gepubliceerd op 30 juni 2001
Ministerieel besluit tot toekenning van een buitenlandvergoeding aan de Immigratieambtenaren
1 JUNI 2001. - Ministerieel besluit tot toekenning van een buitenlandvergoeding aan de Immigratieambtenaren
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 februari 1967 en 2 maart 1989, inzonderheid op artikel 7;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 mei 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 28 september 2000;
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 10 juli 2000;
Gelet op het protocol nr. 97/2 d.d. 20 december 2000 van het Sectorcomité I - Algemeen Bestuur;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de Immigratieambtenaren statutaire of contractuele ambtenaren van het Ministerie van Binnenlandse Zaken zijn die, hetzij bij ministerieel besluit, hetzij bij contract, gedetacheerd zijn bij de Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken, en op zending gestuurd worden naar het buitenland om de volgende taken te verzekeren : - een opdracht van informatie en inlichting; - een opdracht van verslag; een opdracht van bijstand aan de diplomatieke vertegenwoordigingen en aan de luchtvaartmaatschappijen;
Overwegende dat de naderende indiensttreding van de Immigratieambtenaren slechts doeltreffend kan zijn indien zij gepaard gaat met de goedkeuring van regels die hun bijzonder statuut regelen;
Overwegende dat zij een toelage moeten kunnen krijgen, vanaf hun indiensttreding, om de verschillende bijkomende kosten die verband houden met hun afwezigheid te kunnen betalen, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de contractuele en statutaire ambtenaren van het Ministerie van Binnenlandse Zaken die, hetzij bij contract, hetzij bij ministerieel besluit, gedetacheerd zijn bij de Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken en op zending naar het buitenland gestuurd worden om de taken van Immigratieambtenaren te verzekeren, namelijk : - een opdracht van informatie en inlichting; - een opdracht van verslag; - een opdracht van bijstand aan de diplomatieke vertegenwoordigingen en aan de luchtvaartmaatschappijen.
Art. 2.Er wordt een buitenlandvergoeding voor een maandelijks bedrag van 65 000 BEF toegekend aan de Immigratieambtenaren zoals bepaald in artikel 1.
Deze buitenlandvergoeding is slechts verschuldigd voor de periodes van effectief verblijf in het buitenland.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2000.
Brussel, 1 juni 2001.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE