbeheerder van 1 april 2003;
Gelet op het advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas van 18 juli 2003;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 mei 2004;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 27 juli 2004;
Gelet op het overleg met de Gewesten gehouden op 9 maart 2005 en 4 mei 2005;
Gelet op advies 37.655/1 van de Raad van State, gegeven op 23 september 2004, met toepassing van artikel 84, eerste lid 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.Het afschakelplan bedoeld in artikel 312, § 5, van het koninklijk besluit van 19 december 2002 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe, wordt vastgesteld in de bijlage bij dit besluit.
Art. 2.De inbreuken op de bepalingen "3. Procedure bij schaarste" van de bijlage bij dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de hoofdstukken II en III van de wet van 22 januari 1945, betreffende de economische reglementering en de prijzen.
Brussel, 3 juni 2005.
M. VERWILGHEN
Bijlage AFSCHAKELPLAN 1. Inleidende bepalingen 1.1. Toepassingsgebied 1.1.1. Het afschakelplan vormt een onderdeel van de reddingscode die is uitgewerkt overeenkomstig artikel 312, § 1, van het koninklijk besluit van 19 december 2002 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe, hierna het « technisch reglement » genoemd.
De definities van artikel 1 van het technisch reglement zijn op dit besluit van toepassing.
Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° « regionale technische reglementen » : de technische reglementen voor het beheer van de distributienetten voor elektriciteit en voor het beheer van het lokaal of gewestelijk transmissienet voor elektriciteit en de toegang ertoe, opgesteld door de gewestelijke regeringen en/of de gewestelijke regulatoren.2° « minister » : de minister die de energie onder zijn bevoegdheid heeft;3° « ministers » : de ministers die de economie en de energie onder hun bevoegheid hebben. 1.1.2. Het afschakelplan omvat, in uitvoering van artikel 312, §§ 5 tot 8 van het technisch reglement, de maatregelen betreffende het wijzigen en afschakelen van afnamen van het transmissienet. Deze maatregelen worden toegepast door de transmissienetbeheerder en, indien zulks wordt opgelegd krachtens de gewestelijke regelgeving, door alle netbeheerders waarvan de netten binnen de regelzone rechtstreeks of onrechtstreeks met het transmissienet verbonden zijn. 1.1.3. Het afschakelplan geldt ten aanzien van alle afnemers van elektriciteit die binnen de regelzone op het transmissienet aangesloten zijn of, in zoverre daarin wordt voorzien door de gewestelijke technische reglementen, op een distributienet of een plaatselijke transmissienet binnen de regelzone dat rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden is met het transmissienet. 1.1.4. De handelingen nodig voor het in werking stellen van het afschakelplan worden met de middelen waarover hij beschikt uitgevoerd door de transmissienetbeheerder, voor de afnemers verbonden met het transmissienet en, indien zulks wordt bepaald in de gewestelijke regelgeving, op initiatief van de transmissienetbeheerder, door de beheerders van de distributienetten of van het lokaal transmissienet rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden met het transmissienet voor de afnemers die op die netten aangesloten zijn onder de voorwaarden voorzien in de regionale technische reglementen.
De transmissienetbeheerder organiseert, overeenkomstig artikel 383 van het Technisch Reglement, de raadpleging met de beheerders van de distributienetten en van de lokale transmissienetten met het oog op het bekomen van een interactieakkoord onder meer voor de onderbreking van de belasting. De distributiebeheerders kunnen aan de transmissienetbeheerder de technische mogelijkheid bieden om selctief belastingen af te schakelen overeenkomstig de prioriteiten van het afschakelplan. 1.2. Werkingsprincipes Het afschakelplan bevat twee delen : 1.2.1. De procedure ter bescherming van het elektrisch systeem tegen plotse fenomenen die de integriteit van het elektrisch systeem plotseling ondermijnen; 1.2.2. De procedure ter bescherming van het elektrisch systeem bij een aangekondigde schaarste aan elektriciteit voor een aanzienlijke, min of meer voorspelbare tijdsduur. 2. Procedure ter bescherming tegen plotse fenomenen 2.1. Omstandigheden Plotse fenomenen (zoals frequentie-schommelingen, spanningsdalingen, etc.) worden veroorzaakt door het plots verstoord evenwicht tussen productie, transmissie en afname van elektriciteit als gevolg van noodsituaties en tal van incidenten zoals aangegeven in artikel 303 van het technisch reglement.
Indien een plots verstoord evenwicht tussen productie en afname van elektriciteit optreedt of dreigt op te treden, hetzij op lokaal vlak, hetzij op het vlak van de regelzone, hetzij op het vlak van het geïnterconnecteerde UCTE-net (Union for the Coordination of Transport of Electricity) en die evenwichtstoornis onvoldoende of onvoldoende snel kan gecompenseerd worden door een verhoging van de productie in het betrokken deel van de regelzone of een verhoging van de toevoer van elektriciteit naar het betrokken deel van de regelzone, worden de maatregelen genomen zoals hieronder uiteengezet. 2.2. Middelen De transmissienetbeheerder maakt geheel of gedeeltelijk toepassing van de in artikel 312, § 5, 1°, van het technisch reglement vermelde maatregelen overeenkomstig de volgende principes : 1° afschakeling van afnemers aangesloten op het transmissienet (rekening houdend met de volgorde in de lijst van prioritaire afnemers in 2.4. en met de geografische zones in 4.); 2° onderbreking van de verbindingen met de buitenlandse netten;3° onderbreking van de verbinding met de andere netten binnen de regelzone. 2.3. In werking stellen 2.3.1. Het afschakelplan of zijn onderdelen kunnen geactiveerd worden, hetzij op bevel van de netbeheerders, hetzij door automatische installaties die onder meer werken op basis van de frequentie van het net of van een andere fysische grootheid.
Rekening houdend met de prioritaire lijst bepaald in 2.4. wordt het afschakelplan vastgesteld als volgt, in volgorde van uitvoering : 1° afschakelen van contractueel afschakelbaar vermogen;2° stopzetting van de exporten vanuit de regelzone;3° afschakelen van de injecties in rurale netten met een spanning kleiner dan 30 kV;4° afschakelen van de bevoorrading van de industriële productieprocessen rechtstreeks aangesloten op de netten beheerd door de transmissienetbeheerder;5° afschakelen van de injecties in de stedelijke netten met een spanning kleiner dan 30 kV. De transmissienetbeheerder verricht de afschakelingen van afnemers stapsgewijze en in functie van de benodigde hoeveelheid af te schakelen vermogen volgens een interne procedure van de transmissienetbeheerder, de zogeheten « procedure ter uitvoering van de reddingscode ».
De criteria voor activering van de onderdelen van het afschakelplan door automatische installaties wordt zodanig ingesteld dat, voor zover de middelen voor de transmissienetbeheerder beschikbaar zijn, de lijst van prioritaire afnemers zal gerespecteerd worden. 2.3.2. Indien na het uitvoeren van bovenvermelde procedures het systeem niet gestabiliseerd is, wordt aangenomen dat het elektrisch systeem naar een « black-out » (totale netinstorting) evolueert. Vanaf de black-out wordt het elektrisch systeem terug opgestart volgens de heropbouwcode zoals bepaald in art 314 en 315 van het technisch reglement. 2.3.3. Indien de distributiebeheerder beschikt over een automatische installatie voor het selectief afschakelen van belastingen in zijn netten, overeenkomstig de classificatie opgenomen in punt 5 van dit besluit, dan schakelt de Transmissienetbeheerder via deze installatie de belastingen af. Indien de transmissienetbeheerder, bij gebrek aan bovenvermelde installatie of in geval van onvoldoende resultaat van bovenvermelde actie, overgaat tot onderbreking van de rechtstreekse of onrechtstreekse verbindingen van het transmissienet met de netten van de andere netbeheerders binnen de regelzone zal de transmissienetbeheerder de lijst van de prioritaire afnemers aangesloten in de netten die hij niet beheert niet dienen te respecteren, voor zover de gewestelijke regelgeving daarin voorziet.
Nochtans wendt hij in samenwerking met de andere netbeheerders alle beschikbare middelen aan om de bevoorrading van prioritaire afnemers zo snel mogelijk te herstellen.
De transmissienetbeheerder voert de onderbrekingen van de rechtstreekse of onrechtstreekse verbindingen van het transmissienet met de andere netten binnen de regelzone uit door het openen van de vermogenschakelaars van de transformatoren die de verbinding vormen met deze netten. De netbeheerder van het rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden net schakelt vervolgens al de vertrekkende kabels in de betrokken onderstations uit. 2.3.4. Om de netbeheerders van de rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden netten in staat te stellen de bevoorrading van de prioritaire afnemers te herstellen, schakelt de transmissienet-beheerder de bevoorrading van de onderstations waarin de vertrekkende kabels zijn uitgeschakeld terug in, voor zover de gewestelijke regelgeving daarin voorziet.
In overleg met de transmissienetbeheerder en voor zover de toestand van het elektrisch systeem dit toelaat, mag de netbeheerder van het rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden net vervolgens vanuit dit onderstation prioritaire afnemers bedoeld in 2.4. voeden tot een richtwaarde van 10 % van het oorspronkelijk afgenomen vermogen in dit onderstation. In overleg met de transmissienetbeheerder kan deze richtwaarde overschreden worden voor zover er een grotere hoeveelheid energie nodig is voor prioritaire afnemers en voor zover deze bijkomende energie naar het oordeel van de transmissienetbeheerder door het transmissienet kan aangevoerd worden. 2.3.5. De maatregelen getroffen door de transmissienetbeheerder worden door hem, langs de snelste weg, ter kennis gebracht van de afnemers verbonden met het transmissienet en van de beheerders van de andere netten rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden met het transmissienet die er belang bij hebben. Deze beheerders van de andere netten zullen in voorkomend geval de aan hun netten verbonden afnemers inlichten. De transmissienetbeheerder en de andere beheerders van de betreffende netten zullen eveneens deze maatregelen publiceren op hun website. De tijd die nodig is voor deze kennisgevingen en publicaties mag de toepassing van deze maatregelen niet opschorten of vertragen.
De transmissienetbeheerder licht langs de snelste weg de minister in over de genomen maatregelen. 2.4. Lijst van prioritaire afnemers Op basis van het klassement van afnemers zoals weergegeven in 5. en rekening houdende met de technische middelen waarover de netbeheerders beschikken, wordt de lijst van prioritaire afnemers als volgt vastgesteld, in stijgende volgorde van belang : 2.4.1. Bevoorrading van afschakelbare directe afnemers en pompbedrijf van de hydraulische accumulatiecentrales;
Het gaat hier over de afnemers die rechtstreeks aan het transmissienet gekoppeld zijn en waarmee de transmissienetbeheerder een overeenkomst heeft afgesloten voor de afschakeling van het vermogen in het kader van onder meer het congestiebeheer; 2.4.2. Export van elektriciteit naar andere regelzones; 2.4.3. Bevoorrading van de afnemers in rurale gebieden; 2.4.4. Bevoorrading van industriële productieprocessen; 2.4.5. Bevoorrading van de afnemers in stedelijke gebieden; 2.4.6. Bevoorrading van industrie met als doel de industriële installaties te beschermen; 2.4.7. Bevoorrading van klinieken, hulpdiensten, openbaar vervoer, vitale communicatiecentra (zoals zendinstallaties van openbare omroepen); 2.4.8. Bevoorrading van hulpdiensten van productie-centrales en van hoogspanningsposten. 3. Procedure bij schaarste 3.1. Omstandigheden 3.1.1. De procedure bepaald in 3.2 en 3.3 wordt toegepast : - indien één of meerdere toegangsverantwoordelijken aan de transmissienetbeheerder melden gedurende een aanzienlijke, min of meer voorspelbare, termijn niet in staat te zullen zijn hun evenwichtsverplichting bepaald in art. 157 van het Technisch Reglement te vervullen en indien deze toestand aanleiding geeft tot een verstoord evenwicht tussen productie en afname van elektriciteit binnen de regelzone dat door de transmissienetbeheerder niet kan gecompenseerd worden door het activeren van de productiemiddelen die binnen de regelzone beschikbaar zijn; of - indien het transmissienet niet meer in staat is gedurende een aanzienlijke, min of meer voorspelbare, termijn voldoende elektriciteit naar bepaalde delen van de regelzone te transporteren. 3.1.2. De procedure vastgelegd bij besluit van de Regent van 29 januari 1949 houdende de reglementering van de voortbrenging, de verdeling en het verbruik van elektrische energie in geval van tekort aan vermogen en/of elektrische energie ten gevolge van sociale geschillen is van toepassing in geval van elektriciteitsschaarste naar aanleiding van sociale geschillen. 3.2. Middelen De transmissienetbeheerder kan de ministers verzoeken de nodige maatregelen te nemen zodat hij het evenwicht van de regelzone kan herstellen of de lokale energietekorten kan verminderen, door : - de afnemers of categorieën van afnemers in de volledige regelzone of in bepaalde delen ervan op te dragen de elektriciteit die zij afnemen van het net te verminderen binnen de vooropgestelde limieten; of - hun te verbieden elektriciteit voor bepaalde doeleinden te gebruiken. 3.3. In werking stellen 3.3.1. De transmissienetbeheerder informeert de ministers en het Coördinatie en Crisiscentrum van de Regering over de elektriciteits schaarste in termen van hoeveelheid en geografische omschrijving. 3.3.2. In overleg met de transmissienetbeheerder en desgevallend met de netbeheerders die rechtstreeks of onrechtstreeks met het transmissienet verbonden zijn, bepalen de ministers de restrictieve maatregelen bedoeld in 3.2. waarmee de afnemers rekening moeten houden. 3.3.3. Ingeval de maatregelen bedoeld in 3.2. niet tijdig konden worden toegepast of ontoereikend blijken te zijn, kunnen de ministers de transmissienetbeheerder en desgevallend de distributienetbeheerder of de lokale transmissienetbeheerder die rechtsreeks of onrechtstreeks met het transmissienet verbonden zijn, opdragen de verbinding met sommige categorieën afnemers die met hun net verbonden zijn te onderbreken waarbij de netbeheerders ernaar streven, rekening houdend met de exploitatieomstandigheden, de stroomtoevoer niet te onderbreken in geval van absolute noodzaak en die onderbreking zo kort mogelijk te houden. 3.3.4. De maatregelen getroffen door de ministers worden door hen, langs de snelste weg, ter kennis gebracht van de transmissienetbeheerder en, in voorkomend geval, van de betrokken beheerders van de netten rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden met het transmissienet die bij deze maatregelen betrokken zijn.
De ministers nemen, zo spoedig mogelijk en via publicatie in het Belgisch Staatsblad, alle nuttige schikkingen voor de officiële kennisgeving van de verordende maatregelen. De ministers zullen terzelfdertijd het publiek over deze maatregelen inlichten door allerlei middelen en onder meer via de radio, de televisie en de dagelijkse pers. De tijd die nodig is voor deze kennisgevingen en publicaties mag de toepassing van deze maatregelen niet opschorten of vertragen.
De transmissienetbeheerder en de andere beheerders van de betrokken netten zullen de aan hun netten verbonden afnemers informeren die bij deze maatregelen betrokken zijn. De transmissienetbeheerder en de andere beheerders van de betrokken netten zullen eveneens deze maatregelen publiceren op hun website. 3.3.5. De transmissienetbeheerder rapporteert aan de ministers over de opvolging van de genomen maatregelen voor de afnemers die rechtstreeks met het transmissienet verbonden zijn met betrekking tot de kwartuurgemiddelden van het afgenomen vermogen van de afnemers die aan beperkingen onderhevig zijn.
In voorkomend geval, informeert de transmissienetbeheerder aan de ministers voor de afnemers die niet aan het transmissienet verbonden zijn, over de verhouding van de gerealiseerde belastingsvermindering tot de verwachtte belastingsvermindering per deel van de regelzone waarin de beperkingen van kracht zijn. 3.3.6. Het toezicht op de toepassing van die maatregelen die gelden krachtens dit besluit wordt uitgeoefend door de daartoe behoorlijk aangestelde ambtenaren van de Algemene Directies Energie en Controle en Bemiddeling van de Federale Openbare Dienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
De afnemers moeten op elk ogenblik de netbeheerders of de ambtenaren belast met het toezicht op de uitvoering van dit besluit toelating geven om een overzicht op te maken van het elektriciteitsverbruik in hun installaties; op eenvoudig mondeling verzoek bezorgen zij de beheerders van de elektriciteitsnetten of die ambtenaren elk element dat dienstig kan zijn om informatie te verstrekken betreffende hun elektriciteitsverbruik. 4. Beheer van de benodigde hoeveelheden af te schakelen en te verminderen vermogen 4.1. Overeenkomstig art 312, § 6 van het technisch reglement, dienen de maatregelen genomen in uitvoering van de in 2. en 3. beschreven procedures toegepast te worden hetzij in de volledige regelzone, hetzij in een deel ervan overeenkomstig de volgende criteria : 1° het invloedsniveau van de getroffen maatregelen;2° de lokalisering van het probleem;3° de graad van preventie en beveiliging;4° het behoud van de integriteit van het transmissienet. 4.2. Om de vermindering en/of afschakeling van de afnamen van het net zowel op geografisch vlak als op het vlak van de benaderende hoeveelheden te kunnen doseren, wordt het net ingedeeld in vijf geografische zones waarin de af te schakelen deelnetten in opeenvolgende schijven zijn verdeeld.
De vijf geografische zones situeren zich in het noordwesten, het noordoosten, het centrum, het zuidwesten en het zuidoosten van het land.
De schijven zijn zodanig samengesteld dat per schijf nagenoeg 5 % van de belasting van de betrokken geografische zone wordt afgeschakeld/verminderd.
De samenstelling van de geografische zones en de samenstelling van de verschillende schijven is vermeld in de interne procedure voor uitvoering van de reddingscode. 5. Classificatie van afnemers Overeenkomstig artikel 312, § 7 van het technisch reglement, respecteren de maatregelen die worden genomen in uitvoering van de in 2.en 3. beschreven procedures, het volgende klassement : 1° de ziekenhuizen en verzorgingscentra;2° de klanten van de openbare distributie ten aanzien waarvan een openbaredienstverplichtiging geldt overeenkomstig artikel 21 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt;3° de consumenten of categorieën van consumenten die een voorrangsregime genieten overeenkomstig de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen en haar uitvoeringsbesluiten. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 3 juni 2005 tot vaststelling van het afschakelplan van de elektriciteitsnetten.
De Minister van Economie en Energie, M. VERWILGHEN